VNG Magazine nummer 8, 17 mei 2024

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Alexis Haulot/European Union

Heeft Brussel bij nieuwe Europese regels voldoende oog voor de lokale uitvoering? Het kan beter, stelt de VNG in aanloop naar de Europese verkiezingen. Drie kandidaten voor het Europees parlement, met wortels in het lokaal bestuur, reageren.

Mohammed Chahim EU

‘Werkt dit ook in Helmond? Die vraag probeer ik altijd te stellen in grote Europese wetgevingstrajecten.’ Mohammed Chahim (PvdA) is sinds 2019 lid van het Europees Parlement, maar probeert de gemeente waar hij opgroeide én raadslid was niet te vergeten. ‘Ik woon nog steeds in dezelfde wijk als toen ik jong was. Als ik in Brussel bij complexe wetgeving niet doorheb wat die plannen betekenen op wijkniveau, dan is dat een gemis. Dat is zonde.’
Uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving is voor gemeenten een belangrijk onderwerp, ook voor richtlijnen en verordeningen die uit Europa komen. Is er voldoende budget, hoe zit het met de menskracht, werken verschillende wetgevingstrajecten niet langs elkaar heen? Het zijn vragen waar gemeenten in hun dagelijkse praktijk regelmatig mee te maken krijgen. Maar heeft Brussel voldoende oog voor de uitvoering op lokaal niveau? En kan dat wel, in een unie met 27 lidstaten die het lokaal en regionaal bestuur allemaal anders hebben ingericht?

Comité Van de Regio’s
Jeannette Baljeu (VVD) is, net als Chahim, bij de komende Europese verkiezingen kandidaat voor een zetel in het Europees Parlement. De voormalig wethouder van Rotterdam is nu gedeputeerde in Zuid-Holland. Vanuit die functie was ze lange tijd lid van het Europees Comité van de Regio’s. Dat comité, met vertegenwoordigers van gemeenten en provincies, adviseert de Europese Commissie over nieuwe wet- en regelgeving. In die laatste hoedanigheid was Baljeu betrokken bij het Europese industriebeleid. ‘We hebben vanuit het Comité aangegeven dat de lokale netwerken die dit beleid moeten gaan uitvoeren – gemeenten, bedrijven en onderwijsinstellingen – allemaal lokaal verankerd zijn. Zo proberen we dit soort zaken in Brussel onder de aandacht te brengen. Ik merkte wel dat we daardoor een serieuze gesprekspartner waren. Als Europarlementariër wil ik straks deze ervaring ook meenemen, door lokaal informatie op te halen. Die input hebben we nodig om scherp te stellen wat we beter moeten doen in Europa.’
Alhoewel de intenties goed zijn, zegt Baljeu, lukt het de Europese instanties nog niet goed om de gevolgen voor de lokale uitvoering goed in beeld te krijgen. ‘Er wordt relatief weinig over nagedacht of er voldoende menskracht of financiële middelen zijn bij gemeenten. Maar het moet duidelijk zijn: als je er een nieuwe taak bij krijgt, dan hoort daar ook voldoende geld bij.’
Chahim wijst erop dat aandacht voor de uitvoering ‘een vanzelfsprekendheid’ is. Ook hij spreekt daarover regelmatig met vertegenwoordigers van lokale overheden, al dan niet via het Comité van de Regio’s. ‘Als je een wet maakt die onuitvoerbaar is, dan wordt die nooit gehandhaafd. Alles staat of valt met uitvoerbaarheid.’
Maar, merkt hij erbij op, daar ligt óók een taak voor de nationale overheid. ‘Europa gaat niet over het financieren van bestuurlijke structuren. Er zijn in Nederland heel veel taken naar gemeenten overgeheveld. Als er dan een gebrek is aan slagkracht, dan gaat het knellen. Maar dat kunnen we vanuit Europa niet ineens veranderen.’ In Brussel zitten, via de Raad van Ministers, ook de lidstaten aan de wetgevingstafel. ‘Dus als iets knelt, is het ook aan hen om dat aan te geven.’

Koersdocument
In een recent koersdocument voor de komende Europese termijn, zet de VNG drie wensen voor de komende vijf jaar uiteen. Ook Europees zijn gemeenten voorstander van samenwerking als één overheid, er is een pleidooi voor voldoende financiering en Brussel zet zich als het aan de gemeenten ligt in voor een ‘groene, digitale en sociale’ transitie, met daarin ook aandacht voor de integrale uitvoerbaarheid van bijvoorbeeld de Green Deal. Die klimaataanpak bevat veel wetgeving die in Nederland op lokaal niveau wordt uitgevoerd. ‘Gemeenten proberen dit in samenhang uit te voeren, maar er is tijd en ruimte nodig om dat goed te doen’, schrijft de VNG in het document.
Onder meer de aanbestedingsverplichtingen die voortvloeien uit de Green Deal leiden in potentie tot uitvoeringsproblemen, zeggen gemeenten. Dat komt omdat de verschillende onderdelen van het wetgevingspakket aanbestedingseisen bevatten die per sector verschillen. Dat maakt omzetting naar nationale wetgeving lastig.
Die drie wensen zijn van belang voor gemeenten om daadwerkelijk met de uitvoering aan de slag te gaan, zegt Brigitte van den Berg (D66). Ze is wethouder in Beverwijk, ook kandidaat voor het Europees Parlement en lid van de VNG-commissie Europa en Internationaal. ‘Als aan die eisen niet wordt voldaan, lopen we in de uitvoering vertraging op.’ Betere uitvoeringstoetsen, een consequente toepassing van het subsidiariteitsbeginsel – beleid moet worden uitgevoerd bij de overheidslaag waar dat het beste kan – en meer ruimte om te experimenteren zijn voor de gemeentelijke uitvoering van belang.

