Alle VTH’ers (inclusief dienstverlening) moeten vanaf inwerkingtreding van de Omgevingswet de wetgeving kunnen toepassen op concrete initiatieven. De grondslagen van de wet zijn veranderd, er zijn meer voedingsbodems voor regels dan in het huidige systeem. Daarom is het belangrijk dat er goede juridische expertise is, en dat toezichthouders en handhavers ook goed worden opgeleid. Deze kennis over de wetgeving, het DSO en het proces moet verankerd worden in de lijnorganisatie.

Ook verwachten we dat door nog meer naar algemene regels verschuift, onlosmakelijke samenhang wordt losgelaten en er een combinatie is van vergunningen, meldingsplichten, informatieplichten, algemene regels en zorgplicht de gemeente en omgevingsdiensten zeker in de beginperiode moeten investeren in initiatiefnemers en belanghebbenden meenemen in de nieuwe/andere regels. Immers het kennen van de regels is een belangrijke randvoorwaarde om überhaupt te kunnen voldoen aan de regels, ook al ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de initiatiefnemer. Zeker bij de inwerkingtreding zal alles nog verwerkt zijn in het DSO en moeten mensen ook wennen aan die nieuwe overgang en is de vraag wat u redelijkerwijs kunt vragen van wat een inwoner minimaal moet weten.

Wat kan de gemeente nu al doen?

  • Opstellen van een opleidingsplan voor juridische expertise.
  • Beschikbaar maken van kennis en expertise van het maken van toepasbare regels.
  • Het proces en content voor het DSO inregelen en ermee oefenen.
  • Op basis van de werkende processen zijn competentieprofielen ontwikkeld. Op basis daarvan kunt u nader bezien welke opleiding specifiek nodig is.