VNG Magazine nummer 13, 15 september 2023

Tekst: Jaap Kemkes | Beeld: Shutterstock

Er is nogal wat kritiek op aanbestedingen in het sociaal domein. Jaap Kemkes pleit daarentegen vooral voor anders, en vooral beter, aanbesteden, gebruikmakend van de handvatten die de Aanbestedingswet biedt.
 

Jaap Kemkes

Gemeenten krijgen steeds meer taken om hun kwetsbare inwoners te ondersteunen. Dat vraagt om een sterke sociale basis: alle activiteiten en initiatieven die mensen samen ondernemen om elkaar in een wijk te ondersteunen. Dit zien we (nog) niet in verschuiving van prioriteiten en geld. Bewonersorganisaties geven aan dat hun financiering beperkt blijft, terwijl zij juist het ‘samen zorgen voor elkaar’ kunnen versterken, ook zonder groei van het totale budget dat beschikbaar is voor de sociale basis. 

Voor gemeenten is het lastig om een samenhangend beleid vorm te geven als zij met tientallen, vaak informele, organisaties in de sociale basis moeten samenwerken. Zij kiezen dan vaak voor één partner: een grotere welzijnsaanbieder met een breed takenpakket. Het budget dat beschikbaar is voor bewonersorganisaties is aanzienlijk kleiner.

Relevante ervaring
Bij het kiezen van een betrouwbare partner vraagt een gemeente om relevante ervaring: ‘Overleg een referentieopdracht waarmee u aantoont een grote opdracht aan te kunnen; bijvoorbeeld in de omvang van 3 miljoen per jaar’. Zo’n eis sluit kleinere organisaties en daarmee veel organisaties van wijkbewoners uit. 
 

Strenge eisen sluiten kleinere organisaties uit

En bij de uitvraag naar de kwaliteit bij de gunningscriteria stelt de gemeente vaak vragen die voor grotere organisaties eenvoudiger te beantwoorden zijn: over een planmatige aanpak, het zorgdragen dat bewoners op een gelijke wijze worden ondersteund, het inzetten van bewezen effectieve interventies, het toepassen van een heldere P&C-cyclus. Deze aanpak kennen we uit het fysieke domein en uit de zorg. 

Maar de sociale basis laat zich niet op deze wijze aansturen. Zo is de oproep tot het ‘ontsnappen aan aanbesteden’ te begrijpen. Maar leidt het alternatief – het subsidiëren van het welzijnswerk – tot een wezenlijk andere uitkomst?

Anders aanbesteden
De Nederlandse Aanbestedingswet (geheel gebaseerd op de Europese Aanbestedingsrichtlijn) stelt: ‘De aanbestedende dienst (...) draagt zorg voor het leveren van zo veel mogelijk maatschappelijke waarde voor de publieke middelen’. Hiermee heeft elke aanbestedende instelling de plicht om hier invulling aan te geven. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld met wijkbewoners voorafgaand aan het inkooptraject een wijkconferentie houden waar een wijkagenda wordt opgesteld. 

In het aanbestedingstraject kunnen gemeenten eisen dat een leverancier in een referentieopdracht de ervaring beschrijft in samenwerken met bewoners.
 

De Aanbestedingswet biedt mogelijkheden om de sociale basis te versterken

Het gaat vervolgens vooral om de juiste vragen te stellen bij het programma van wensen, de gunningscriteria: ‘Stel een plan van aanpak op waarin u de leefwereld van de kwetsbare bewoners centraal stelt. Geef aan hoe u samen met hen de meest passende ondersteuning realiseert; geef aan welke resultaten (kpi’s) u behaalt en hoe u dit monitort’. Of: ‘Geef in een plan van aanpak aan hoe u stappen zet naar een wijk waar bewoners elkaar ondersteunen en geef daarin aan welke resultaten u realiseert’.

Ook bij de beoordeling van offertes kunnen onafhankelijke deskundigen, die gespecialiseerd zijn in het bottom-up werken, en onafhankelijke wijkbewoners worden ingezet. 

De Aanbestedingswet biedt veel mogelijkheden om de sociale basis te versterken. Gemeenten kunnen dit realiseren door de juiste vragen te stellen en te beoordelen. ‘Stoppen met aanbesteden’ leidt niet tot sterkere inzet van bewonersorganisaties. Maar ‘anders aanbesteden’ doet dat wel.

Jaap Kemkes is adviseur en lobbyist voor organisaties met een ideële doelstelling. Dit onderzoek vond plaats in het kader van Programma SAMEN!, waar ook de VNG bij betrokken is.