VNG Magazine nummer 17, 6  november 2020

Tekst: Annemieke Diekman | Beeld: Siese Veenstra/ANP

Demonstreren is een grondrecht en mag ook in coronatijd. Burgemeesters maken een zorgvuldige afweging en besluiten soms tot verbod van een demonstratie. Zowel in als buiten crisistijd is dat regelmatig koorddansen. 
 

Demonstratie boeren

Toen vorig jaar oktober boze boeren op hun trekkers het centrum van de stad Groningen binnenreden, hield burgemeester Koen Schuiling zijn hart vast.

‘Het ging al mis toen de boeren met hun trekkers de snelweg op gingen, op weg naar de stad. Dat is bij wet verboden. We hadden de Vismarkt opengesteld omdat er veel meer boeren op de demonstratie waren afgekomen dan van tevoren was gezegd. Toen ze vanaf daar oprukten naar het Martinikerkhof was het klaar. In het centrum kun je niet met enorme trekkers rijden. Mensen waren daar niet op bedacht, wat tot levensgevaarlijke situaties leidde. Het enige wat ons restte, was ingrijpen. Het ging om een groepje jonge boeren dat zich extreem opstelde en het daarmee verpestte voor de meer gematigde mededemonstranten. Ik ben ongelooflijk gelukkig dat er geen persoonlijke ongelukken zijn gebeurd.’

Demonstranten schenden regels

Schuiling schetst hiermee in een keer het dilemma waar burgemeesters vaak voor staan. Ze zijn altijd bereid demonstraties goed te keuren, mits de communicatie over onder meer locatie en aantal deelnemers goed is doorgesproken met de organisatie. En belangrijker, protestgroepen moeten zich vervolgens ook aan die afspraken houden, evenals aan de wettelijke randvoorwaarden waaronder een demonstratie mag plaatsvinden: een demonstratie mag niet de gezondheid of de verkeerssituatie in gevaar brengen en niet leiden tot wanordelijkheden ofwel strafbare feiten.  

De boerendemonstratie bracht de verkeersveiligheid in gevaar op de snelweg en in de stad, sloot de route naar universiteitsziekenhuis UMCG af en resulteerde in wanordelijkheden, toen een boer met zijn trekker de deuren van het Provinciehuis ramde. Daarmee werden alle randvoorwaarden geschonden. Deze slechte ervaring van vorig jaar speelde mee bij het besluit om in juli dit jaar gedurende een week geen demonstraties met landbouwvoertuigen toe te staan in de Veiligheidsregio Groningen.

De overheid moet het vertrouwen weer terugwinnen

De voorzitter van de Veiligheidsregio Friesland, die zich in 2019 niet solidair toonde met Groningen, sloot zich nu aan, evenals die van Drenthe. De plaatsvervangend voorzitter van Veiligheidsregio Twente dan weer niet, wat Berend Roorda, gepromoveerd op demonstratierecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, ‘oncollegiaal en geen goed geluid naar buiten’ vindt. Hij is van mening dat de noordelijke veiligheidsregio’s in juli bij het verbieden van protesten met landbouwvoertuigen juist gehandeld hebben op basis van valide argumentatie.

Het is regelmatig koorddansen voor burgemeesters. Uitgangspunt is dat de overheid het recht op demonstreren faciliteert en beschermt. ‘Dat betekent dat de uitingen van een demonstratie zichtbaar en te volgen moeten zijn, op oog- en luisterafstand van het doel waarop het protest zich richt. Het heeft weinig zin om een demonstratie ergens achteraf op een bedrijventerrein te houden. Als burgemeester stel ik de criteria op waaraan een demo moet voldoen, over de inhoud ga ik niet’, zegt Schuiling.

Toch erkent hij het ‘af en toe best een beetje spannend te vinden’. ‘Bij Black Lives Matter verliep vooraf de communicatie stroef, maar pakte de demonstratie uiteindelijk goed uit en werd keurig anderhalve meter afstand gehouden. De actiegroep Viruswaarheid accepteerde de aangewezen plek niet en kondigde aan na afloop de stad in te trekken met vlaggen en toeters. Daar kon ik de RIVM-regels niet handhaven, waardoor ik de demonstratie moest afblazen.’

Invloed sociale media

Er wordt veel gedemonstreerd in Nederland, al verschilt het aantal demonstraties per gemeente enorm. Zo waren er vorig jaar in zowel Den Haag als Amsterdam ruim 1600 demonstraties, terwijl in veel gemeenten misschien jaarlijks één (anti)zwartepietendemonstratie wordt gehouden. De methodes van demonstreren wijken volgens Schuiling weinig af van die in de jaren tachtig. ‘Veel mensen bij elkaar, sprekers en spandoeken.’

