VNG Magazine nummer 5, 20 maart 2020

Auteur: Ubel Zuiderveld, fractievoorzitter PvdA Winterswijk 

Het stoken van hout leidt tot milieu- en gezondheidsklachten. Hoog tijd dat gemeenten met het onderwerp aan de slag gaan, schrijft raadslid Ubel Zuiderveld (PvdA) uit Winterswijk.
 

Ubel Zuiderveld

‘De Rijksoverheid wil de luchtkwaliteit in Nederland voor alle inwoners verbeteren. Daarom wil de Rijksoverheid begin 2020 het Schone Lucht Akkoord (SLA) sluiten met gemeenten en provincies.’ Aldus de website Rijksoverheid.nl. Het Schone Lucht Akkoord is inmiddels ondertekend door provincies, organisaties én 47 Nederlandse gemeenten. Vooral grotere gemeenten ondertekenden het SLA. 

Het ligt voor de hand dat veel kleinere gemeenten dit nog niet deden. Het SLA is een uitgebreide overeenkomst. Kleinere gemeenten hebben minder ambtelijke capaciteit. Zij hebben tijd nodig om te bestuderen of het voor hen haalbaar en betaalbaar is om uitvoering te geven aan de talloze maatregelen die voortvloeien uit het SLA.

Luchtvervuiling

Deze gemeenten wil ik wijzen op één hoofdstuk in het SLA dat voor alle gemeenten in het bijzonder van belang is: het hoofdstuk over houtstook. De hyperlokale luchtkwaliteit in veel wijken en buurten verslechtert in hoog tempo. Niemand weet precies hoe ernstig de situatie is. Wel is dit bekend: landelijk levert houtstook een bijdrage van 9 procent aan de luchtvervuiling. Volgens deskundigen als ecologie- en milieuprofessor Lars Hein van de Wageningen Universiteit kan de bijdrage van houtstook aan de luchtvervuiling in woonwijken oplopen tot 40 à 80 procent.

Het is net of er dichtbij een paasvuur brandt

Hyperlokale vervuiling, rond huizen en tuinen, wordt nauwelijks serieus genomen en gemeten. Uit meldingen bij Stichting Luchtfonds blijkt echter dat dit de praktijk is voor duizenden, misschien wel tien- of honderdduizenden Nederlanders: ‘Wij kunnen niet in onze woning zijn als de buurman zijn allesbrander aansteekt’ of ‘Het is net of er dichtbij een paasvuur brandt. Wij krijgen hoofdpijn en last van de ogen’ en ‘Nadat ik ’s avonds de hond heb uitgelaten, stinkt al mijn kleding naar rook’. 

Rooksmog

Uit een recent onderzoek van Motivaction blijkt dit: 31 procent van de Nederlanders geeft aan weleens, regelmatig of vaak overlast te ondervinden van houtstook. Van deze groep stelt 19 procent ‘ernstige gezondheidsklachten te ervaren als gevolg van houtstook’. Kinderen meegeteld, gaat het in ons land om ruim één miljoen mensen. 

Ofwel: op elke 1000 inwoners in ons land zijn er gemiddeld meer dan zestig die van zichzelf zeggen dat ze kampen met zeer serieuze gezondheidsklachten als gevolg van stook in hun buurt. Vanzelfsprekend schaadt rooksmog vol ziekteverwekkende chemische verbindingen en fijnstof eveneens de gezondheid van de overige stokers en hun buren, maar kennelijk ervaren die dit (nog) niet.   
Dagelijks komen er in ons land hout- en pelletinstallaties bij in woonwijken. Het aantal buurten waar binnen een straal van vijftig tot honderd meter regelmatig tien tot twintig schoorstenen houtrook uitstoten, neemt zienderogen toe. 

Snelwegen

Daarom moeten gemeenten in elk geval aan de slag met de, overigens zeer beperkte, acties die in het SLA worden genoemd in het hoofdstuk over houtstook. Zoals het uitvoeren van luchtmetingen in wijken en buurten. Na dit soort metingen zal geen gemeente meer verrast zijn dat houtstook jaarlijks véél meer dodelijke slachtoffers eist dan het verkeer. Over het verkeer gesproken: doen gemeenten niets, dan hebben we straks in dit land schone snelwegen, maar wijken vol smog.

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl