VNG Magazine nummer 9, 12 mei 2023

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Henriëtte Guest

The New York Times noemde haar al eens als voorbeeld van een sterke vrouwelijke regeringsleider. Voor Evelyn Wever-Croes is het simpel: als vrouwen klagen dat er geen rekening met hen wordt gehouden, dan moeten ze niet aan de kant blijven staan.

Evelyn Wever-Croes

De coronapandemie liet ook op Aruba, Curaçao en Sint Maarten haar sporen na. Toen werd duidelijk dat de bestuurskracht van ‘de Landen’, zoals ze officieel binnen het Koninkrijk worden genoemd, te wensen overliet. Met bilaterale onderlinge regelingen werkten ze samen met Nederland aan noodzakelijke hervormingen. Begin april werd de juridische basis hiervan bekrachtigd. De minister-presidenten van de Landen kwamen daarvoor naar Den Haag om met staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) hun handtekening te zetten onder afspraken over duurzame samenwerking in de publieke sector, maar ook over hervormingen in het onderwijs, de zorg en de versterking van de rechtsstaat.

We kunnen nu tenminste práten over onze meningsverschillen

Een dag later kijkt minister-president Evelyn Wever-Croes van Aruba in een gesprek met VNG Magazine met een goed gevoel terug op die bijeenkomst. Ze vindt de afspraken een ‘mooi product op alle fronten’. Vooral het feit dat de Landen de ruimte krijgen om de hervormingen zelf aan te pakken, zonder dat Den Haag steeds over hun schouders meekijkt, stemt haar tevreden. Ze noemt het zelfs ‘historisch’, zoals het ook ‘historisch’ is dat de Landen voor het eerst samen het proces hebben opgepakt. ‘We hebben elkaar gevonden in wat ons bindt, niet gefocust op de verschillen. Dat is gelukt, blijkbaar wijkt de uitkomst niet veel af van wat Nederland acceptabel vindt, want we zijn eruit gekomen.’

Vertrouwen

Sinds Aruba in 1986 een autonoom land binnen het Koninkrijk werd, gevolgd door Curaçao en Sint Maarten in 2010, varieerden de betrekkingen met Den Haag van redelijk tot koel. Echt warm was de relatie nooit, maar dat lijkt nu te veranderen. ‘We kunnen nu tenminste práten over onze meningsverschillen’, zegt Wever-Croes. ‘Vertrouwen opbouwen kost tijd. Helaas heeft de pandemie ons in alle opzichten verzwakt, waardoor het in Nederland kon overkomen alsof we niet betrouwbaar zijn. We werken er nu heel hard aan om te laten zien dat we wél een betrouwbare partner zijn.’
Op de eilanden horen ze de kritische geluiden ook, met als dieptepunt de suggestie van PVV-leider Geert Wilders om de Antillen op marktplaats.nl te zetten. ‘De hoogste bieder mag ze hebben’, zei hij in 2007 in het AD. Dat is alweer lang geleden, maar het sentiment dat de eilanden niet betrouwbaar zijn sluimert nog altijd. Onterecht, zegt Wever-Croes. ‘Ik denk dat het niet opzettelijk is, maar dat het voortkomt uit gemis aan informatie. Als mensen zich beter verdiepen in de historie van Aruba, zullen ze ons beter begrijpen.’
Haar land, met nog geen 110.000 inwoners vergelijkbaar met gemeenten als Venlo en Ede, heeft maar één bestuurslaag die verantwoordelijk is voor wat in Nederland wordt verdeeld onder rijk, provincies en gemeenten. ‘Dat maakt het wel gecompliceerd. En dan hebben we ook nog eens gebrek aan mensen en middelen, specifieke problemen waarmee men in Nederland niet de hele dag mee te maken heeft. Ik kan me dan wel voorstellen dat men een verkeerd beeld van ons krijgt. We proberen dat bij te stellen door met onze succesverhalen naar buiten te treden.’

Water

Het groeiend zelfbewustzijn van Aruba kwam goed tot uiting in maart dit jaar, toen Wever-Croes de wereld toesprak op de VN-Waterconferentie in New York. En op het moment dat dit blad bij de abonnees op de mat valt, is ze gastvrouw van een samen met Nederland georganiseerde internationale klimaatconferentie, over de gevolgen van de klimaatverandering voor kleine eilandstaten. Nederland en Aruba willen van de eilanden in het Caribisch gebied een voorbeeld maken voor de klimaataanpak. In september vorig jaar bleek uit onderzoek van de Vrije Universiteit dat een vijfde deel van Bonaire aan het eind van de eeuw mogelijk onder water staat als gevolg van de zeespiegelstijging, en dat koraalriffen verdwijnen en hittegolven gaan toenemen.
Aruba en Curaçao bevinden zich in een vergelijkbare situatie. Wever-Croes: ‘Water is onze achtertuin. Klimaat en water raken ons direct, daarom was het goed dat ik in New York het woord kon voeren. Omdat we als onderdeel van het Koninkrijk geen stem hebben in de VN, grijpen we elk internationaal platform aan om dit naar voren te brengen. Dat zeggen we ook tegen onze Caribische buren: houd de grote landen aan de afspraken, anders gaat het mis.’
In New York kon Aruba al wat successen laten zien: ‘We hebben de beste kwaliteit drinkwater, dankzij onze ontziltingsinstallaties. En het is 24/7 beschikbaar voor iedereen, dat is niet op alle eilanden in het gebied vanzelfsprekend. Maar we hebben ook onze uitdagingen met water, zoals de rioolzuivering.’