Wat anders is, zijn de uitingen eromheen. ‘Via sociale media kun je heel snel heel veel mensen mobiliseren. Zo kan een demonstratie van honderd man binnen de kortste keren uitgroeien tot iets onbeheersbaars, zeker in coronatijd. Dat maakt het echt anders en maakt het verloop moeilijker voorspelbaar.’

Argwaan

Afgelopen jaren zijn volgens jurist Roorda met enige regelmaat te vergaande demonstratiebeperkingen doorgevoerd door de autoriteiten. ‘Daarbij was de focus op veiligheid groter dan die op vrijheid van meningsuiting en demonstratie. Risicobanning speelde hier mee, bijvoorbeeld bij de demonstraties rondom de figuur van Zwarte Piet. Na een jaar van minder afgelastingen in 2019, zien we recent – mede door de coronacrisis – dat er weer meer demonstraties worden afgelast. Op een kleine uitzondering na hebben burgemeesters bij deze recente afgelastingen wel op basis van juiste argumenten de beslissing genomen.’

Via social media kun je heel snel heel veel mensen mobiliseren

Net als Schuiling benadrukt Roorda dat de protestgroepen zelf en met name de organisatoren een belangrijke rol spelen bij het al dan niet door laten gaan van een demonstratie. Goede communicatie tussen alle partijen is daarbij onontbeerlijk. ‘Maar wat je merkt, is dat er veel argwaan richting de autoriteiten bestaat. Dat kan te maken hebben met de voorgaande jaren waarin demonstraties soms werden afgelast om twijfelachtige redenen. Daar lijken de autoriteiten nu de rekening voor gepresenteerd te krijgen. De overheid moet dat vertrouwen weer terugwinnen’, zegt Roorda.

Kennis delen

Niet alleen gezamenlijk optrekken, ook kennis delen is belangrijk voor burgemeesters onderling. De laatste tijd komt er meer landelijke aandacht voor het demonstratierecht en hoe daar als overheid mee om te gaan.

Zo is er het rapport van de Nationale ombudsman uit 2018, en was er vorig najaar tijdens een symposium voor burgemeesters veel aandacht voor de demonstraties rondom sinterklaasintochten en de figuur van Zwarte Piet. ‘Hoe meer kennis, hoe meer bewustzijn’, zegt jurist Roorda. ‘Dat is van groot belang, het gaat om een juiste uitvoering van een grondrecht’. Je weet nooit precies hoe een demonstratie zal verlopen, zegt hij. ‘Als je je te hard opstelt ben je de boeman, maar stel je je te coöperatief op, dan ben je weer te soft. Je ligt hoe dan ook onder een vergrootglas.’

Wat zijn de beperkingsmogelijkheden, hoe ver reikt het demonstratierecht of wanneer komt het demonstratierecht in de knel met andere grondrechten? Met die vragen kloppen burgemeesters nog weleens aan bij de Groningse wetenschapper. Naast het uitleggen van de wet, laat Roorda burgemeesters ook zien hoe bijvoorbeeld verschillende (grond)rechten met elkaar kunnen botsen. ‘Als Pegida tijdens de ramadan voor de ingang van de moskee een barbecue houdt met varkensvlees, dan raakt het demonstratierecht de godsdienstvrijheid. Een anti-abortusdemonstratie bij de ingang van een abortuskliniek raakt de bezoeksters van de kliniek in hun rechten volgens de Wet afbreking zwangerschap.’

Afweging

Elke burgemeester maakt een eigen afweging. Bij anti-abortusdemonstraties kiezen ze bijvoorbeeld voor verschillende juridische aanvliegroutes. Roorda: ‘Sommige burgemeesters vinden dat het aanspreken van individuele mensen, bezoekers van de kliniek, niet valt onder demonstratievrijheid. De Rechtbank Noord-Holland is daar onlangs in meegegaan. Maar het ligt ook aan de opstelling van de protestgroep. De ene anti-abortusgroep is de andere niet. Ze moeten op eigen merites worden beoordeeld. Dat geldt eigenlijk voor elke protestgroep. Voor burgemeesters blijft het maatwerk.’

Het recht om te demonstreren

Jurist Berend Roorda promoveerde in 2016 op het recht om te demonstreren. Hij constateerde dat het grondwettelijke demonstratierecht op acht punten moet worden aangepast. Zo zou de vrijheid om te mogen demonstreren verruimd moeten worden, en zouden demonstranten zelf verantwoordelijkheid moeten dragen voor de openbare orde. Het proefschrift is te vinden op de site van de Rijksuniversiteit Groningen: http://bit.ly/RUGRoorda.