Raadslid Wieke Paulusma (D66, Groningen) en wethouder Songül Mutluer (PvdA, Zaanstad), allebei lid van het VNG-bestuur, hopen na de verkiezingen de overstap te maken naar de landelijke politiek.
Hoewel ze verschillen van politieke kleur, leggen raadslid Wieke Paulusma en wethouder Songül Mutluer eenzelfde bevlogenheid aan de dag als naar hun politieke drijfveren wordt gevraagd.
Paulusma: ‘Een van de redenen waarom ik gemeenteraadslid in Groningen werd, was dat ik het belangrijk vond dat ook mensen uit het werkveld zich inzetten voor de lokale politiek. Zelf ben ik mijn hele werkzame leven actief geweest in de zorg. De praktijkervaring die je meeneemt, is heel waardevol. Datzelfde vind ik ook belangrijk voor de stap naar Den Haag. Ik breng ervaring mee uit het werkveld én uit de lokale politiek.’
Mutluer: ‘Ik neem ook de ervaringen uit mijn persoonlijke leven mee. Ik weet hoe het is om als jonge vrouw je ouders ervan te moeten overtuigen dat je graag in Amsterdam wilt gaan studeren, dat je drie bijbanen neemt om zelf je studie te bekostigen. Ik ben op mijn 26ste lid geworden van de gemeenteraad en heb dat twaalf jaar gedaan. Vooral in de rol van wethouder heb ik actief bijgedragen aan verandering. Maar ik merk ook dat ik in de praktijk tegen zaken aanloop die ik op lokaal niveau niet kan oplossen. Ik wil geen onderdeel worden van het systeem, maar het van binnenuit veranderen.’
Voor de inwoners
Als ze straks in de Tweede Kamer zitten, worden de belangen van gemeenten niet ineens minder relevant. De VNG-agenda nemen beide kandidaten mee naar Den Haag. ‘Dat heb ik ook aan VNG-voorzitter Jan van Zanen beloofd’, zegt Mutluer. ‘Maar ik zal er wel mijn eigen politieke kleur in aanbrengen. Wat ik belangrijk vind om te benadrukken in Den Haag: gemeenten zijn geen uitvoeringskantoor. De gemeente is de eerste overheid en een lokale, autonome bestuurslaag. Ik wil dat we de uitvoerbaarheid van beleid meer centraal stellen, dat gaat dus ook over voldoende geld.’
Paulusma: ‘Toen er forse onderhandelingen waren tussen gemeenten en Rijk, wilde ik roepen: bedenk nou eens voor wie we dit allemaal doen! We doen het voor de inwoners en daarin kunnen Den Haag en gemeenten elkaar vinden. Inwoners moeten vertrouwen hebben in de overheid. Die overheid, dat zijn wij samen.’
Positieve onderstroom
Een inspirerend politicus is iemand die heldere keuzes maakt, die deskundig is en spreekt in klare taal, vindt Mutluer. Er ligt een enorme opgave en daar zijn sterke bestuurders voor nodig. ‘We gaan een bizarre tijd tegemoet’, zegt ze. ‘Ik denk dat het voor veel mensen enorm moeilijk gaat worden. We moeten als de sodemieter aan de slag.’
Paulusma: ‘Het zijn nu moeilijke tijden, maar ik wil laten zien dat er ook een enorme kracht zit in de samenleving. Er is een positieve onderstroom die nu te weinig wordt belicht. Ik ga de lokale politiek enorm missen, maar ik voel echt dat ik nu in Den Haag moet zijn. Ik heb altijd een duidelijke mening gehad over zorg, diversiteit en emancipatie. Ik vind dat je dan ook je vinger moet opsteken als de gelegenheid zich voordoet om Kamerlid te worden.