Gemeente Zwolle heeft sinds inwerkingtreding van de Omgevingswet al een aantal omgevingsplanwijzigingen achter de rug. Wat opvalt: voor de techniek maakte de gemeente gebruik van TAM-IMRO, maar juridisch zijn de wijzigingen echt in de geest van de Omgevingswet. De planmakers sorteren voor op hun toekomstige planstructuur in STOP/TPOD en nemen de bruidsschat als vertrekpunt. Erwin Boogmans (juridisch planoloog) en Gerko Grobbe (planregelbeheerder) delen graag hun uitgebreide ervaring en nemen ons mee in hun denkwijze.
4 maart 2025
BOPA: liever niet
Eerst even wat achtergrond. Het project, op de locatie Havezate, waar we het in interview op focussen, betreft de realisatie van nieuwe woonappartementen voor de verhuur. Een deel komt van bestaande woningen, maar het grootste deel wordt gesloopt en opnieuw gebouwd over een periode van acht jaar. “Bij dit project moest iets wegbestemd worden, er moest een functie af worden gehaald”, steekt Grobbe van wal. “Het project werd bovendien in meerdere jaren gerealiseerd dus het leek ons het meest verstandig om een planwijziging te doen, in plaats van te werken met een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA).”
Dit laatste heeft sowieso zelden de voorkeur van de gemeente; dit was ook al zo onder de oude wet. Grobbe vervolgt: “Wij passen liever de planregeling aan. BOPA’s zijn voor gebruikers immers minder inzichtelijk. En dat is niet zo gebruiksvriendelijk, vinden wij.” Waarop Erwin vervolgt: “TAM-IMRO bood ons de mogelijkheid om het plan voor Havezate direct Omgevingswet-proof te maken. Weliswaar gebruiken we de oude IMRO-techniek, maar inhoudelijk doen we het echt in de geest van de Omgevingswet. En waarom zouden we dat niet doen? Het maakt het alleen maar makkelijker om het TAM-plan te zijner tijd te integreren in het uiteindelijke omgevingsplan.”
Geen bewuste keuze
Hoewel de gemeente inmiddels al bij de letter p is aanbeland in hoofdstuk 22, was het in eerste instantie geen bewuste transitiestrategie. Het was enigszins uit nood geboren. Grobbe legt uit: “Wij zijn overgestapt naar een andere leverancier van de plansoftware, waardoor we, simpel gezegd, dus nogal een tijdje zonder gereedschapskist zaten. Dat was één. Ten tweede zaten er nog wat onduidelijkheden en beperkingen aan parallel wijzigen in STOP/TPOD, en we wilden geen risico lopen op ‘gedoe’. En ten derde willen we nog wat langer nadenken over welke structuur van het omgevingsplan nu écht het beste voor ons gaat werken. TAM-IMRO is voor ons een handige tussenoplossing, die we inmiddels erg goed onder de knie hebben.
Terugwerken vanaf het einddoel
De bijsluiter TAM-IMRO en de transponeertabel van de VNG heeft de gemeente zijdelings bekeken, maar veel kwam uit eigen koker. Boogmans zorgde voor een handleiding: “Ik heb formats gemaakt met toelichting over wat er in een TAM-plan hoort. De Omgevingswet zelf en het Besluit kwaliteit leefomgeving gaven al wat structuur over welke thema’s bij een evenwichtige toedeling van functies aan locaties aan bod moesten komen. Dit heb ik samengevoegd met onze eigen ideeën over de structuur van ons omgevingsplan. Het meeste hebben we zelf bedacht.”
De gemeente heeft de bestemmingsplannen en de oude manier van werken bewust naast zich neer gelegd. Grobbe: “De Omgevingswet vraagt gewoon echt wat anders, een nieuwe manier van werken. We zijn voor onze TAM-plannen dan ook niet uitgegaan van bestaande bestemmingsplannen, maar juist van de structuur van wat we stráks willen bouwen in STOP/TPOD, met functies en activiteiten, regels die van algemeen naar specifiek gaan. Met het idee: dan schuiven we de TAM-plannen straks zo makkelijk mogelijk in het uiteindelijke omgevingsplan.”
Schakelen met de bruidsschat
Boogmans: “Een bestemmingsplanwijziging is een trucje dat iedereen in de vingers heeft. Makkelijk om hierop terug te vallen, maar deze werkwijze moet je echt vergeten. Je moet niet proberen weer een nieuw bestemmingsplan te maken; je moet beseffen dat je straks met één omgevingsplan te maken hebt. Dat is een heel andere tak van sport. We zijn daarom echt vanaf nul begonnen met het TAM-plan. Waarbij we constant heen en weer schakelden met de bruidsschat en overige delen van het tijdelijke omgevingsplan.”
Probeer niet een nieuw bestemmingsplan te maken; besef dat je straks met één omgevingsplan te maken hebt. We zijn daarom echt vanaf nul begonnen met het TAM-plan. Waarbij we constant heen en weer schakelden met de bruidsschat en overige delen van het tijdelijke omgevingsplan
De gemeente heeft bouw- en gebruiksregels uiteen getrokken. En vergunningsplichten en beoordelingsregels opnieuw tegen het licht gehouden. En hierbij dus steeds gewerkt vanuit de bruidsschat. Grobbe: “Maakte je vroeger een bestemmingsplan, dan dacht je vaak vanuit bouwen en gebruik en ging je daar regeltjes voor bedenken. Nu beginnen we anders. Met het format dat Erwin heeft gemaakt, scannen we in feite alle relevante thema’s, de uitgangspunten van ons eigen beleid, instructieregels en we analyseren of er planregels nodig zijn in het wijzigingsbesluit. Dan kijk je wat je vast moet leggen, welke werkingsgebieden er zijn voor de regels. En dat bepaalt uiteindelijk de inhoud van het TAM-plan.”
