VNG Magazine nummer 14, 29 september 2023

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Gemeente Amersfoort

Gemeenten en deskundigen gaan op 12 oktober met elkaar in gesprek over lokaal armoedebeleid en mensenrechten. Gastheer is burgemeester Lucas Bolsius van Amersfoort.

Lucas Bolsius

 

Wat is de relatie tussen armoedebeleid en mensenrechten?
‘Dan kom je vooral terecht bij een thema als bestaanszekerheid. We zien mensen die onvoldoende mee kunnen komen. De jongste generatie merkt eigenlijk al vanaf dag 1 dat  bestaanszekerheid invloed heeft op hun ontwikkeling en hun leven. Daar zit bij ons in Amersfoort een enorme drive om te kijken, hoe we die kinderen een goede startpositie kunnen geven om te zorgen dat dat niet later nog een keer ingehaald moet worden. Het gaat niet alleen over gebrek aan geld, maar ook over goed mee kunnen komen in het onderwijs, over de levensverwachting. Veel jongeren zijn kwetsbaar voor structuren die denken hen te kunnen gebruiken voor verkeerde praktijken. Ze daarvoor weerbaar maken is een belangrijk onderdeel van wat we proberen te doen. Vooral bij de jeugd moet het verschil worden gemaakt’

Moeten gemeenten er af en toe aan herinnerd worden dat er zoiets als mensenrechten bestaat?
‘Zeker, maar dan moet je daar ook de voorbeelden en inzichten bij geven zodat het niet een containerbegrip blijft. Wat betekent het nou voor een kind als het onvoldoende mee kan doen, wat doet dat met het zelfbeeld, met schaamte, met gezondheid? Een feit is dat wanneer je in een bepaald deel van de stad wordt geboren, je levensverwachting al begint met minder jaren in het vooruitzicht. We moeten ons afvragen waar we als mensen het verschil kunnen maken. Veel is in systemen georganiseerd, durven wij ook met passie binnen dat systeem te opereren? Als we zien dat een systeem niet volmaakt is, durven we dan vanuit een moreel inzicht de grenzen op te zoeken? Soms moeten mensen geholpen worden, omdat ze geholpen móéten worden. Waarom zou je dat ingewikkeld onder woorden moeten brengen?’

In een vorig leven werkte u als hulpverlener in een vluchtelingenkamp in Afrika. Heeft dat uw mensbeeld bepaald?
‘Ja. Ik heb daar een andere emotie bij het begrip mensenrechten gekregen. Ik heb letterlijk honderdduizenden mensen zien knokken om te overleven. Waar ik werkte, zat een miljoen vluchtelingen. Als mens was ik niet in staat een miljoen mensen toekomst te bieden, maar ik houd me vast aan het Joodse beeld dat ook in Schindler’s List zit: als je één mens van mijn volk hebt geholpen, heb je mijn hele volk geholpen. Ik heb toen ervaren dat je het goede doet als je één iemand hebt geholpen. Als ik in de gemeente één jongere aan de goede kant van de streep heb gekregen, heb ik al succes geboekt.
‘In dat kamp stierven duizenden mensen, de dood was overal. Mij is altijd bijgebleven dat we op een gegeven moment kinderen hoorden zingen. Die kinderstemmen gaven weer hoop, zelfs in die verschrikkelijke situatie was er weer een toekomst. Dus als je mij vraagt waar we als overheid het verschil kunnen maken, dan is dat bij de kinderen.’