VNG Magazine nummer 4, 1 maart 2024

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Súdwest-Fryslân

Als een van de eerste gemeenten richt Súdwest-Fryslân een eigen energiebedrijf op. Voorlopig gaat de aandacht uit naar het opzetten van meerdere warmtenetwerken, zegt wethouder Henk de Boer (FNP).
 

Henk de Boer, wethouder Súdwest-Fryslân

Waarom start de gemeente een eigen energiebedrijf?
‘De tijd vraagt erom. Vanuit het rijk is aangegeven dat we moeten nadenken over het terugdringen van de CO2-uitstoot. Met het energiebedrijf willen we de warmtetransitie versnellen. Zo willen we voor 2030 achtduizend woningen aardgasvrij maken, en in 2050 willen we volledig CO2-neutraal zijn. We zijn hiervoor met een aantal pilots aan de slag gegaan, op basis van aquathermie, geothermie, waterstof en restwarmte. Daarnaast komt er een nieuwe Wet collectieve warmte, waarin staat dat warmtenetwerken voor tenminste vijftig procent in handen moeten zijn van de lokale overheid. Na zorgvuldig onderzoek komen we tot de conclusie dat de oprichting van een publiek energiebedrijf, met zeggenschap voor inwoners en focus op de betaalbaarheid, de meest geschikte oplossing lijkt in onze gemeente.’

Andere gemeenten kiezen ervoor om lokale initiatieven te stimuleren. Was dat geen optie?
‘Een van de pilots waar we mee aan de slag willen, is Warm Heeg. Dat is een initiatief vanuit de lokale gemeenschap dat al zover is dat ze een warmtenet kunnen bouwen. Alleen kregen ze hun businesscase niet rond, omdat ze nu nog niet kunnen garanderen dat er zeventig procent deelname is van inwoners van Heeg. De gemeenteraad is ermee akkoord gegaan om nu garant te staan voor veertien miljoen euro. Daardoor zijn we direct betrokken geraakt. We gaan nu nadenken wat onze rol is, zeker financieel. Het kan zijn dat we voor minimaal vijftig procent deelnemer worden, omdat de Wet collectieve warmte eraan komt. Als de gemeente besluit geen actie te ondernemen, bestaat de kans dat de klimaatdoelen niet worden behaald.’

Begeeft de gemeente zich hiermee niet op een markt waar ook commerciële partijen actief zijn?
‘Onze gemeente bestaat uit een uitgestrekt landelijk gebied met maar liefst 89 kernen. Veel businesscases voor relatief kleine kernen zijn lastig te realiseren, vooral wanneer wordt vastgehouden aan een winstmarge in plaats van een kostprijs-plusbenadering. We hebben om ons heen gekeken welke mogelijkheden er zijn. We willen ervoor zorgen dat we tegen een zo laag mogelijke prijs warmte aan onze inwoners leveren. Dat zien we als onze verantwoordelijkheid. Vroeger hadden we gemeentelijke energiebedrijven, dat werden provinciale bedrijven en die zijn weer verkocht. De markt is nu zo groot dat de projecten die wij doen commercieel totaal niet aantrekkelijk zijn. We hebben voor bijvoorbeeld Warm Heeg nog veel subsidie nodig om op stoom te komen.’