Boogmans vervolgt: “We hebben vooral steeds moeten nadenken of we een bepaalde regel wel echt nodig hadden. En goed moeten checken op dubbelingen ten opzichte van de bruidsschat. Een voorbeeld: wilden we ergens een vergunningsplicht aan hangen, dan moesten we eerst een verbod opnemen en aan de vergunningsplicht weer beoordelingsregels koppelen. Maar bepaalde beoordelingsregels zaten ook al in de bruidsschat. In het TAM-plan hoefden we dan alleen aanvullende beoordelingsregels op te nemen.”
Nieuwe onderwerpen in het omgevingsplan
Ten opzichte van bestemmingsplannen kunnen in een omgevingsplan regels voor nieuwe onderwerpen voorkomen. Iets waar de heren ook tegenaan liepen. Denk aan regels voor beeldkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid. “In het TAM-plan voor Havezate zijn hier planregels voor opgenomen,” vertelt Boogmans. “Dat was best even puzzelen zijn met die nieuwe onderdelen. Leuk als je daarvan houdt, maar een beetje hoofdpijn kun je er wel van krijgen. Zorg dus dat je goed op een rijtje hebt wat er met de verschillende onderdelen bedoeld wordt en wat je er qua juridische regels mee moet in je omgevingsplan. Hierbij doel ik bijvoorbeeld op geluid, en dan specifiek gezamenlijk geluid, zoals dat in de instructieregels van het Bkl wordt genoemd. Hier had ik nog nooit van gehoord, maar blijk je wel iets over te moeten opnemen.”
Grijs gebied
Met TAM-IMRO heb je meer vrijheid in hoe je de verbeelding (de plankaart) opstelt. Die van Zwolle is volledig grijs. Grobbe: “We wilden radicaal afstand nemen van de verbeelding van bestemmingsplannen. Zodat het zowel voor collega’s als voor inwoners duidelijk was dat dit iets nieuws is. Iets wat in samenhang met de bruidsschat gelezen moet worden. We wilden ook niet de illusie wekken dat we al een leesbare plankaart hebben, iets wat je met het gebruik van kleurtjes – wat bovendien meer tijd kost dan alles grijs weergeven – toch al snel suggereert.
Al met al zijn de heren tevreden met hoe het nu loopt. “Het eerste TAM-plan was wel even een bevalling, maar veel kun je ook weer toepassen op andere. Dus je wordt er steeds handiger in.” Voor dit laatste plan hebben de heren ook een consultatie gedaan bij de VNG. Boogmans: “Dat was heel leuk, je merkt ook hoe goed iedereen in de materie zit.” “Inderdaad,” vult Grobbe aan. “Wij bleken bijvoorbeeld beoordelingsregels en aanvraagvereisten een beetje door elkaar gehaald te hebben en dat werd even messcherp uit elkaar gehaald. Mooi was dat.”
Tips en uitdagingen
Zowel Grobbe als Boogmans noemen het doorlopend moeten doorgronden wat nu de relatie is met de bruidsschat als grootste uitdaging van dit project. Grobbe: “Ook voor de toetsers lijkt het me straks een uitdaging om hun beoordelingen in samenhang met de bruidsschat te doen.” Boogmans tipt dan ook om eerst goed bruidsschat in de vingers te hebben. “Dan krijg je inzicht in hoe die is opgebouwd en meer gevoel bij wat je in je omgevingsplan moet regelen en hoe één en ander zich tot elkaar verhoudt. Dit is even een investering in tijd, maar die krijg je dubbel en dwars terug.”
Inzicht verkrijgen in de bruidsschat is een investering in tijd, maar die krijg je dubbel en dwars terug
Maar hij ziet ook een bredere uitdaging dan puur de bruidsschat: “We moeten niet alleen goed kijken naar de bruidsschat, maar zijn überhaupt nog lang niet zo ver dat alle regels op één plek in het omgevingsplan staan. We moeten alle verbindingslijntjes checken, zoals de relatie met regels die in het Besluit kwaliteit leefomgeving staan en in lokale verordeningen – bijvoorbeeld voor het kappen van bomen. We hebben in onze handleiding voor het maken van regels dan ook een checklist met al deze lijntjes opgenomen, zodat we niets vergeten.”
En beide heren kunnen ons allen niet hard genoeg op het hart drukken om vooral niet te blijven ‘vluchten’ in BOPA’s of bestemmingsplanachtige TAM-plannen. Grobbe: “Dan loop je op een gegeven moment vast. En ja, dat gaat je met een heel nieuw TAM-IMRO plan ook gebeuren, maar dat hoort erbij en des te eerder heb je het nieuwe werken en denken onder de knie.” En tot slot: de tijd van individueel sporten is voorbij: we moeten met z’n allen een teamsport gaan uitvoeren. Grobbe: “Eerder kon je vrij individualistisch aan een planwijziging werken, nu vraagt het meer afstemming. Natuurlijk met het omgevingsplan, maar je ook met je collega’s. We werken en leren echt samen. En dat maakt deze nieuwe werkwijze eigenlijk veel leuker.”
Eerder kon je vrij individualistisch aan een planwijziging werken, nu vraagt het meer afstemming. Natuurlijk met het omgevingsplan, maar je ook met collega’s. We werken en leren echt samen. En dat maakt deze nieuwe werkwijze eigenlijk veel leuker
Zelf aan de slag
Raadpleeg de Bijsluiter
Meer informatie van de VNG vindt u in de Bijsluiter TAM-IMRO, met onder meer:
