VNG Magazine nummer 9, 12 mei 2023

VNG Logo

Veel mensen buiten de Randstad voelen zich vergeten en achtergesteld. Vooral in de kleinste gemeenten op het platteland is er grote onvrede, maar ook in sommige grote steden (Enschede, Almelo, Assen, Maastricht, Almere) en bínnen de Randstad – rond Rotterdam/Schiedam en Zaandam/IJmuiden – voelen mensen zich niet gehoord en vergeten door de overheid.
In vergelijking met inwoners van steden als Amsterdam en Utrecht, waar veel meer vertrouwen is in de overheid, voelen plattelanders zich niet vertegenwoordigd door de politiek en ervaren zij economische achterstand. Tussen dit Randstadvertrouwen en de plattelandse ontevredenheid bevinden zich de kleinere Randstadgemeenten binnen en de grote steden in de ‘periferie’ (gezien vanuit het ‘centrum’). Maar het anti-systeemsentiment is veel complexer dan de tegenstelling stad-platteland. Inwoners van Groningen, Leeuwarden, Tilburg en Nijmegen voelen zich vaak gehoord en begrepen.

Mensen vergelijken zichzelf met anderen en met een ideaalplaatje

Ook binnen steden zien we flinke verschillen en die zijn vaak groter dan verschillen tussen stad en platteland. Vooral in stedelijke ‘bloemkoolwijken’, zoals Josse de Voogd clusters van goedkope jarentachtigwoningen noemt, zien we het ressentiment groeien. Niet dat deze middengroepen het daadwerkelijk slecht hebben, maar de decennialange bezuinigingen hebben het publieke domein verschraald, voorzieningen zijn weggevallen terwijl de kosten van het levensonderhoud stijgen. Het inkomen houdt geen trend met die kostenstijgingen, zeker nu boodschappen, energie, zorg en kinderopvang veel duurder zijn geworden. Wijdverbreid is het gevoel dat er geen sociale stijging of economische verbetering meer mogelijk is, dat verder economisch verval eerder waarschijnlijk is en dat kinderen het in de toekomst slechter zullen hebben dan hun ouders. Dat vreet aan het systeemvertrouwen.
De ervaren positie in de samenleving is meer dan alleen woonplaats en inkomen. Mensen vergelijken zichzelf met anderen en met een ideaalplaatje. Er is een brede middenklasse die zich vermorzeld voelt tussen een zeer welvarende, maar kleine bovenlaag die zich alles kan veroorloven en steeds openlijker met haar rijkdom koketteert en een onderklasse waar het geplette midden steeds meer op gaat lijken omdat ze ook moeite heeft met financieel rondkomen.
Dat gevoel van ‘met mij gaat het slechter dan met anderen’ vertaalt zich in een politieke visie op de samenleving. Velen in de vermorzelde middenklasse hebben een gevoel van achteruitgang en machteloosheid en voelen zich aangetrokken tot extreme politieke krachten die zich steeds openlijker keren tegen het establishment en het ‘systeem’. Ongelijkheid en hiërarchie in samenlevingen zijn onvermijdelijk, maar als die verschillen te groot zijn en als oneerlijk worden ervaren, hebben we allemaal een probleem.

André Krouwel is oprichter van Kieskompas en werkt als politicoloog aan de Vrije Universiteit: andre.krouwel@vu.nl, @AndreKrouwel