VNG Magazine nummer 4, 3 maart 2023

Tekst: Annemieke Diekman | Beeld: Remko de Waal/ANP

Bijna alle gemeenten in Nederland hebben vastgelegd dat de burgemeester preventief fouilleren structureel mag inzetten om wapenbezit en geweld tegen te gaan. Toch wordt er relatief weinig gebruik van gemaakt. Etnisch profileren is een van de risico’s.
 

Preventief fouilleren

Hij liep daar in de stad, ’s avonds laat. Plotseling, aan de overkant, zag hij ze staan. Iemand riep: ‘Je hoort niet bij ons’. Mes, steek, pijn.
Het zijn de eerste regels van Zwart Wit. Frank Boeijen schreef het nummer ter nagedachtenis aan de vijftienjarige Kerwin Duinmeijer. Die werd in de nacht van 20 op 21 augustus 1983 neergestoken in het centrum van Amsterdam. Hij raakte ernstig gewond en overleed enkele uren later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De dader was een zestienjarige plaatsgenoot. 
Veertig jaar later vinden er nog altijd steekpartijen plaats onder jongeren. Dat zorgt niet alleen voor groot persoonlijk leed, maar ook voor onveilige straten of buurten. Burgemeesters worstelen met het probleem, dat zich vooral voordoet in de grote en middelgrote steden. Er wordt al jaren volop ingezet op preventie via scholen en sociale media. Influencers worden betrokken, net als straatcoaches en jeugdboa’s. Uit verschillende onderzoeken blijkt echter dat het messenbezit onder jongeren niet daalt, maar juist een stijgende lijn laat zien. Ook lijkt zowel dader als slachtoffer eerder jonger dan ouder te worden.

Steekwapens

Het kabinet heeft mede op basis van deze groeiende trend onder jongeren, oproepen uit de maatschappij en van een aantal burgemeesters eind vorig jaar het Wetsvoorstel messenverbod ingediend. Die wijziging van de Wet wapens en munitie moet zorgen voor het terugdringen van het bezit en het gebruik van steekwapens in de openbare ruimte. Deze wetswijziging moet nog door de Eerste en Tweede Kamer worden goedgekeurd. 
In Nederland mag het instrument preventief fouilleren in principe door gemeenten worden ingezet, mits de gemeenteraad akkoord gaat. Hiervoor is de Gemeentewet in 2002 voor de eerste keer gewijzigd. In 2014 en 2020 werd de wet uitgebreid, onder meer om preventief fouilleren in spoedeisende situaties eenvoudiger in te kunnen zetten en om de wet te moderniseren.
Er zijn grote verschillen tussen het eenmalig spoedeisend inzetten van preventief fouilleren zoals bij onaangekondigde coronademonstraties, of het structureel gebruiken om het wapenbezit terug te dringen. Het eerste is een relatief mild instrument, het tweede roept vaak weerstand op en leidt tot terughoudendheid. Dat blijkt ook uit een evaluatie door Pro Facto in opdracht van het WODC, het kennisinstituut voor het ministerie van Justitie en Veiligheid. 
‘Bijna alle gemeenten in Nederland hebben inmiddels in de APV vastgelegd dat de burgemeester dit middel structureel mag inzetten’, zegt hoogleraar bestuurskunde Heinrich Winter, een van de onderzoekers. ‘Burgemeesters van 68 gemeenten zien het ook daadwerkelijk als een bruikbaar middel. Daarvan is in vijftig gemeenten preventief fouilleren tot nu toe één tot maximaal vijf keer ingezet. Een kleine groep gemeenten gebruikt het frequenter, zoals Rotterdam en Zaanstad. Terugdringen van wapenbezit en daarmee gepaard gaand geweld is bij alle gemeenten het belangrijkste uitgangspunt.’ 

Het is erg lastig meten wat de effectiviteit van preventief fouilleren is

Effectiviteit

Winter: ‘Het is mij opgevallen in het onderzoek dat de meeste gemeenten voorafgaand aan de start van preventief fouilleren geen criteria opstellen, bijvoorbeeld over het aantal wapens dat moet worden binnengehaald of wanneer een fouilleeractie succesvol is. De omvang van het probleem wordt ook niet altijd goed in kaart gebracht. Als die groot is, is een structurele inzet van het middel wellicht meer gerechtvaardigd dan op basis van een enkel incident. Verder is het proces zelf van tevoren vaak niet tot in detail vastgelegd. Dit maakt het erg lastig meten wat de effectiviteit van preventief fouilleren nu is. Rotterdam heeft bijvoorbeeld al jaren te maken met groeiend wapenbezit onder jongeren, en blijft preventief fouilleren daarom structureel inzetten. Ondanks dat het onvoldoende lijkt te helpen. Dat komt mede omdat er geen afweging is gemaakt of het een goed instrument is en of het juist wordt toegepast.’ 

