Laatst bijgewerkt: 16 juli 2025

VNG Magazine nummer 4, 14 maart 2025

Missing media-item.

Twee op het oog ongerelateerde berichten van afgelopen week. Het eerste: ‘Vijftig kwetsbare medewerkers Fietsdepot op straat na besluit gemeente’. Een gemeente verschuift de taken van het Fietsdepot, dat weesfietsen opknapt en zo, van een zorgorganisatie naar een SW-bedrijf. Het welzijn van de medewerkers gaat er niet op vooruit. In al dat georganiseer, met de beste bedoelingen, dreigen zij hun werkplek te verliezen. Bericht twee: ‘Kabinet wil einde maken aan goedkoop sporten voor studenten en personeel universiteit’ want: dat zou de markt verstoren. Maar sportvoorzieningen hebben we om een beweegspelletje te doen met allerlei bijkomende effecten voor lijf, welzijn en gezelligheid. Als een bedrijf daarvoor ook iets wil aanbieden, prima. Dat maakt sport nog geen markt. Sporten wordt ook niet beter door markttarieven, alleen ontoegankelijker.

Wat deze voorbeelden verbindt, is hoe we steeds heen en weer slingeren tussen twee extremen: óf de markt moet het oplossen (met ‘marktconforme tarieven’), óf de overheid regelt het (door taken te verschuiven tussen organisaties). We lijken te vergeten dat er altijd al een derde domein was naast markt en staat, waar wij als gemeenschappen zelf dingen organiseren.

Deze vergeetachtigheid is geen toeval. We hebben een structureel probleem: markt en staat zijn steeds meer verweven geraakt en versterken eerder elkaars tekortkomingen dan dat ze elkaars tegenkracht zijn. In de woningmarkt zien we dat duidelijk. De markt kreeg vrij spel en wonen werd een beleggingsobject met idiote prijzen. De overheid reageert met hypotheekrenteaftrek, wat de prijzen verder opdrijft. In zorg en welzijn heeft marktwerking geleid tot schaalvergroting. De overheid reageert hierop met kwaliteitskaders en toezichthouders, en veel tafelheisa, wat overhead vraagt en weer verdere schaalvergroting. Een stelsel van twee is dan ook nooit stabiel. Denk: een kruk met twee poten. 

Die kruk heeft een derde poot nodig. Naast markt en staat is dat het domein van de gemeenschap. Dat geeft maatschappelijke stabiliteit.  Dat is niet innovatief, hoor. De geschiedenis toont dat we vorige eeuw de grote maatschappelijke vraagstukken – woningnood, werkloosheid, onderwijs, financiering – grotendeels hebben opgelost via coöperatieve vormen. Dat is de meest logische manier om voorzieningen handig te beheren, zonder onnodig waarde te onttrekken of overheidsingrijpen. Beheermodellen in plaats van verdienmodellen. Wat nu als het Fietsdepot een werknemerscoöperatie is en werknemers zelf beslissen of ze zorg of jobcarving willen, of doe eens gek: allebei. Dat we aan zulke coöperatieve arrangementen de voorkeur geven als overheid. De sportvoorziening kan ook gewoon een vereniging zijn, niet ‘private partij’ of overheid.

Gemeenschappen met het stuur in handen in plaats van dat ze achterop moeten bij markt of staat. Op die fiets, dus.

Marije van den Berg is onderzoeker en adviseur lokaal bestuur