Klimaat

Samen met het KNMI werkt Aruba nu aan het opstellen van een klimaatkaart, aan de hand waarvan de plannen voor klimaatadaptatie kunnen worden aangepast. Het krijgt daarvoor (nog) geen steun van Nederland, maar Den Haag staat daar wel voor open, denkt Wever-Croes. ‘Dat we nu nog niet voldoende steun krijgen, ligt ook aan ons. De adaptatieplannen zijn nog niet af. Zodra die klaar zijn, gaan we kijken waar we steun kunnen krijgen.’


Water is onze achtertuin. Klimaat en water raken ons direct

Anders dan Bonaire, een bijzondere gemeente van Nederland, is steun van Den Haag voor Aruba en Curaçao niet vanzelfsprekend. Het kleinere zustereiland maakt volgens haar een ‘indrukwekkende ontwikkeling’ door. ‘We zijn bijvoorbeeld best een beetje jaloers op de investeringen in het onderwijs en de infrastructuur. Aan de andere kant zien we ook dat Bonaire een groei van het aantal toeristen meemaakt, wat ten koste kan gaan van de eigen identiteit.’
Aruba leert daarvan, zegt ze. ‘We hebben hier al een moratorium voor het bouwen van hotels en we gaan ook Airbnb aan banden leggen. Nu kunnen we het toerisme nog aan. Wij zijn de Amerikaanse toeristen ook zeer erkentelijk, zij hebben ons een aantal keren geholpen om uit een crisis te komen. Na de pandemie kwamen ze weer snel deze kant op, waardoor onze economie zich kon herstellen.’
Behalve autonome landen, zijn Aruba en Curaçao ook leden van de VNG. Tot nu toe beperken de vruchten die ze van dat lidmaatschap plukken zich vooral tot adviezen over de financiële huishouding en P&O-achtige zaken. Maar nu het de komende jaren aankomt op de uitvoering van het Landspakket, waarin afspraken zijn gemaakt over maar liefst acht thema’s (financieel beheer, kosten en effectiviteit van de publieke sector, belastingen, financiële sector, economische hervormingen, zorg, onderwijs en versterken rechtsstaat) zou de VNG weleens van groter nut kunnen worden. ‘Onze uitvoeringscapaciteit is beperkt, ik denk dat we van Nederlandse gemeenten kunnen leren. Dat kan in de vorm van uitwisseling van personeel, maar ook met adviezen en trainingen.’

Erbij zijn

En kan Nederland misschien ook van Aruba leren? Het is hier nog altijd wachten op de eerste vrouwelijke premier, terwijl Aruba, met Wever-Croes en andere Arubaanse vrouwen op strategische posities, vijf jaar geleden al in The New York Times onder de kop ‘Aruba: Where Women Lead’ werd geportretteerd als een voorbeeld voor veel andere landen. ‘Ik ga niets zeggen over Nederlandse premiers, in Aruba heeft het ook lang geduurd’, zegt ze diplomatiek. ‘Ik heb zelf ook heel vaak nee gezegd tegen het verzoek om de politiek in te gaan. Ik had een prima baan, maar uiteindelijk heb ik het toch gedaan. Als wij vrouwen klagen dat we niet worden gehoord, dat er geen rekening met ons wordt gehouden, dan moeten we zorgen dat we erbij zijn in plaats van aan de kant blijven staan, zo makkelijk is het. We hebben in de pandemie ook kunnen laten zien dat we het kunnen, met een crisisteam dat voor een groot deel uit vrouwen bestond.
‘Ik geef geen oordeel over andere landen, maar het is belangrijk dat we hier in Aruba een belangrijke rol spelen. Een goede man-vrouwbalans is belangrijk, wij bekijken de zaken met meer empathie, wij kunnen ons echt inleven in de situatie van mensen die in bepaalde situaties het meest getroffen worden. Ook als het gaat over financiën kunnen wij belangrijk zijn voor de uitvoering. Van oudsher was de vrouw in Aruba degene die de gulden – we hebben nog steeds een gulden – twee keer omdraaide voordat die werd uitgegeven. Dat is bij mannen toch anders. De vaderfiguur is hier degene die de kinderen verwent, de moederfiguur is degene die orde op zaken stelt. Dat zit in onze cultuur.’

Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden

Evelyn Wever-Croes is sinds november 2017 de eerste vrouwelijke en de vierde premier van Aruba. Het eiland kreeg in 1986 een aparte status als autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Op 10 oktober 2010 volgden Curaçao en Sint Maarten. De overige eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen – Bonaire, Sint Eustatius en Saba – werden per diezelfde datum  ‘bijzondere gemeenten’ van Nederland.  Met uitzondering van Sint Maarten zijn alle eilanden lid van de VNG.