VNG Magazine nummer 2, 18 februari 2022

Tekst: Leo Mudde

De wethouder is vaak het boegbeeld van een partij. Niet zo gek dus dat ze bij verkiezingen voor de gemeenteraad vaak de lijsttrekker zijn. Maar als ze helemaal niet in de raad willen, wat dan?
 

Poster bushalte

Luttele weken voor de verkiezingscampagne zou beginnen, barstte de bom bij Lokaal Belang in Zevenaar. Vier van de tien fractieleden stapten op en begonnen een nieuwe partij. De vier waren het niet eens met de onverkiesbare plaatsen waar de huidige wethouders op zouden komen.
Lijsttrekker Harry Staring is er nog ziek van. ‘We hadden alle procedures gevolgd, de ledenvergadering was akkoord gegaan met de lijst. De wethouders stonden laag, dat klopt, maar dat hoefde toch niet te betekenen dat ze geen wethouder meer konden worden? Wethouders hoeven niet eens op een kieslijst te staan. Die worden na de verkiezingen gezocht.'

In Haarlem trekt Floor Roduner de lijst van de PvdA. Hij is nu wethouder en wil dat graag blijven. Mocht zijn partij na 16 maart in de oppositie komen, dan wordt hij géén raadslid, kondigde hij al in een vroeg stadium aan – net als vier jaar geleden overigens. Want, liet hij het Haarlems Dagblad optekenen: ‘De kiezers stemmen ervoor wie de bestuurders worden van de stad.’ In Den Haag gebeurt het ook, was zijn verdediging: premier Rutte was lijsttrekker van de VVD maar was geen moment van plan in de Tweede Kamer te gaan zitten, als de VVD buiten de boot zou zijn gevallen. ‘Ik denk niet dat de kiezer dat raar vindt.’
Het kwam Roduner, die via zijn woordvoerder laat weten geen behoefte te hebben aan een toelichting, te staan op een flinke oorwassing door John Bijl, directeur van het Periklesinstituut en onvermoeibaar strijder voor politieke zuiverheid in het gemeentebestuur. In een ingezonden brief liet hij weten dat een stem op Roduner ‘moreel-ethisch volstrekt onverantwoord’ zou zijn: ‘Zelf wil hij het raadswerk niet uitvoeren, dus een kiezer moet wel van bijzonder sadistische aard zijn om zijn stemgerechtigheid op te offeren om Roduner een verantwoordelijkheid te geven die hij zelf niet wil dragen. Bij de komende verkiezingen kiezen we raadsleden, geen kandidaat-wethouders. Feitelijk maakt de PvdA misbruik van het wethouderschap. Ten koste van de gemeenteraad.’

Het is geen uitzondering, wethouders die als lijsttrekker verkozen willen worden voor de gemeenteraad, maar niet in de raad willen. Bijvoorbeeld in Dongen, waar wethouder Petra Lepolder de VVD-lijst aanvoert maar alleen in de lokale politiek actief wil blijven als wethouder. Zij reageerde niet op een verzoek om aan dit artikel mee te werken. 

In veel raden is nog altijd sprake van institutioneel monisme

Reclamezuil

Is het eigenlijk niet gewoon kiezersbedrog, jezelf de gemeenteraad in laten stemmen maar vervolgens niet in die raad zitting willen nemen?
‘Zelf zou ik dat woord niet gebruiken, maar er zit wel iets in’, zegt Tom van der Meer, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in onder meer politiek vertrouwen en kiezersgedrag. ‘Een kandidatenlijst is geen reclamezuil, maar die wordt in ons stelsel de facto wel zo gebruikt.’
Voor Van der Meer is het allemaal niet zo ingewikkeld: ‘Als je geen enkele intentie hebt om de raad in te gaan, dan moet je niet op de lijst gaan staan. Niet bovenaan en ook niet onderaan, als lijstduwer. Een lijst voorleggen aan de kiezers betekent: dit zijn mensen die de raad in willen. Als je geen kandidaat bent voor de gemeenteraad, heb je niks te zoeken op een kandidatenlijst.’
Wethouders zijn in de praktijk de boegbeelden van een partij. Zij komen vaak in het nieuws en profileren zich met de projecten die onder hun verantwoordelijkheid zijn gerealiseerd. Hun partijen profiteren van hun bekendheid. Dat is wat John Bijl bedoelde met ‘misbruik maken’ van het wethouderschap. 
Dat die wethouders zich graag laten misbruiken, begrijpt Van der Meer wel. ‘Als hij dan in het college komt, is zijn positie versterkt door het mandaat dat hij van de kiezer heeft gekregen, met al die stemmen die op hem zijn uitgebracht. En als je partij geen wethouder mag leveren, dan ben je weg en laat je je partijgenoten met een kleiner mandaat achter. Dus de positie van de wethouder ten opzichte van mensen uit zijn eigen partij wordt eigenlijk alleen maar versterkt. Dat lijkt me onwenselijk.’

