VNG Magazine nummer 2, 3 februari 2023

Tekst: Leo Mudde

Kunnen de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN leidend zijn bij grote bouwprojecten? Ja, weten ze in Zeist en Aalten. De successen die daar inmiddels zijn bereikt, smaken naar meer. De SDG’s zijn niet meer weg te denken.
 

Schapen in Kerkcebosch Zeist

Vijftien jaar geleden had nog niemand het over de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, de SDG’s (Sustainable Development Goals) of, zoals ze ook wel worden genoemd, de Global Goals. Het mag dan ook best visionair worden genoemd dat in Zeist in 2006 al werd besloten om de wijk Kerckebosch te transformeren in een duurzame, natuurinclusieve wijk. De wijk waar niet iedereen wilde wonen, met in het bos verstopte plekken waar zaken gebeurden die niet klopten, is nu veranderd in een gewilde plek waar mensen staan te dringen voor een woning.
Elf flatgebouwen stonden er ooit. Tien daarvan zijn gesloopt, de laatste is compleet gestript, verduurzaamd en van het gas gehaald. Zoals alle duizend huur- en koopwoningen die in de plaats van de flats zijn gekomen superduurzaam zijn. De wijk telt zes buurten, ingeklemd tussen bos, heide en een parkachtig landschap. Op één weg na is er geen doorgaand verkeer meer, het asfalt dat er nog ligt wordt verwijderd en maakt plaats voor een karrenspoor. Volgend jaar wordt de laatste hand gelegd aan de wijkvernieuwing, dan is het nieuwe Kerckebosch af: een bos met een woonfunctie. Dat klinkt toch net even wat anders dan een woonwijk met veel groen.

De natuur was hier het uitgangspunt

Cadeautje

Die bomen waren natuurlijk een cadeautje, zegt Evert-Jan Roelofsen. Hij is vanaf het begin directeur van de Wijkontwikkelingsmaatschappij Kerckebosch en mag zich de ‘geestelijk vader’ van de wijktransformatie noemen. Zonder de bomen zou het ontwikkelen van een natuurinclusieve wijk een stuk ingewikkelder zijn geweest. ‘Bouwers willen het liefst bomen kappen, dan hebben ze de ruimte om iets moois neer te zetten. Dat gingen we hier dus niet doen. De natuur was hier het uitgangspunt. Als dat betekent dat een boom met een groot wortelstelsel in de weg staat, dan bouw je maar een paar meter verderop.’
Steeds meer gemeenten nemen de SDG’s als uitgangspunt voor hun beleid. Zeventien doelen zijn het in totaal, die als het aan de Verenigde Naties ligt, in 2030 gerealiseerd moeten zijn en de wereld een stukje beter maken. Toen ze in 2015 werden vastgesteld, bleek Zeist onbewust al jaren in de geest van de SDG’s aan de slag te zijn. ‘Wij zijn dus ook niet zo bewust bezig met die doelen’, zegt Roelofsen. ‘Maar het is wel leuk om er gaandeweg achter te komen dat we er in de praktijk aardig wat aan kunnen tikken.’ 

Zwevende weg

Doel 9 bijvoorbeeld: ‘Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie’. Roelofsen wijst naar een groep bomen waar de enige doorgaande weg links en rechts langs loopt. ‘Daar zweeft de weg, omdat hij anders te belastend zou zijn voor de bomen. De weg op palen laten rusten kon niet, vanwege de wortels. Dus er is een constructie verzonnen om de weg te laten zweven.’
Of neem doel 12, duurzame consumptie en productie. ‘Alles wordt hier hergebruikt. Het speelmateriaal bij de scholen is gemaakt van hout dat uit dit bos afkomstig is, of van het beton van de gesloopte flats. Wij lozen het water niet op de gemeentelijke riolering, maar houden het zelf zo lang mogelijk vast.’ Doel 11 (duurzame steden en gemeenschappen) is in Kerckebosch vanzelfsprekend.
En doel 17, partnerschap om de doelen te bereiken, lijkt in Zeist bedacht te zijn. Dat Kerckebosch een succes is, komt echt door de samenwerking tussen de woningcorporatie, de wijkontwikkelingsmaatschappij en de bewoners, zegt Roelofsen. Kerckebosch is bijna autonoom, de gemeente heeft zich voor een deel teruggetrokken. De bewoners zijn grotendeels verantwoordelijk voor het beheer van de wijk, daar hebben ze ook voor getekend toen ze er gingen wonen. Ook het onderhoud van het bos valt daaronder. Die gedeelde verantwoordelijkheid draagt bij aan het gemeenschapsgevoel. ‘We doen hier echt aan community building’. 

Mensen mogen hier geen tuin hebben. Het bos is de tuin

Motivatiebrief

Een van de jongste buurten heet Elix, een sustainable community van mensen die het belangrijk vinden duurzaam en inclusief te leven. De bewoners moesten in een brief motiveren waarom zij per se daar wilden wonen voor ze een woning kregen toegewezen. Volgens de website van de ontwikkelaar zijn in Elix het bos en de hei de voor- en achtertuin. ‘Elke dag voelt hier een beetje als vakantie.’
Het is ronkend marketingjargon, maar dat van die tuin klopt wel. ‘Mensen mogen hier geen tuin hebben. Het bos is de tuin’, zegt Roelofsen. Zoals ook alle afzettingen (schuttingen, heggen) alleen van natuurlijk, uit het bos afkomstig materiaal opgetrokken mogen zijn.
De bewoners geven het leven in hun wijk inmiddels een dikke 8, blijkt uit onderzoek. Kerckebosch is een succes dat ook buiten de gemeente niet onopgemerkt blijft. De wijk kreeg al verschillende landelijke prijzen: Beste openbare ruimte (2016),  Meest natuurinclusieve wijk (2018) en vorig jaar kwam daar de Gulden Feniks bij, de prijs voor het meest excellente voorbeeld van een gebiedstransformatie. De aanpak geldt nu als voorbeeld voor toekomstige projecten in Zeist. Roelofsen: ‘Niet overal kun je beginnen met een bos. Dus wordt de volgorde omgedraaid. In plaats van eerst bouwen en daarna de beplanting aanbrengen, wordt nu in het stationsgebied eerst een bos aangeplant, daarna volgt de woningbouw.’

De Global Goals vormen de inspiratiebron voor ons handelen

Aalten

Net als Zeist is Aalten een van de inmiddels 120 Global Goals-gemeenten, gemeenten die met hun beleid expliciet willen bijdragen aan de realisering van een of meer van de duurzaamheidsdoelen. Maar waar Zeist er min of meer bij toeval achter kwam dat het met de ontwikkeling van Kerckebosch onbedoeld een flink aantal doelen kon afvinken, zijn de SDG’s in Aalten leidend bij nieuwe herinrichtingsprojecten. Vorig jaar, toen het nieuwe raadsprogramma werd vastgesteld, heeft de gemeenteraad dat nog eens bekrachtigd. Burgemeester Anton Stapelkamp: ‘De Global Goals vormen de inspiratiebron voor ons handelen.’
Het leverde Aalten vorig jaar tijdens het VNG Jaarcongres de titel ‘Meest verbindende Global Goals-gemeente’ op, voor de manier waarop de één kilometer lange Admiraal de Ruyterstraat en de vierhonderd meter lange Dijkstraat zijn gerenoveerd. Typerend voor de werkwijze was dat niet, zoals gebruikelijk, bij het ontwerp van de straat werd gedacht vanuit regels, beleid en richtlijnen, maar vanuit de beleving van de bewoners en de weggebruikers. 

Verkeerspsycholoog

Met de SDG’s als startpunt voor de aanbesteding en het ontwerp werden betrokkenen uitgenodigd over deze doelen met de gemeente mee te denken. Hierdoor ontstond een breder, integraler ontwerp. Het proces maakte ook iets los bij de aannemer, zegt Gertjan Sikking, projectmanager bij de gemeente. ‘Die ging geen verkeerskundige inschakelen, maar een verkeerspsycholoog om te bekijken hoe de buitenruimte wordt gebruikt en hoe het ontwerp daarop kon worden aangepast.’
Het volgende project is het dorpscentrum van Dinxperlo, het grensdorp dat in 1945 zwaar werd gebombardeerd omdat het op een belangrijke doorgangsroute voor het Duitse leger lag. Stapelkamp: ‘Eigenlijk dateert alles uit de jaren vijftig, toen er nog geen autoverkeer was en vrouwen nog thuis werkten. De omstandigheden zijn veranderd, het dorp piept en kraakt nu. Het centrum heeft een opknapbeurt nodig.’
Toen de Duitse buren in het aangrenzende dorp Suderwick de plannen zagen, fronsten ze de wenkbrauwen. Zo’n luxe straatontwerp waren ze niet gewend. ‘In Duitsland schrikken ze al van elke boom extra die wordt geplant. Soberheid is daar vaak het uitgangspunt, want de aanwonenden betalen mee aan het onderhoud.’
Eigenlijk werd Bocholt, de gemeente waaronder Suderwick valt, zo wel gedwongen om mee te liften met Dinxperlo. ‘Duitse gemeenten zijn nog niet zo bezig met de SDG’s als wij, Bocholt werd daar nu mee geconfronteerd. Wij exporteren de doelen dus eigenlijk’, zegt Stapelkamp.

Vanaf het begin

Op de projectwebsite centrumdinxperlo.nl worden de SDG’s niet benoemd. Dat is ook niet nodig, zegt Stapelkamp: ‘Het gevaar van greenwashing ligt op de loer, ergens een paar logo’s aan hangen, daar koop je niet veel voor.’ Maar de doelen zitten er van meet af aan al impliciet in, zoals de betere luchtkwaliteit, ­innovatief werken, samenwerking met partners, ­opvang en hergebruik van hemelwater, circulair gebruik van materiaal. Het werk in Dinxperlo wordt stap voor stap aangepakt, bijvoorbeeld. Eerst gaat het centrum op de schop, het materiaal dat daar vrijkomt wordt vervolgens verwerkt in het volgende deelplan van het project.
Sikking: ‘We werken niet meer vanuit de middelen maar vanuit de doelen: wat willen we bereiken? Het is een dynamisch proces. Bij het project met de Admiraal de Ruyterstraat/Dijkstraat hadden we bijvoorbeeld niet gedacht aan het educatieaspect, maar gaande het proces zeiden we tegen elkaar: we zitten dicht bij een basisschool, kunnen we daar iets mee? Die school hebben we erbij betrokken en samen ontwikkelden we een educatieprogramma. Als je vanuit regels en beleid denkt, kom je niet snel uit je vertrouwde hoekje en blijven kansen onbenut. Met de doelen als uitgangspunt, kun je meer bereiken.’
Stapelkamp en Sikking zijn aangenaam verrast door de manier waarop aannemers hebben gereageerd. Stapelkamp: ‘Ze zijn allemaal enthousiast en denken actief mee, het stimuleert ook hún integraliteit en creativiteit. Ik zie het ook in onze eigen organisatie terug, mensen gaan echt met de SDG’s aan de slag. De grote uitdaging is nu hoe we de samenleving erbij kunnen betrekken.’

Maatschappelijke impact

Maar uiteindelijk telt voor de inwoners het resultaat. ‘De maatschappelijke impact van het Centrumplan in Dinxperlo is fantastisch', zegt Stapelkamp. 'De gebruikers krijgen twee keer zoveel bomen en drie keer zoveel groen als ze gewend zijn. Met meer ruimte voor verblijf, terrassen en evenementen. We hebben een groot pand kunnen aankopen, daar komt een parkeergelegenheid. Die gaan we ook verduurzamen, met zonnepanelen op het dak en een buurtaccu.’
Doordat veel mensen bij het project zijn betrokken, voelen ze zich eigenaar van het uiteindelijke ontwerp, zegt Stapelkamp. ‘Het zijn waardevolle processen, we doen het echt samen met de bewoners. Ik denk dat er op onze informatieavonden over het Centrumplan bij elkaar duizend aanwezigen waren. Voor een dorp met zevenduizend inwoners is dat best veel.’

Gemeenten en de Global Goals

De campagne Gemeenten4GlobalGoals van de VNG ondersteunt gemeenten bij het werken aan de duurzame ontwikkelingsdoelen.
Meer informatie