De focus van gemeenten voor de komende kabinetsformatie is scherp gericht op de financiële positie van gemeenten en betere bestuurlijke verhoudingen. Wat is er in de verkiezingsprogramma’s terug te vinden over deze prioriteiten?

Allereerst de gemeentelijke financiën. Die krijgen veel aandacht in de verkiezingsprogramma’s. De ChristenUnie schrapt in haar verkiezingsprogramma de opschalingskorting. De partij vindt dat ‘gemeenten beter verdienen’. Bij de VVD is een amendement aangenomen om de korting te schrappen. CDA, D66, GroenLinks, PvdA en SP stellen expliciet dat gemeenten meer geld moeten krijgen. De PVV schrijft weinig over gemeenten in het programma en neemt geen standpunten in over de financiële positie van gemeenten.

Meerdere partijen staan stil bij de tekorten in het sociaal domein. GL, PvdA en CU willen expliciet het abonnementstarief in de Wmo afschaffen. De SP heeft een groter plan voor zorgkosten, waardoor dat tarief automatisch vervalt. De Partij voor de Dieren wil zorgen dat elke gemeente voldoende middelen heeft voor een goed georganiseerde jeugdzorg. Het CDA constateert dat de overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten de zorg veel duurder heeft gemaakt. Hierdoor kampen veel gemeenten met tekorten. Maar de christendemocraten verbinden er geen concrete acties aan. Daarnaast wil het CDA betere financiële afspraken tussen het Rijk en gemeenten én een extra investering in de gemeenten. De partij staat ‘naast gemeenten’. Denk pleit ervoor dat gemeenten financieel voldoende worden toegerust om de zorgtaken goed uit te kunnen voeren.

Jeugdzorg

D66 vindt dat gemeenten voldoende geld moeten hebben om de jeugdzorg goed te kunnen regelen. ‘De resultaten van lopend onderzoek moeten uitwijzen hoeveel gemeenten structureel extra nodig hebben’, schrijft de partij. Daarnaast wil D66 een ander verrekenmodel in de bijdrage aan gemeenten vanuit het Rijk op het gebied van zorg. Ook verbetert de partij de financiële verhouding tussen Rijk en decentrale overheden. Gemeenten mogen meer belasting heffen. ‘We waarborgen dat gemeenten voldoende middelen hebben voor hun taken en maken het gemeentefonds stabieler. We verwachten dat gemeenten sturen op een houdbare groei van de uitgaven aan het sociaal domein. Als hiervoor extra instrumenten nodig zijn, verdient dit ernstige overweging. Waar nodig springen de provincies bij.’

De CU pleit voor een groter lokaal belastinggebied, ten koste van de inkomstenbelasting. De VVD pleit juist voor een grens op de lokale belastingen via een micronorm op de ozb, net als Forum voor Democratie. Denk wil meer mogelijkheden voor gemeenten om te werken met de ozb, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

GroenLinks is duidelijk: ‘Nadat jarenlang op zorg in gemeenten is bezuinigd, verhogen we de bijdrage aan het gemeentefonds zodat gemeenten voldoende geld hebben voor het goed lokaal organiseren van zorg en ondersteuning.’ Ook wordt de eigen bijdrage voor de Wmo inkomensafhankelijk, wat impliciet betekent dat het abonnementstarief wordt afgeschaft. Ook voor andere taken (cultuur, welzijn, verduurzaming) krijgen gemeenten als het aan GroenLinks ligt meer middelen. Een lokale belasting op leegstand en een gemeentelijke heffing op de waardestijging van private grond zorgen voor meer inkomsten bij gemeenten.

De PvdA schaft dus het abonnementstarief in de Wmo af. Ook willen de sociaaldemocraten tekorten in de Wmo bij gemeenten aanvullen, omdat gemeenten anders failliet gaan. Ze moeten voldoende geld krijgen om hun taken uit te voeren. ‘Meer geld en stabiele financiering zorgen ervoor dat wijkcentra, de lokale bibliotheek, het zwembad en de school openblijven.’ Ook stopt de PvdA de bezuinigingen op het gemeentefonds.

Tekorten

De SP vindt dat gemeenten voldoende geld moeten hebben om zelf beleid en keuzes te maken. Gemeenten hebben nu grote tekorten. Er is veel meer geld nodig. De eigen bijdrage wordt overbodig, door gemeenten voldoende middelen te geven voor de zorgtaken. Hiervoor wil de partij een uniform gemeentelijk basispakket invoeren.

De VVD wil dat de opbrengst van boetes die boa’s uitschrijven naar de gemeentekas vloeit. Verder wil de partij meer geld uit het gemeentefonds voor gemeenten die meer woningen bouwen. Maar het is niet duidelijk of dit ten koste gaat van andere gemeenten of dat het gemeentefonds hiervoor vergroot wordt. Ook krijgen gemeenten de mogelijkheid om een belasting te heffen op leegstaande panden.

Bestuurlijke verhoudingen

Dan de bestuurlijke verhoudingen. Het CDA geeft de komende formerende partijen een duidelijke opdracht mee: ‘Het nieuwe kabinet sluit met de gemeenten, provincies en waterschappen een bestuursakkoord over de uitvoering van bestaand beleid en de nieuwe plannen in het regeerakkoord. Bij nieuwe taken hoort altijd nieuw budget.’

De ChristenUnie ziet graag een ‘sterk lokaal bestuur dat lef toont, verantwoordelijkheid neemt en voldoende middelen heeft om de goede keuzes te maken’. De SGP is voor een grotere zelfstandigheid van het decentraal bestuur, onder andere door verschuivingen van belastingen van centraal naar decentraal niveau. De PvdD wil scherpe voorwaarden bij overdragen van taken en verantwoordelijkheden naar gemeenten: ‘De taak moet zich ervoor lenen en de overheden die de nieuwe taak erbij krijgen moeten voldoende (financieel) zijn toegerust.’

Grotere gemeenten D66 werkt toe naar een model van grotere gemeenten, waardoor de provincies overbodig worden. De democraten willen dat gemeenten gaan fuseren wanneer zij te afhankelijk worden van gemeenschappelijke regelingen. Op het gebied van zorg moet beter regionaal worden samengewerkt. De VNG moet een rol spelen bij de coördinatie daarvan. D66 schrijft dat stabiliteit en voorspelbaarheid van de landelijke overheid een behoefte is van gemeenten en provincies. 50Plus schrijft bij bestuurlijke vernieuwing en democratie dat bevoegdheden moeten gaan naar het Rijk of grote centrumgemeenten, zonder dat verder in te vullen.

In de verkiezingsprogramma’s is weinig algemene aandacht voor de bestuurlijke verhoudingen tussen de rijksoverheid en de decentrale overheden, wel bij inhoudelijke thema’s. Zo krijgen de verschillende inhoudelijke opgaven die de politieke partijen willen oplossen verschillende bestuurlijke arrangementen mee. Zo krijgt de zorg in het programma van de ChristenUnie een eigen programma voor regionale samenwerking.

De PvdA ziet een verschil tussen de Randstad en ‘de regio’. De regio krijgt meer middelen, om voorzieningen op peil te houden. Verder blijft het bij de constatering dat gemeenten meer taken krijgen, maar niet altijd het benodigde geld. De SP vindt dat lokale bestuurders meer eigen beleid moeten kunnen maken voor de aanpak van lokale problemen. Krimpregio’s verdienen extra aandacht.

De VVD wil een einde aan de lokale willekeur bij de handhaving van landelijke wetten. Zo zijn er gemeenten die een oogje dichtknijpen bij de handhaving van het kraakverbod.

Veel partijen zijn voor een vorm van constitutionele toetsing. Dat zou de weg vrijmaken voor een constitutioneel hof zoals voorgesteld door de staatscommissie parlementair stelsel onder leiding van Johan Remkes. Een dergelijk hof kan ook worden ingezet voor het beslechten van bestuursgeschillen tussen overheden, zo stelde de staatscommissie destijds voor.

Uitvoering

Tot slot nog de uitvoering. Het CDA versterkt de politieke verantwoordelijkheid voor de uitvoering. De uitvoeringstoets voor nieuw beleid krijgt een grotere rol in de besluitvorming hierover. Het CDA wil in iedere gemeente een loket voor burgers inrichten die zichzelf niet kunnen redden in het contact met overheden en uitvoeringsorganisaties.

D66 constateert: ‘Elke bestuurslaag heeft eigen taken, maar voor een optimale uitvoering moet veel worden samengewerkt.’ Lokale overheden moeten daarbij weten waar ze aan toe zijn; stabiliteit en voorspelbaarheid van de landelijke overheid is belangrijk. De menselijke maat moet volgens D66 terug in het contact tussen overheid en burger. ‘Er is meer aandacht nodig voor een effectieve uitvoering, met aandacht voor gebruiksvriendelijke digitalisering.’

De VVD baalt ervan dat er de afgelopen jaren te veel voorbeelden zijn van burgers en ondernemers die onterecht als fraudeur zijn aangemerkt. Oplossing: het terugbrengen van de menselijke maat in de uitvoering. ‘Om dit te veranderen, versterken we de interne checks in de uitvoering en dringen we tegelijkertijd onduidelijk, juridisch taalgebruik terug in de communicatie van de overheid’, schrijft de partij. Verder willen de liberalen meer aandacht voor de uitvoering van beleid, omdat dat de manier is waarop de meeste burgers en bedrijven met de overheid te maken hebben.

Klik op de afbeelding voor een grotere versie