In het fysieke domein richten gemeenten zich op een veilige en gezonde leefomgeving voor hun inwoners. Er spelen grote opgaven voor gemeenten. Denk aan de energietransitie, bodemdaling, de woningbouwopgave, klimaatadaptatie, gevolgen van bevolkingskrimp of -stagnatie, innovaties in vervoerssystemen, bereikbaarheid, landbouwvraagstukken en het realiseren van een concurrerende en circulaire economie.

Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de leefbaarheid, waarbij het zaak blijft om te letten op een evenwichtige verdeling van de lasten. De Omgevingswet vraagt van gemeenten om een samenhangende aanpak te ontwikkelen om hiermee aan de slag te gaan. Waarbij ook verbinding gelegd moet worden met opgaven in het sociaal domein.

Bouwen kun je niet los zien van mobiliteit. Investeer in goed openbaar vervoer, zodat het voor mensen makkelijker wordt om buiten de regio te wonen, ook als ze daar niet werken. Tot slot: houd bij het bouwen rekening met de vitaliteit van de omgeving. De kwaliteit van de woonomgeving is van groot belang.

Uit de provinciale bijeenkomst Gemeenten 2024 in Utrecht

Ruimtelijke en sociale vraagstukken

Omdat alle opgaven samenkomen op het grondgebied van gemeenten is een samenhangende aanpak logisch en noodzakelijk. Ruimtelijke en sociale vraagstukken zijn hierbij niet los van elkaar te zien. Zo is de toenemende tweedeling in de maatschappij van betekenis voor de woningbouwopgave en de ontwikkeling van de regionale energiestrategieën (RES).

Voor de woningbouwopgaven vragen lokale problemen om passende oplossingen: het is goed voor de leefbaarheid om enige ruimte te geven aan bouwen aan de rand van kleine kernen, terwijl in steden binnenstedelijke herstructurering beter past. Door de woningbouwopgave vooral binnenstedelijk te realiseren bij OV-knooppunten, worden niet alleen groen, natuur en open ruimte behouden. Dit draagt ook bij aan economische groei, minder bereikbaarheidsproblemen, een eenvoudiger te realiseren duurzaamheidstransitie en de mogelijkheden om gemengde wijken te ontwikkelen, dat weer helpt om tweedeling in gemeenten tegen te gaan.

Andersom geldt overigens hetzelfde verband: doordat mensen langer thuis wonen en door toenemende extramuralisering van de zorg, neemt de behoefte aan woon-zorgcombinaties sterk toe.

Energietransitie

De energietransitie is op zichzelf al een zeer complexe opgave: hoe geven we samen de ruimtelijke inpassing vorm? En hoe zorgen we ervoor dat inwoners die de lasten moeten dragen van de transitie ook de (financiële) lusten ervaren? Daarnaast is het een opgave die veel kansen biedt voor verbinding met andere opgaven. De eerste belangrijke stap hierin is het opstellen van de regionale energiestrategieën en parallel daaraan de Transitievisies Warmte.

Door daarin oog te hebben voor de samenhang tussen de maatschappelijke opgaven kan synergie worden verkregen om te komen tot snellere verduurzaming per wijk. Van belang is om de energietransitie uit de (exclusief) technische sfeer te halen. Door van een sectorale opgave (woningen van het gas af) een bredere opgave te maken, is grote maatschappelijke winst te behalen. Dat vraagt wel om ruimte voor experimenten. Experimenten met verschillende bronnen van warmte, maar ook met het koppelen van de energietransitie aan andere opgaven op wijkniveau.

Kansen voor koppeling van energietransitie aan andere opgaven zijn legio. Naast koppeling aan ‘logische’ opgaven als klimaatadaptatie en kwaliteit van de openbare ruimte, is er ook een koppeling te maken met het sociaal domein. Kansen liggen hier vooral in de afstemming met wijkteams: iedere afzonderlijke woning moet immers van het gas af; gemeenten komen bijna letterlijk ‘achter de voordeur’. Daarnaast is er een verbinding te leggen met onderwijs en arbeidsmarkt (er zijn veel mensen nodig om het werk te doen) en de vergroting van de betrokkenheid van wijkbewoners (door participatieprocessen en de oprichting van energiecollectieven). In de woningbouwopgave is grote energiewinst te boeken. Een nauwe afstemming tussen Europees, nationaal, regionaal en lokaal beleid en de werkzaamheden van woningbouwcorporaties is hiervoor essentieel.

Verdienmodellen rekenen altijd met groei en in de Randstad gaat het inderdaad om bouwen, bouwen, bouwen. Kies voor een bouwtax: belasting op het bouwen van nieuwe woningen in het westen, waarmee we de krimpproblematiek kunnen oplossen. Wees solidair met de krimpgebieden.

Uit de provinciale bijeenkomst Gemeenten 2024 in Limburg

Nederland als één netwerk

Verbinding is er niet alleen binnen gemeenten maar ook tussen gemeenten. Door Nederland als 1 netwerk te zien waarin de verschillende gemeenten ieder hun eigen rol hebben, wordt Nederland sterker. De kwaliteiten van regio’s verschillen.In sommige gebieden is de economische groei groot, terwijl andere regio’s worden gekenmerkt door ruimte en natuur van grote kwaliteit, niet te onderschatten in een dichtbevolkt land. Vanuit dat perspectief gaat het niet over gebieden met over- en onderdruk, maar om de vitaliteit en kracht van regio’s en van Nederland als geheel. Elke stad, elke regio levert haar bijdrage aan Nederland als netwerk.

We zien dat het rijk weinig rekening houdt met de werking van dit netwerk en niet in alle gebieden evenveel investeert, zodat een tweedeling ontstaat in het denken over de inrichting van Nederland. Een tweedeling die geen recht doet aan de complementariteit van stad en ommeland. Dit vraagt van gemeentebestuurders om niet stil te staan bij scheidslijnen, maar in te zetten op dialoog en verbinding tussen regio’s. Verstedelijking is geen opgave van alleen de steden; het plaatsen van windturbines is geen opgave voor alleen het platteland. Dit is van essentieel belang om bij inwoners draagvlak en eigenaarschap te krijgen voor noodzakelijke ingrepen in hun leefomgeving.

Om als gemeenten en regio’s goed aanspreekbaar te zijn op het behalen van resultaten op gebieden als energietransitie en woningbouw, is het noodzakelijk dat nationale en Europese randvoorwaarden op orde zijn en dat gemeenten de juiste instrumenten in handen hebben. Instrumenten om goed te kunnen samenwerken met externe partijen, zoals corporaties, energieleveranciers, netbeheerders en uitvoerders. En instrumenten om díe maatregelen te kunnen nemen die lokaal of regionaal het meest logisch zijn. Gemeenten vragen ruimte voor regionale differentiatie en maatwerk, zoals bij het bepalen van de sociale-huurgrens of het beleid rond huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten.

De relatie met het rijk moet een gelijkwaardige zijn, ook richting de Europese Unie. Medeoverheden zijn afhankelijk van elkaar en alleen een gezamenlijke inzet van expertises en verantwoordelijkheden leidt tot het beste resultaat voor inwoners.

Meer informatie