Kameel
Het Europese wetgevingsproces is complex. De Europese Commissie doet als dagelijks bestuur voorstellen voor nieuwe regels. Vervolgens moeten die plannen worden goedgekeurd door het Europees Parlement en door de Europese Raad van Ministers. Het was over dat proces dat Frans Timmermans, in een vorig leven eurocommissaris voor onder meer betere regelgeving, weleens verzuchtte dat de Commissie een paard had getekend, maar dat de andere instanties er een kameel van hadden gemaakt, met negatieve gevolgen voor de uitvoering als gevolg. Een andere complexiteit: het wetgevingsproces, van kladje tot implementatie in de nationale lidstaten, duurt al gauw een jaar of zes. Gedurende die tijd zitten er tal van partijen aan de overlegtafel, die proberen hun invloed op het voorstel te laten gelden.
Chahim wijst erop dat er al veel is veranderd sinds Timmermans zijn vergelijking maakte. Na de eerste lezing gaat het Parlement met de Commissie en de Raad in conclaaf. In dit overleg worden de scherpe randjes vaak weer van een voorstel geschaafd. De Commissie kijkt daarbij sterk naar uitvoerbaarheid, zegt Chahim. ‘Misschien verandert het paard nu in een muilezel, maar het voorstel wijkt vaak niet veel verder meer af.’
Wethouder Van den Berg herkent de wil bij politici om met amendementen nog aanvullende zaken te regelen. ‘Ik zie dat in de gemeenteraad ook. Politici hebben vaak de neiging om in de uitvoering te schieten. Dat moeten we niet doen. Maar wat voor Nederland werkt, werkt in een ander land misschien niet goed. Daar moet je in Europa, met 27 lidstaten, rekening mee houden.’ Ze pleit er daarom voor dat de EU vooral doelen wettelijk vaststelt, en het aan de lidstaten laat om beleid te maken om die doelen te halen. ‘Laat de uitvoering aan de experts. En die zitten steeds vaker op het lokaal niveau.’

Klimaatneutraal
Van den Berg wijst ook naar de rijksoverheid. ‘Elke overheid heeft de verleiding te veel zaken dicht te regelen’, ziet ze. Ze wijst op het Just Transition Fund (JTF), een pot geld die door Brussel beschikbaar is gesteld om de overgang naar een klimaatneutraal Europa mede te financieren. In Nederland zijn gemeenten hiervoor aan zet. Maar waar de Europese Commissie bij het JTF lidstaten veel vrijheid geeft om op hun manier doelen te halen, zegt Van den Berg, voegt Nederland er in de nationale uitvoering wel allerlei regels en procedures aan toe. ‘Daar zitten we als gemeenten niet op te wachten’, stelt de wethouder. ‘Dit kunnen we heel goed zelf op regionaal en lokaal niveau.’
Ook Chahim kent uit zijn tijd als raadslid voorbeelden waarin Nederland een nationale kop op Europese wetgeving zette. Hij wijst op de huidige Europese aanbestedingsrichtlijn, die meer ruimte biedt om rekening te houden met sociale of duurzame doelen dan Nederland nu in de wet heeft vastgelegd. ‘Er is veel ruimte, maar wij nemen die regels vrij streng op, omdat we bang zijn ze verkeerd toe te passen.’
Nederland lobbyt in Brussel regelmatig ook voor extra verplichtingen, ziet Jeannette Baljeu. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de financiële verantwoording voor subsidies. Baljeu: ‘Op zichzelf is dat goed. Maar zulke verplichtingen brengen voor gemeenten wel extra verantwoording en uitvoeringskosten mee. Daar wordt relatief weinig over nagedacht.’
Alle drie de kandidaat-Europarlementariërs hebben zich voorgekomen om, als ze eenmaal verkozen zijn, niet te worden opgezogen door de Brusselse bubbel. Ze willen het contact blijven zoeken met gemeenten. ‘Dat ben ik echt van plan,’ zegt Van den Berg. ‘Want de werkelijkheid achter je bureau is niet de werkelijkheid op straat. Dat heb ik op lokaal niveau wel gemerkt.’

Europa kiest

Donderdag 6 juni gaat Nederland naar de stembus om een nieuw Europees Parlement te kiezen. In aanloop naar de verkiezingsdag verschijnt in VNG Magazine een serie artikelen over de relatie tussen gemeenten en de Europese Unie. Dit is deel 2. 
In de reeks verscheen eerder Europa, dat zijn wij allemaal