VNG Magazine nummer 4, 3 maart 2020

Auteur: Leo Mudde | Beeld: Van de Meulenhof

Aan de vooravond van Internationale Vrouwendag praat VNG Magazine met een volledig vrouwelijk wethoudersteam. Zelf vonden de wethouders van Gemert-Bakel het niet zo bijzonder dat ze geen mannelijke collega hebben. Tot de media naar de Peel kwamen om hierover te berichten.
 

Gemert-Bakel

Vrouwen maken de dienst uit in Gemert-Bakel. Met uitzondering van de burgemeester bestaat het college van B en W uitsluitend uit vrouwen. Vier, om precies te zijn. Ongeveer een kwart van de wethouders in Nederland is vrouw, bijna één op de drie gemeenten heeft helemaal geen vrouwelijke wethouders. Met een score van honderd procent mag Gemert-Bakel dus best een witte raaf worden genoemd. De gemeente is de uitzondering op de regel dat het lokaal bestuur vooral een mannenzaak is. Het college dan, want in de gemeenteraad loopt het percentage vrouwen (7 van de 23 raadsleden) wel redelijk in de pas met het landelijk gemiddelde (31 procent).
Nog een opmerkelijk feitje: van de vier wethouders zijn er drie van het CDA: Anke van Extel-van Katwijk, Inge van Dijk en Miranda de Ruiter. De vierde, Wilmie Steeghs, is van de Dorpspartij.
Toen voor de verkiezingen van 2018 de kandidatenlijst moest worden vastgesteld, was het binnen het CDA geen punt van discussie dat er drie vrouwen bovenaan stonden. Inge van Dijk: ‘Men was wel gewend dat wij het gezicht van het CDA waren. Anke en Miranda waren al wethouder en stonden sowieso vaak in de krant, ik was fractievoorzitter. Dus het voelde heel natuurlijk en logisch.’

Media

Anke van Extel-van Katwijk is evenals Miranda de Ruiter bezig aan haar tweede periode als wethouder: ‘Niemand maakte zich er druk over. Iemand zei: als er een man zou zijn met voldoende kwaliteit, dan had hij er wel tussen gestaan. In de buitenschil maakte men er veel meer van dan binnen het CDA. Na de verkiezingen doken de media erop, SBS6, Radio 538, ze wisten Gemert-Bakel allemaal te vinden.’
Het verbaasde ook Wilmie Steeghs. Ze loopt al een tijd mee in de lokale politiek. Voor ze in 2018 wethouder werd zat ze 24 jaar in de gemeenteraad, maar dit fenomeen kende ze nog niet. ‘We hadden niet in de gaten dat het bijzonder was. Er zouden toch wel meer colleges zijn met alleen vrouwen, dachten we. Toen al die media gingen bellen, dachten we: o, is dit bijzonder dan?’
Dat het bijzonder is, merken de CDA-wethouders vooral tijdens het regionaal portefeuillehoudersoverleg. Van Extel-van Katwijk (ruimtelijke ordening), Van Dijk (economische zaken, mobiliteit) en De Ruiter (financiën, volkshuisvesting) hebben portefeuilles die vaak het domein van mannen zijn, Steeghs (sociaal domein) komt vaker vrouwelijke collega’s tegen. 

Seksisme

VNG Magazine spreekt met de wethouders na de wekelijkse collegevergadering. Op tafel ligt het blad van een paar weken eerder, met het artikel over seksisme en haantjesgedrag in gemeenteraden. Met aandacht voor het onderzoek waaruit blijkt dat vrouwen vaak neerbuigend worden bejegend, of subtiel worden buitengesloten van het old boys network dat een gemeenteraad vaak is.
Herkennen ze dit? He-le-maal niet, bezweren ze alle vier. Van Dijk: ‘Maar dat komt misschien ook omdat we er op voorhand geen probleem van maken. Als je dat uitstraalt, is het voor anderen ook geen ding.’ Maar ze hóren natuurlijk weleens iets. Andere burgemeesters die zeggen dat ze weleens met hun burgemeester zouden willen ruilen, bijvoorbeeld. Of opmerkingen als: ‘Kijk, daar komt Michiel (burgemeester Michiel van Veen, red.) weer met z’n harem’. Veel verder gaat het niet. ‘Sorry, we hebben geen smeuïge verhalen’, zegt Van Extel-van Katwijk.

Pussy power, zeiden de mannen dan als wij een statement maakten

#MeToo

Ook de #MeToo-discussie houdt ze niet bezig. Steeghs: ‘Ik werkte in de deurwaarderij, een mannenwereld, maar heb er nooit last van gehad. Als er iets gebeurde, dacht ik: jij weet niet beter.’ Van Dijk: ‘Natuurlijk kennen we het fenomeen, we lezen ook de krant en we lopen op straat. Maar als wethouder heb ik er niet mee te maken gehad. Wel dat mensen boos zijn, of agressief, maar dat is omdat er een verschil van mening is en niet omdat ik een vrouw ben.’

