VNG Magazine nummer 17, 6  november 2020

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Jiri Büller

Gemeenteraden moeten beter in staat worden gesteld om het werk van gemeenschappelijke regelingen te volgen. En ook bij digitalisering moeten de raden alert zijn, zegt raadslid en actief NVvR-lid Sjir Hanssen.
 

Sjir Hanssen

Onlangs verscheen een kritisch rapport van het Rathenau Instituut. Gemeenteraden kunnen gerichter aandacht geven aan de digitalisering, concludeerde de innovatiedenktank. Door nieuwe technologieën verandert er veel in de samenleving, maar als de raad een besluit neemt over de inzet ervan, wordt te weinig gekeken naar de maatschappelijke en sociale gevolgen.
Het rapport kwam er in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het programma Democratie in Actie, de VNG, de Vereniging van Griffiers en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVvR). Sjir Hanssen, VVD-raadslid in Rheden en algemeen bestuurslid van de NVvR, zat in de klankbordgroep en onderschrijft de conclusies van het rapport. ‘Als raadsleden zijn we ons onvoldoende bewust van de gevolgen van de digitalisering op en in de leefomgeving’, zegt hij.
Hanssen werd in 2010 lid van de gemeenteraad, nadat hij voor zijn partij op de achtergrond al werkzaamheden had verricht. Het was de bedoeling dat de oud-militair op een onverkiesbare plek zou staan, maar na winst van zijn partij en de daaropvolgende deelname aan het Rhedense college, stroomde Hanssen toch in. Hij sprong er met beide benen in en werd ook meteen lid van de rekenkamercommissie. ‘En daar heb ik geen spijt van. Het is een hobby geworden. Ik noem het raadswerk ook weleens gekscherend vrijwilligerswerk met behoud van uitkering.’
Hanssen maakt zich sindsdien hard voor de positie van raadsleden en is onder meer actief in de NVvR. De ondergeschikte positie van de raad in gemeenschappelijke regelingen gaat hem aan het hart. Hij is daarbij vooral kritisch op de informatievoorziening vanuit het college – een kritiekpunt dat óók bij de digitalisering naar voren komt. ‘Het is een fundamentele discussie’, zegt hij. ‘Kun je als raad een besluit nemen op basis van de documenten die worden aangeboden door het college, of heb je daar meer voor nodig, ook de ambtelijke stukken bijvoorbeeld? Die informatievoorziening is belangrijk. Maar je moet ook weer niet op de stoel van het college gaan zitten.’

Eerst het Rathenau-rapport. Wat was de aanleiding hiervoor?
‘Er zijn besluiten die door gemeenteraden worden genomen, waarin aspecten zitten die onvoldoende belicht worden en waarbij we onvoldoende in beeld hebben wat de impact is. Kijk naar slimme lantaarnpalen. Die worden aangesloten op 220 volt. Dan kun je ook gelijk een sensor erop aansluiten die de verkeersdrukte meet. En met een camera erop heb je een goed totaaloverzicht van wat er op straat gebeurt. Dat kan gemakkelijk, het elektriciteitsnetwerk ligt er toch al.’

Wat is daar erg aan?
‘Daardoor kun je inbreuk maken op de privacy van heel veel mensen. En als je dat bewust doet, dan is dat niet erg, maar als je dat impliciet doet, sla je als raad de plank mis. Ik zal een voorbeeld geven. Hier in Rheden wilde het college een app inzetten in de strijd tegen ondermijning: Meld een Vermoeden. Het college stelde voor alle ambtenaren toegang te geven tot die app. Daar zijn vanuit de raad heel veel vragen over gesteld: gaat dat niet te ver? Dat kon omdat een aantal raadsleden hier alert op was.’

Wat gebeurt er met de aanbevelingen?
‘Het rapport is wetenschappelijk en moeilijk te lezen voor wie geen universiteit heeft gedaan. We hebben ons afgevraagd: als we dit aan raadsleden aanbieden, komen ze dan verder? De conclusie was dat het rapport zelf ons daar niet bij verder helpt. We hebben de Argumentenfabriek daarom gevraagd de aanbevelingen te vertalen in vijf platen, die zijn binnenkort klaar. Daarmee wordt heel inzichtelijk gemaakt hoe een afwegingskader eruit kan zien.’