Lastige worsteling

Het is een lastige worsteling, erkent Van der Meer. ‘Omdat in veel plaatsen de lokale media schaars zijn, moet je als partij vechten om aandacht. Als je dan een wethouder als kopstuk hebt, zal die het beter doen in de communicatie naar de achterban. Degene die voltijds met politiek bezig is, de wethouder dus, zal vaker in beeld komen. En laten we eerlijk zijn, de vijver waaruit kandidaten kunnen worden gevist, is niet heel groot. Dan is het wel prettig als je een kopstuk op nummer 1 kunt zetten.’
Een bijkomend dilemma is dat er in een versplinterd partijstelsel geen duidelijke link is tussen uitgebrachte stemmen en deelname aan de coalitie, zegt hij. ‘Suggereren dat kiezers bepalen wie wethouder wordt is ook daarom problematisch. Coalitieformatie is in belangrijke mate een onderhandeling tussen partijen. De grootste partij kan buiten de boot vallen; een kleintje kan noodzakelijk blijken om een meerderheid te behalen.’

Monisme

Sinds het dualisme in 2002 in het gemeentebestuur werd ingevoerd, zijn wethouders geen lid meer van de gemeenteraad. Wethouders worden benoemd door de raad en zitten namens die raad, of de meerderheid daarvan, in het college. Twintig jaar later is de praktijk vaak nog allerminst dualistisch, constateert Van der Meer. ‘In veel raden is nog altijd sprake van institutioneel monisme. Het college en de coalitiepartijen trekken dan gezamenlijk op, waarbij de leiding vaak bij het college ligt in plaats van bij de raad die het politieke primaat zou moeten hebben.’
Als het om een cultureel probleem gaat, dan moet in de bestuurscultuur ook de oplossing worden gezocht. Van der Meer: ‘De norm dat dit niet hoort, zou herbevestigd moeten worden. Het probleem zit niet bij gemeenten, ook niet per se bij de wethouders of de raadsleden. Het dualisme wordt doorbroken door de keuzes die politieke partijen maken. Op korte termijn levert de wethouder als nummer 1 op je lijst je waarschijnlijk meer stemmen op. Wie heeft er dan baat bij om daar stelling in te nemen?’

Voor veel mensen is het onderscheid tussen wethouder en raadslid niet helder

Venray

Anne Thielen staat in Venray bovenaan de kandidatenlijst van het CDA. In juni vorig jaar trad zij af als wethouder, tegelijk met haar partijgenoot die na een motie van wantrouwen het veld moest ruimen. Omdat ze niet verder wilde in de politieke afrekencultuur van toen. Nu zegt ze terug te willen keren als wethouder. Maar moet dat via de kandidatenlijst?
Thielen: ‘De Venraynaren kennen mij als wethouder en ik wil ook wel duidelijk laten zien wat mijn ambitie is. Bij verkiezingen kiezen onze inwoners hun politici, of in ieder geval de mensen die ze daarvoor betrouwbaar en geschikt achten. Voor veel mensen is het onderscheid tussen wethouder en raadslid niet helder. Die kiezen gewoon voor mensen van wie zij vinden dat ze geschikt zijn om de gemeente te besturen. Daarom vind ik ook dat wethouders zeker lijsttrekkers mogen zijn. Het is niet gek dat inwoners daar ook iets over te zeggen hebben.’
Overigens is Thielen best bereid de raad in te gaan, mocht haar partij geen wethouder leveren. Ook voor de volle vier jaar? ‘Dat kun je nooit zeggen, maar ik wil wel de fractie gaan leiden. Ik ben nog maar kort wethouder geweest en denk dat ik ook vanuit de raad een goede inbreng kan leveren. Maar ik kan me ook voorstellen dat je, als je acht of twaalf jaar wethouder bent geweest en je hebt die bestuurlijke mindset, dat het lastiger is om daarna als raadslid je inbreng te doen. Je kent de dossiers, weet van de hoed en de rand. Dat kan positief zijn, maar ook negatief uitwerken omdat je dan ineens als laatste in de besluitvorming aan de beurt bent en het je dan kan gaan tegenstaan. Wil je dat? Daar moet je goed over nadenken.’

Capelle

In Capelle aan den IJssel is Ans Hartnagel zo’n wethouder met twaalf dienstjaren. Haar partij Leefbaar Capelle levert al sinds 2002 onafgebroken wethouders af en het moet gek lopen wanneer dat na 16 maart verandert. Maar stel dat het ondenkbare gebeurt en Leefbaar belandt in de oppositiebankjes, wat doet de gelouterde wethouder annex lijsttrekker dan? Hartnagel: ‘Ik vind het fantastisch om wethouder te zijn. Het is al twaalf jaar lang heerlijk om te doen. Maar ook in de raad kun je nog mooie dingen voor je gemeente blijven doen, de mensen weten je ook dan te vinden. Dus op de vraag of ik bereid ben in de raad te gaan, zeg ik volmondig ja.’
Als ze alleen als wethouder terug had willen keren, dan zou ze niet op nummer 1 gaan staan. ‘Dat vind ik niet netjes. De eerste op de lijst is normaal gesproken de stemmentrekker. Je kunt het dan niet maken om geen raadslid te worden. Dan zeg ik: ga op een andere plek staan, maar niet op 1.’

Verkiezingen 2022

Dit is een artikel in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022.