VNG Magazine nummer 2, 18 februari 2022

Tekst: Pieter van den Brand | Beeld: gemeente Utrecht

Het inzamelen van afval kan efficiënter, net als het schoonhouden van steden en wijken. Diverse gemeenten werken met ICT aan nieuwe manieren om het afval op een slimme manier op te halen. ‘De sensoren worden alleen maar beter.’
 

Afvalmanagement

De acht gemeenten die meedoen in Twente Milieu begonnen in 2018 als eerste met ‘dynamisch inzamelen’. Het voorbeeld deed tal van gemeenten volgen. De ongeveer 1300 ondergrondse containers voor restafval en gft in de Twentse regio geven een seintje als ze bijna vol zitten. Ook ‘meldt’ de container zich bij een bepaald aantal klikken of openingen van de trommel. Speciale software neemt al deze afvalbakken mee in de routeplanning.

‘De containers die meer dan tachtig procent vol zitten, worden zeker geleegd. De tussen de zestig en tachtig procent volle containers mogen mee, maar dat hoeft niet per se’, licht coördinator Raymond Degenhart toe. ‘Per voertuig kunnen we een zo efficiënt mogelijke route berekenen. Het aantal uren dat we kwijt zijn aan het legen van onze containers hebben we drastisch terug kunnen brengen, terwijl het gemiddeld gewicht per lediging enorm is toegenomen.’

De dynamische routeplanning levert een besparing op inzamelkosten en brandstofverbruik van circa twintig procent, schat Degenhart. ‘Onze chauffeurs waren in het begin sceptisch. Maar dit is veel efficiënter. Bij sommige containers hoef je niet elke week te zijn.’ 
Niet alleen in Twente, ook andere gemeenten onderzoeken mogelijkheden om het afval slimmer op te halen. De volgende stap in dynamisch inzamelen is het verrijken van alle informatie met satellietgegevens. Een consortium van de gemeenten Amersfoort en Haarlemmermeer met een aantal inzamelaars en tech-leveranciers onderzocht dit ‘HelloBin’. Het project werd gesubsidieerd door ruimtevaartorganisatie ESA die de toepassing van aardobservatietechnologie wil stimuleren om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. ‘Satellieten geven een uiterst actueel en betrouwbaar beeld van het wegenpatroon’, vertelt directeur Leon Hendriks van HelloBin-trekker AeroVision, dat overheden ondersteunt bij het gebruik van geo-informatie. ‘De wegenpatronen in routeplanningssystemen worden immers niet elke dag bijgewerkt. Voor het kaartenmateriaal worden doorgaans één keer per jaar luchtfoto’s gemaakt. Intussen is er daar weer een rotonde bijgekomen en is elders een weg permanent dicht. Met satellietdata maak je een nog efficiëntere routeplanning.’

Het project wees echter uit dat de behoefte onder inzamelaars gering was. Wel bleek er grote belangstelling te zijn voor een compleet andere tak van sport: het beheer van de openbare ruimte en groen. Hendriks legt uit: ‘Satellieten kunnen de bladgroei en vitaliteit van bomen detecteren en monitoren. Hiermee valt straatsgewijs van elke boomsoort te voorspellen wanneer het blad valt. Zoiets kan van jaar tot jaar flink verschillen. Op basis hiervan kun je de reinigingsdienst gerichter aansturen. Vaak wordt er te laat geveegd en moet het rioolontstoppingsbedrijf eraan te pas komen. Ook kunnen verstopte rioolkolken voor extra wateroverlast op straat zorgen, als het flink regent. Op basis van satellietgegevens kun je exact uitrekenen wanneer en hoe intensief je moet vegen. Zo kunnen gemeenten kosten besparen.’

Ook het groen op het terrein van particulieren is met de satelliet te volgen. ‘Je weet dan vooraf wanneer je vollere gft-bakken kunt verwachten of een grotere drukte op de milieustraat’, zegt Hendriks. Hij wil de potentie van biomassa-analyse met satellietwaarnemingen in een vervolgproject uitwerken.