Etnisch profileren

Het instrument heeft volgens Winter aardig wat haken en ogen. Zo noemt hij het risico op etnisch profileren. ‘Geen enkele burgemeester kan garanderen dat dit niet gebeurt. De politie gaat soms onbewust ook af op intuïtie. En daar zit altijd een waardeoordeel in. Dat kan ertoe leiden dat het criterium van aselectief fouilleren niet juist wordt gehanteerd. Stel: je legt vast dat je elke vijfde of tiende voorbijganger apart neemt om te fouilleren en je ziet als politieman al van verre dat het bij nummer zes weleens bingo zou kunnen zijn. Dan is het lastig als vakman/vakvrouw toch nummer vijf te nemen en nummer zes te laten gaan.’ 
Amsterdam stopte eind vorig jaar per direct een proef met preventief fouilleren. In de stad werden ‘enkele onbevoegde wapencontroles’ uitgevoerd, onder meer bij een jongerencentrum buiten de aangewezen gebieden. Ook waren er hier zorgen over etnisch profileren. Daarom werden er in 2021 door de gemeente al burgerwaarnemers aangesteld. Het leidde tot ongemak in de hoofdstad.

Ik gun alle jonge mensen in de gemeente een goede toekomst zonder geweld

Dodelijk slachtoffer

Het risico op etnisch profileren gaf voor GroenLinks in de Nijmeegse gemeenteraad de doorslag om tegen de voorgestelde uitbreiding van preventief fouilleren te stemmen. Ook speelde de vrees voor verdere verharding en polarisering in de maatschappij mee. De uitbreiding is hiermee van de baan omdat een meerderheid in de raad tegenstemde.
‘Natuurlijk signaleren wij ook de toenemende trend van wapenbezit onder jongeren’, zegt Marieke Smit, raadslid voor GroenLinks. ‘Dat horen we ook terug van onze jongerenwerkers. Het heeft al een dodelijk slachtoffer geëist afgelopen september op Plein 1944. Dat is echt verschrikkelijk. Maar mijn partij betwijfelt of dit voorkomen had kunnen worden door preventief te fouilleren in het gebied rondom het plein. Kortstondig fouilleren in noodsituaties en bij dreigende situaties is wel opgenomen in de APV en kan door de burgemeester worden ingezet.’ 
Het risico op etnisch profileren bij preventief fouilleren vindt GroenLinks in Nijmegen simpelweg te hoog. De partij heeft onvoldoende vertrouwen dat de selectie aselectief is. Daarbij verwijzen de tegenstemmers in de raad naar onderzoeken over interne en externe discriminatie bij de politie. Zonder daarbij overigens hun eigens politiekorps hiervan te beschuldigen. ‘Maar de mogelijkheid bestaat wel dat dit gebeurt en dat willen we voorkomen. Daar komt bij dat de kloof tussen blauw en de jongeren op straat niet nog groter moet worden. De politie is harder nodig als helpende hand dan als bromsnor.’ Een ander punt voor Smit is de effectiviteit van dergelijke fouilleeracties. ‘Als er ergens gefouilleerd wordt, gaat dat als een lopend vuurtje rond op sociale media en gaat iedereen die wat te verbergen heeft snel een blokje om.’

Kinderen

Een ernstige steekpartij in Spijkenisse tussen een dertien- en veertienjarige jongen was voor burgemeester Foort van Oosten van Nissewaard de directe aanleiding om preventief fouilleren juist wel in te gaan zetten. ‘Het was afschuwelijk, het ging om zulke jonge mensen, kinderen eigenlijk nog. Dat is echt heel heftig. Steekincidenten waar kinderen elkaar zo zwaar verwonden, al dan niet geïnspireerd door de uit de VS overgewaaide drill rap, kan ik als burgemeester absoluut niet accepteren en toelaten. Ik heb de verantwoordelijkheid de stad te behoeden voor geweld.’ 
De driehoek heeft in Spijkenisse metrostations en een stukje winkelgebied aangewezen als veiligheidsrisicogebied. ‘Preventief fouilleren is voor mij geen doel op zich, ik vind het vreselijk om het in te zetten. Ik staar mij er ook niet blind op, maar ik schroom niet om het te gebruiken als het nodig is. Ik gun alle jonge mensen in de gemeente een goede toekomst zonder geweld.’
Ook Spijkenisse heeft bij aanvang van het preventief fouilleren geen duidelijke doelen gesteld, zodat het effect goed kan worden gemeten. Wel wordt ieder halfjaar gekeken of het preventief fouilleren moet worden verlengd: voldoet het aangewezen gebied nog, zijn er andere hotspots opgedoken en hoeveel incidenten zijn er geweest? Het aantal wapens dat is buitgemaakt speelt geen rol bij de afweging door te gaan of te stoppen met fouilleren. Het aantal incidenten is volgens de burgemeester nog niet afgenomen. Daarom blijft het middel nog nodig.
Dat er tijdens fouilleren kans bestaat op etnisch profileren, erkent Van Oosten, maar hij voegt er aan toe geen enkele aanwijzing te hebben dat dit in Spijkenisse plaatsvindt. ‘Het kan alleen als het echt aselectief gebeurt. De politie is zich daar zeer bewust van.’