Ook bij de gemeenschappelijke regelingen is de informatievoorziening voor gemeenteraden cruciaal, zegt Hanssen. Maar er gaat nog weleens wat mis. De afgelopen jaren heeft de NVvR tweemaal een onderzoek laten doen naar de tevredenheid bij raadsleden over de wijze waarop de bemoeienis van de raad georganiseerd is. 65 procent was niet tevreden. 

Hoe komt dat?
‘Daar zijn drie redenen voor. Ten eerste zijn de gemeenschappelijke regelingen voor veel raadsleden een ver-van-mijn-bedshow. Gemeenschappelijke regelingen zijn uitvoering op afstand, dat betekent dat er minder directe invloed is. Ten tweede is het de vraag hoe transparant de informatievoorziening vanuit de regelingen is. En ten derde: hoe zit het met de democratische legitimiteit? Welke rol heb je als gemeenteraad? Bij een gemeenschappelijke regeling kun je eigenlijk alleen vooraf kaders stellen. Want uiteindelijk zijn de regelingen uitvoering, en daar gaat de raad niet over. Dat is een collegebevoegdheid. Maar het college moet dan wel rolvast blijven, en niet de koers van de regeling aanpassen. Als dat gebeurt zonder dat wij de goede informatie krijgen, dan kan de raad alleen nog maar tekenen bij het kruisje, of een samenwerking volledig weigeren omdat deze in strijd is met wet- en regelgeving of het algemeen belang. Dat is vaak niet aan te tonen.’

De decentralisaties in het sociaal domein hebben geleid tot meer gemeenschappelijke regelingen. Is het raadswerk daardoor complexer geworden?
‘Het aantal regelingen is iets toegenomen. Sommige zijn wettelijk verplicht. Wij zijn in de regio op sommige punten, zoals bij de inkoop, verder gegaan dan nodig is. Maar als je als raadslid tijdig alle informatie krijgt die je nodig hebt, dan is het te doen, ook nu nog. Het college moet dan wel transparant zijn: wij zijn dit van plan, en wat vindt u ervan? Dát is transparante besluitvorming, maar dat gebeurt lang niet altijd zo.’
Er is een wetsvoorstel om deze problemen weg te nemen. Een van de voorstellen die minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken doet, is dat raadsleden in een toezichthoudende commissie kunnen plaatsnemen. De NVvR is daar niet enthousiast over. Waarom niet?
‘Wij hebben hier ook een position paper over naar de minister gestuurd, en naar de Tweede Kamer. Samenwerken is meer dan alleen de procedures vastleggen. Het gaat vooral over gedrag en over cultuur. En we missen in het wetsvoorstel de beïnvloeding van het gedrag. Er zijn genoeg voorbeelden te noemen waarin het college roept dat de samenwerking goed is, en vervolgens een plan maakt waarbij de raad compleet buitenspel staat. Dat is niet handig, je moet het als raad en college samen doen. Door de raden in een toezichthoudende functie te zetten, zet je de raad nog verder op afstand. Dat is niet goed, want dan maak je een bestuurder van iemand die politiek bedrijft.’

Hoe moet het dan?
‘Wij stellen voor dat er een onafhankelijke toezichthouder komt, en dat dat wettelijk zo geregeld wordt: wat voor mensen moeten daarin, bijvoorbeeld. Het kunnen mensen zijn die hun sporen hebben verdiend in het vakgebied. Geen politici, maar bestuurders. En zij moeten de informatie actiever delen met de gemeenteraden. Maar de omgangsvormen zijn nog veel belangrijker. Als je de cultuur buiten beschouwing laat, zullen gemeenschappelijke regelingen nooit een succes worden.’

Wie is...Sjir Hanssen

Sjir Hanssen is sinds april 2010 lid van de gemeenteraad van Rheden. Daarnaast is de VVD'er bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVvR).