Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging, en Chris Ravensbergen, directeur van VNG Risicobeheer, spreken elkaar met het oog op het Resilience Congres van 27 maart. Het denkkader van resilience komt van pas in de heksenketel waarin wethouders soms moeten opereren. 

Resilience, is het een hype of een sleutelwoord? Directeur Jeroen van Gool van de Wethoudersvereniging ziet de toegevoegde waarde ervan. ‘Resilience of veerkracht is waar je op bent aangewezen in de grote dynamiek waar wethouders in werken.’

Wethouders moeten een groot palet aan vaardigheden meebrengen

Risicobeheer en het daarmee verwante resilience wint terrein bij wethouders. Twee ontwikkelingen spelen daarbij een rol, vertelt Jeroen in gesprek met Chris Ravensbergen, directeur van VNG Risicobeheer. ‘Aan de ene kant hebben bestuurders te maken met nieuwe taken en verantwoordelijkheden. De effecten van de decentralisaties ijlen nog na en de klimaatopgave, de energietransitie en de Omgevingswet staan voor de deur. Tegelijk is de wereld veranderd. In vroeger tijden was de overheid veel meer dan nu de bepalende factor. Het gezag van de overheid spreekt niet meer vanzelf. In de huidige netwerksamenleving gaan de ontwikkelingen in cocreatie tussen een veelheid aan partijen. Wethouders moeten een groot palet aan vaardigheden meebrengen om in zo’n ingewikkeld speelveld te kunnen opereren.’ Kennis, visie en gevoel voor strategie zijn onmisbaar, maar de meer ‘zachte’ skills zijn net zo cruciaal, zegt Jeroen. 

Opgaven combineren

‘Het ene moment moet je je rug rechthouden en resoluut zijn, het andere verleiden, overtuigen of verbinden. Luisteren, inleven, meeveren. Je moet mensen meekrijgen. Dat geldt ook voor de ambtenaren in je organisatie. Ook zij hebben deze vaardigheden nodig om hun werk goed te kunnen doen.’ Chris Ravensbergen merkt op dat het hele rijtje is te vangen met woorden zoals ‘veerkracht’ en ‘wendbaarheid’. Maar is dat de kern van resilience? ‘Het gaat bij resilience om drie elementen: lokaal inspelen en omgaan met mondiale opgaven zoals klimaat en armoede. Het tweede element is een veerkrachtige gemeenschap, en het derde is buiten de kaders denken. Dat je door het combineren van problemen ruimte creëert voor het vinden van oplossingen. Zoals Daan Roosegaarde de weerstand tegen windmolens wegnam door er een kunstobject van te maken. Hij verbond de wieken van de molens met laserstralen waardoor je een dansend spel van lichtstralen kreeg.’

Slagkracht

Jeroen denkt bij resilience terug aan de grote stroom asielzoekers van 2015. Veel wethouders moesten toen bij wijze van spreken alles uit hun handen laten vallen om alles in goede banen te geleiden en rekening te houden met maatschappelijke druk. ‘Dat verlangde grote veerkracht van de bestuurders en van de lokale samenleving. Resilience is ook het vermogen om een sterk lokaal netwerk van partners te smeden. Van betrokken mensen die elkaar kennen en samen ergens de schouders onder zetten. Zo’n sterk lokaal weefsel bepaalt mede je slagkracht als gemeentelijke organisatie en als gemeentebestuurder.’

Succesverhalen van je collega’s inspireren enorm, sofverhalen nog meer

Politiek risico is voor wethouders ook een dagelijkse realiteit. Op de dag voor het gesprek werd bekend dat een recordaantal van 126 wethouders voortijdig opstapten in 2019. Jeroen wijt het aan de cocktail van grote maatschappelijke problemen en het vergrootglas waaronder bestuurders hun werk doen. ‘Als wethouder doe je het niet snel goed, je handelt in het algemeen belang. In deze tijd van Twitter en Facebook kunnen mensen met een deelbelang zich heel goed organiseren en verstaanbaar maken. Dan lijkt het soms net of hun geluid dat van iedereen is. Mensen nemen niet snel genoegen met ‘nee’ als antwoord, maar soms is dat nu eenmaal niet anders.’

Van elkaar leren

Elkaar treffen op een congres of in een intervisiegroep is prettig om in een ontspannen sfeer te reflecteren op de hectiek en de waan van de dag, reageert Chris. Zijn missie is dat gemeenten veel meer van elkaar leren op het terrein van omgaan met risico’s en crisissituaties, en daarmee een basis te leggen voor een meer wendbare en krachtige organisatie. ‘Ik vind het mooi dat Den Haag en Rotterdam resilience als leitmotiv hebben omarmd. De wethouders Saskia Bruines en Arno Bonte vertellen op het congres hoe ze dit doen. Naast andere superinteressante sprekers.’ Het zou het begin kunnen zijn van een intervisiegroep of – in de hippe termen van nu – een learning lab over resilience. Dit kan voorzien in een behoefte, denkt Jeroen. ‘Elke wethouder kan elk moment van de dag intekenen op drie vergaderingen, in zo’n werkelijkheid moet je af en toe met je benen op tafel. Wat ben ik aan het doen? En hoe? Succesverhalen van je collega’s inspireren enorm. De sofverhalen misschien nog wel meer.’