Aanpak regenwateroverlast

Klimaatbestendigheid raakt aan de kerntaken van gemeenten op het gebied van ruimtelijke ordening en waterbeheer, maar zoekt ook nadrukkelijk naar slimme oplossingen op het gebied van volksgezondheid (bijvoorbeeld een hitteplan), communicatie en burgerparticipatie en calamiteitenbeheersing. Een belangrijk aspect is hoe je als gemeente omgaat met steeds heviger hoosbuien, of langdurige regenval.

Het vele werk dat gemeenten op dit gebied al doen wordt niet overal (h)erkend als klimaatadaptatie. Zo is in de gemeentelijke rioleringsplannen het beleid vastgelegd voor omgaan met hemelwater en grondwater. Hemelwater wordt in toenemende mate bovengronds geborgen of afgevoerd via bijvoorbeeld wadi’s, groenstroken en daarvoor ingerichte wegen. Dat is een kosteneffectieve aanpak die ook bijdraagt aan een integrale benadering van groen, wegen en riolering en helpt bij het beperken van hitte. Maar denk ook aan het opvangen van water op waterpleinen, drijvende woningen, meer groen of verplaatsing van vitale infrastructuur.

In 2015 heeft Stichting RIONED de gemeentelijke aanpak van regenwateroverlast in beeld gebracht. Vrijwel alle gemeenten nemen maatregelen om overlast te voorkomen en besteden hier ongeveer een derde van hun rioolinvesteringen aan.

Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie

In de bestuursovereenkomst Deltaprogramma staat de ambitie om in 2050 klimaatbewust ingericht te zijn. Dit vereist een verandering in denken en doen: klimaatbestendig en waterrobuust inrichten moet in Nederland een vanzelfsprekend onderdeel bij ruimtelijke (her)ontwikkelingen worden. Het Deltaprogramma biedt verschillende instrumenten om invulling te geven aan het gemeentelijk beleid voor klimaatadaptatie. Goede voorbeelden zijn digitaal ontsloten in het kennisportaal en er is de mogelijkheid een klimaatscan uit te voeren. Om de implementatie van de afspraken uit de bestuursovereenkomst te versnellen is er een gezamenlijk Stimuleringsprogramma opgezet, met onder andere een coördinatieteam en monitoring van de voortgang. Het Stimuleringsprogramma ondersteunt overheden, belangengroepen, maatschappelijke organisaties en marktpartijen bij het integreren van water en klimaat in ruimtelijke (her)ontwikkelingen. Het programma adviseert en deelt kennis en ervaring.

Monitor

In de bestuursovereenkomst is ook afgesproken om jaarlijks voortgang van de uitvoering van de deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie te monitoren. Hiervoor is in een gezamenlijk monitoringsprogramma opgezet. De monitor is in 2015 voor het eerst uitgevoerd. Deze dient als nulmeting. De bevindingen op hoofdlijnen:

  1. Uit de nulmeting komt het beeld naar voren dat zowel gemeenten, waterschappen, provincies als de Rijksoverheid serieus met de thema’s uit de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie aan de slag zijn. In de afgelopen jaren is in het deltaprogramma veel kennis ontwikkeld en dat vertaalt zich in beleid.
  2. De waterschappen lijken het verst gevorderd te zijn. Dat is op zich niet verrassend, omdat de waterschappen al sinds de jaren ‘90 bezig zijn met klimaatverandering, juist omdat klimaateffecten een sterke relatie hebben met waterhuishouding. De provincies zijn ook nadrukkelijk met de thema’s uit de DBRA bezig - wat ook naar voren komt uit de analyse van de waterplannen/omgevingsvisies. Onder gemeenten is de variatie nog groot. Gemeenten geven aan wel aan de slag te zijn met de thema’s uit de DBRA, maar gemiddeld gezien in mindere mate dan de provincies en waterschappen.
  3. Er lijkt meer aandacht te zijn voor de klimaateffecten met betrekking tot wateroverlast en waterveiligheid dan met betrekking tot droogteproblematiek of hittestress. Vooral bij gemeenten komt dit beeld naar voren. Dit is deels te verklaren doordat droogteproblematiek minder zichtbaar is en deels doordat droogteschade plaatsvindt in de landbouw en natuur en minder in stedelijk gebied (met uitzondering van paalrot). Bij de waterschappen en provincies is dit beeld gevarieerder. In een aantal gevallen wordt wel veel en in een aantal gevallen wordt minder aandacht aan droogte besteed. Dit komt vooral doordat droogteproblematiek niet overal aan de orde is.
  4. Hittestress is bij zowel de gemeenten, waterschappen als provincies nog nauwelijks een thema, zowel op het gebied van de kennisontwikkeling als op beleidsontwikkeling. Hittestress is een relatief nieuw begrip en vanuit die constatering is het gebrek aan kennis en beleid te begrijpen. Dit thema lijkt zich nog meer dan de andere te bevinden in de ‘weten’-fase.
  5. Ten aanzien van de trits weten - willen - werken kan voorzichtig worden geconcludeerd dat het merendeel van de gemeenten, waterschappen, en provincies de fase van ‘weten’ grotendeels hebben doorlopen en nu toe zijn aan de fasen van ‘willen’ en ‘werken’, met uitzondering t.a.v. hittestress. Een vergelijkbare conclusie kan worden getrokken voor de Rijksoverheid, ten aanzien van weten - willen - werken. Vanuit Rijkswaterstaat lijken met name waterveiligheid en wateroverlast belangrijke opgaven. Voor hittestress en droogte is de opgave beperkt.
  6. Voor zowel de Rijksoverheid als de decentrale overheden wil dit overigens niet zeggen dat er geen activiteiten meer plaats vinden in het ‘weten’-domein en evenmin dat ‘automatisch’ de stap naar ‘willen’ en ‘werken’ wordt gezet. Het proces is in de werkelijkheid niet zo lineair als de trits soms doet vermoeden. Door het jaarlijks volgen van deze ontwikkelingen kan echter wel een beeld worden gegeven van de voortgang en kan hier - waar mogelijk en wenselijk - geleerd, ondersteund en gestuurd worden.
  7. De barrières die ervaren worden zijn heel verschillend tussen de gemeenten, waterschappen en provincies. Veel gemeenten ervaren vooral het gebrek aan structureel budget, gebrek aan capaciteit (mankracht) en gebrek aan politieke aandacht als barrière. De waterschappen ervaren daarentegen dat dit ruimschoots aanwezig is, maar dat afhankelijkheid van anderen een potentiele barrière is. De provincies zien de samenwerking met andere partijen en gebrek aan structureel budget voor klimaatadaptatie als belangrijkste barrières.

Meer informatie