Buizensysteem
Aan de afvalinzameling in de Sluisbuurt op het Amsterdamse Zeeburgereiland komt straks bijna geen transport meer te pas. In de nog te bouwen wijk met woonflats, scholen en bedrijvigheid – oplevering voorzien voor 2030 – ‘verdwijnt’ het afval in een ondergronds buizensysteem. Bewoners kunnen 24/7 hun restafval, oud papier en groente-, fruit- en etensresten kwijt in aparte inwerpzuilen op de begane grond bij de entree van hun flat. Net als bij dynamisch inzamelen geeft het systeem zelf aan wanneer de lokale opslag in het gebouw vol zit. Het afval wordt vervolgens via het ondergrondse leidingstelsel naar een terminal enkele kilometers verderop gezogen. Van daaruit gaat het voor verder transport naar de afvalverwerking.
‘Er komen veel woningen op een klein stukje. Het beslag op de openbare ruimte willen we voor de bewoners zo klein mogelijk houden, op zo veel mogelijk groen na’, zegt Huib van Herrewegen, vanuit de gemeente Amsterdam bij het afval- en grondstoffenprogramma in de nieuwe wijk betrokken. ‘De wijk wordt autoluw en is alleen bedoeld voor wandelaars en fietsers. Dat was de aanleiding om naar een ander afvalsysteem om te zien. Er zijn veel minder rijbewegingen nodig. Al het afval wordt in de gebouwen zelf ingezameld. Het systeem draagt bij aan afvalscheiding. We verwachten aanzienlijk minder bijplaatsingen en zwerfafval zijn.’

Amsterdam heeft voor een open systeem gekozen. De gebouweigenaren kunnen hun deel van het systeem zelf aan laten leggen, zodat het volledig in hun ontwerp past, legt projectleider Martin de Koning uit. ‘Zo zijn ze nadrukkelijk bij het systeem betrokken. De hoofdaannemer ziet toe op de correcte aansluiting tussen het inpandige deel en de overige infrastructuur.’
De hoofdaannemer is een Fins bedrijf, dat ook het beheer en onderhoud van het hele systeem (voor 25 jaar) voor zijn rekening neemt. In Nederland liet Almere in 2003 al een vergelijkbaar systeem aanleggen. Drie jaar later kwam eenzelfde systeem bij twee kantoortorens in het vernieuwde stationsgebied van Arnhem. Door de binnenstedelijke verdichting en de woningbouwopgave krijgt het systeem vijftien jaar later nieuwe kansen. ‘Uiteraard gaan we de bewoners goed begeleiden in het scheiden van hun afval. We hopen dat iedereen zal ontdekken hoe prachtig dit systeem is’, zegt Van Herrewegen.

Blockchain
Technisch vernuft in de overtreffende trap tooit zich met de naam ‘blockchain’. Utrecht liet studenten van de plaatselijke hogeschool uitzoeken of het met deze technologie meer grip kan krijgen op zijn afvalstromen. Een blockchain is een digitaal transactieplatform. Alle partijen in een keten leggen in één online register hun handelingen vast. Dat gebeurt met informatieblokken, die in een ketting met eerdere en latere transacties worden bewaard (de blockchain). Bij de inzameling en verwerking van afvalstromen is het zo mogelijk de data van de tientallen transporteurs, tussenpartijen en eindverwerkers in één transparant informatiesysteem in te zien. Allemaal moeten ze aan de blockchain, bijvoorbeeld via een app, terugmelden wat er met partijen afval is gebeurd. Dat levert een waterdicht systeem op. Nu voeren deze bedrijven een eigen administratie en heeft de gemeente weinig zicht op de keten. Ook de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de provincie (het bevoegd gezag voor afvalverwerkingsbedrijven) zouden afvalstromen dan beter kunnen volgen.

We verwachten aanzienlijk minder bijplaatsingen en zwerfafval

Theoretisch klinkt het inderdaad als een klok, maar tot een vervolg kwam het niet, laat projectleider Dick Joosten van de gemeente Utrecht weten. De wens was een tweede groep op ICT gerichte afstudeerders de blockchain in de praktijk te laten testen met een dummyregister. ‘De kosten voor de pilot dreigden te hoog te worden. Het concept werkt alleen als inzamelaars eraan meewerken. Om hen zover te krijgen, is een wettelijke basis nodig. We hebben hierover gesproken met de ILT en duidelijk was dat dit niet binnen afzienbare termijn gaat gebeuren. Daarna hebben we nog gekeken of zo’n systeem voor onze interne registratie zinvol is. Een traditionele ICT-oplossing is echter voldoende.’