VNG Magazine nummer 4, 3 maart 2023

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: gemeente De Ronde Venen

Het correctief referendum is een kleine stap dichterbij gekomen, maar nog altijd ver weg. Een belangrijke les voor gemeenten die een volksraadpleging houden: kies voor een eenduidige vraag.
 

referendum over gemeentehuis De Ronde Venen

In De Ronde Venen wordt dezer dagen niet alleen campagne gevoerd voor de verkiezingen voor provincies en waterschappen, maar ook over de toekomst van het gemeentehuis. Dat is verouderd, niet duurzaam genoeg en voldoet niet meer aan de brandveiligheidseisen. De vraag is: wat nu? Bij het referendum liggen twee opties voor: een ingrijpende renovatie van het bestaande gemeentehuis (kosten: 22,5 miljoen euro) in het centrum van Mijdrecht, of de bouw van een nieuwe gemeentehuis (21 miljoen euro) aan de rand van het dorp, naast het zwembad. Op de oude locatie komt dan ruimte voor nieuwbouw, met daarin ook nog een plek voor een publieksbalie van de gemeente, voor bijvoorbeeld het ophalen van een paspoort of rijbewijs.
Het referendum komt er op initiatief van de lokale partij Ronde Venen Belang. Die ging de gemeenteraadsverkiezingen in met de slogan ‘Jij mag het zeggen’ en werd vorig jaar met afstand de grootste partij. Lijsttrekker Maarten van der Greft werd in het nieuwe college wethouder Inwonersparticipatie. ‘De discussie over het gemeentehuis speelt al een jaar of tien in De Ronde Venen,’ zegt Van der Greft. ‘Toen wij de verkiezingen wonnen, met het referendum als een van de speerpunten, was dit het meest logische onderwerp om een referendum over te houden. Dit is het meest geschikte onderwerp.’
Referenda zijn belangrijk, zegt Van der Greft, ‘omdat we als lokale overheid willen luisteren naar onze inwoners en hen willen betrekken bij het uitwerken van onze plannen. Het referendum is daarmee het sluitstuk van ons inwonersparticipatiebeleid.’

Wetsvoorstel
Het referendum is opnieuw actueel nu de Tweede Kamer in februari het initiatiefwetsvoorstel van SP-Kamerlid Renske Leijten aannam waarmee het correctief referendum in de Grondwet wordt vastgelegd. ‘Een groeiende groep mensen voelt zich niet vertegenwoordigd door de politiek en beleidsmakers’, stelt Leijten. 
Met het aannemen van het voorstel is het voorstel om het correctief referendum in de Grondwet te verankeren nog geen wet. Mocht het aangenomen worden in de Eerste Kamer, dan volgt er na de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen, normaliter in 2025, een tweede lezing. Daarbij is een tweederdemeerderheid nodig. In de Tweede Kamer gaat het dan om honderd van de honderdvijftig zetels. Op dit moment is die meerderheid er niet; de teller bleef staan op 86 zetels.
De Kamer schrapte in het wetsvoorstel wel de verplichting voor gemeenten en provincies om een correctief referendum mogelijk te maken, door de optie facultatief te maken. Dat was overigens ook de wens van de VNG.

Waarom zou je een duidelijke uitslag naast je neerleggen?

Van der Greft is in principe voorstander van een correctief referendum. Tegelijk maakt het voor de voorstanders van het referendum eigenlijk niet uit welke vorm die volksraadpleging heeft. ‘Als het advies duidelijk is, volgen de voorstanders het toch wel op’, zegt hij. ‘Waarom zou je een duidelijke uitslag naast je neerleggen?’
Een belangrijke les bij het referendum, zegt Van der Greft, is dat je de kiezers een duidelijke keuze voorlegt. Renovatie of nieuwbouw van het gemeentehuis, bijvoorbeeld, wel of geen rondweg, of een gemeentelijke herindeling. ‘Een ingewikkelde vraag is niet geschikt voor een referendum. De belangrijkste les is: houd het simpel.’

Afvalbeleid
Zoetermeer hield gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar een raadgevend referendum over het afvalbeleid. De stembusgang werd aangevraagd door de inwoners, op basis van de daarvoor in de APV vastgestelde regels. In de campagne in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen en het referendum ging het in Zoetermeer haast alleen over het afvalvraagstuk.
De uitslag was op het eerste oog glashelder: met een opkomst van 51,9 procent stemde 81 procent tegen het beleid. De gemeenteraad vroeg na de uitslag het college om de plannen in te trekken, hetgeen ook gebeurde. Zoetermeer broedt sindsdien op een nieuw beleid.
Toch heeft VVD-raadslid Berend Aptroot geen goede herinneringen aan de stembusgang: ‘De vraag was veel te breed. Het afvalbeleid werd op alle fronten vernieuwd. Inwoners moesten meer afval gaan scheiden, zouden meer containers in de tuin krijgen en zouden moeten betalen per zak of kilo afval. Dit was zo complex dat het eigenlijk niet referendabel was.’
Want het afvalplan werd weliswaar ruim verworpen, er zijn volgens Aptroot ‘geen eenduidige redenen aan te wijzen waarom mensen tegen hebben gestemd. We moeten nu terug naar de tekentafel, maar we weten door welke aspecten de inwoners tegen dit plan waren.’ Die onduidelijkheid is de reden waarom Aptroot in beginsel tegen referenda is. ‘De vraagstukken zijn vaak te complex. We hadden beter een enquête kunnen houden. Dan kun je beter uitvragen welke onderdelen inwoners wel goed vinden en welke niet.’
De campagne in De Ronde Venen begint ondertussen op stoom te komen, zegt Van der Greft. ‘Ik spreek steeds meer mensen die het erover hebben.’ De gemeente adverteert in de lokale media over het referendum en verspreidt flyers om mensen te wijzen op de stembusgang. Wanneer is hij tevreden? ‘Als de opkomst goed is, er een duidelijke uitslag ligt en de raad uiteindelijk een besluit neemt.’