Grote schommelingen

Er waren tijden dat de raad van Gemert-Bakel meer vrouwen dan mannen telde, herinnert Steeghs zich. ‘Pussy power, zeiden de mannen dan als wij een statement maakten. Er zijn grote schommelingen, de vorige raadsperiode zaten er ook meer vrouwen in de raad dan nu. Het is moeilijk om van een trend of een trendbreuk te spreken.’
Dat ze nu met z’n vieren in het college zitten, voelt niet vreemd. Ze kenden elkaar al een tijdje, wisten wat ze van elkaar konden verwachten. En dat ze toevallig allemaal vrouw zijn, is van ondergeschikt belang. Tijdens het gesprek wordt het vaak gezegd: uiteindelijk gaat het om kwaliteit en geschiktheid. Van Extel-van Katwijk: ‘Ik vind wel dat partijen een verantwoordelijkheid hebben om te streven naar een balans. Het CDA is een brede volkspartij, dan moet je een afspiegeling van de samenleving willen zijn en daar energie in steken. Niet alleen vrouw/man, maar bijvoorbeeld ook een goede vertegenwoordiging van alle dorpen en alle leeftijden.’

Je moet wel zelf je vinger opsteken

Van Dijk: ‘Mensen moeten zich natuurlijk wel melden en niet achter de geraniums bij de telefoon wachten tot ze jou bellen omdat je denkt dat je zo goed bent. Nee, je moet wel zelf je vinger opsteken. Doe je dat niet, kom dan niet aan met het verwijt dat er zo weinig vrouwen worden gekozen, of alleen maar ouderen.’
Misschien is dat wel een verklaring waarom mannen in lokaal bestuur de boventoon voeren. De Ruiter komt uit de financiële (banken)wereld en merkte daar dat vrouwen minder snel hun hand opsteken. ‘Als je, zoals Inge zegt, je kop niet boven het maaiveld uitsteekt, ziet niemand je. In ons team van hypotheekadviseurs moesten we aangeven hoe we zelf dachten dat we scoorden op een lijst met competenties, en we kregen ook punten van de anderen. De mannen gaven zichzelf allemaal, zonder uitzondering, hogere scores dan ze van hun collega’s kregen, de vrouwen gaven zichzelf juist lagere cijfers dan ze van de anderen kregen. Van Dijk: ‘Vrouwen hebben zoiets van: kan ik het wel, zitten ze wel op mij te wachten?’

Haantjesgedrag

Je zou het een vorm van haantjesgedrag kunnen noemen. Maar is dat erg? Van Extel-van Katwijk vindt het vooral pathetisch. ‘Het stoort me niet als ik dat zie gebeuren. Als iemand haantjesgedrag vertoont en het valt mij op, dan zien anderen dat ook. Nou, dan vallen ze vanzelf door de mand. Ik heb niet de behoefte om daar als vrouw in mee te gaan.’
Mannen, zo is de ervaring van Steeghs, hebben de neiging vast te houden aan hun eigen portefeuille. ‘Vrouwen leggen meer dwarsverbanden. Als portefeuilles elkaar raken, zoeken we elkaar sneller op om te kijken of we samen kunnen optrekken.’
Toen ze in 1994 in de raad kwam, moest ze vooral harder werken omdat ze de jongste was, niet omdat ze vrouw was. ‘Ik was het meiske, daarom had ik het gevoel dat ik m’n best moest doen om serieus te worden genomen, niet omdat ik vrouw was.’
Van Extel-van Katwijk denkt dat vrouwen wel anders vergaderen dan mannen. ‘Meer het compromis zoeken, minder willen scoren. Pas bleek uit onderzoek dat raadsleden heel erg geneigd zijn te reageren op individuele incidenten. Terwijl je als gemeente eigenlijk met de toekomst bezig moet zijn. Je moet durven besluiten te nemen die nu misschien niet belangrijk lijken, maar over tien jaar fantastisch blijken te zijn. Misschien zijn vrouwen wel meer bereid naar die lange termijn te kijken, in plaats van te willen scoren omdat ze over vier jaar weer herkozen willen worden.’

De teruggang van de democratie, dáár maak ik me zorgen over

Polarisatie

Als het aan de wethouders ligt, zou het in de politiek meer moeten gaan over het verminderen van de tegenstellingen in de samenleving dan over de vrouw-manbalans. Van Dijk maakt zich zorgen over de extreme opvattingen die het publieke debat steeds meer gaan bepalen. ‘Mij maakt het geen bal uit of het een man of vrouw is, jong of oud, die dit gaat oplossen. Maar mensen die het wíllen oppakken zijn voor mij de echte politici. Als we gewoon samenwerken en het politieke klimaat verbeteren wordt het voor iedereen, ook vrouwen, weer aantrekkelijk om mee te doen.’
De Ruiter is het daarmee eens. Ook zij maakt zich veel meer zorgen over de geloofwaardigheid van de politiek dan over de genderdiscussie. ‘De polarisatie zorgt ervoor dat mensen zich niet meer in dingen verdiepen en snelle, ongenuanceerde meningen vormen.’ 
De bagger die op sociale media over politici wordt uitgespuugd, raakt ook de wethouder. Steeghs: ‘Dat je denkt dat je je onder het mom van vrijheid van meningsuiting alles kunt permitteren. Normen, waarden en fatsoen zijn het ondergeschoven kindje. Ik vind grensoverschrijdend gedrag ernstiger dan de vraag of de vrouw-manbalans wel op orde is.’ Van Extel-van Katwijk: ‘Het lijkt wel of alles tegen en over je gezegd kan worden. Ik kan me voorstellen dat mensen denken: aan mijn lijf geen polonaise, ik heb geen zin in de politiek. Die teruggang van de democratie, dáár maak ik me zorgen over.’
Hebben vrouwen meer last van de scheldpartijen op sociale media dan mannen? ‘Nee’, zegt ze stellig. ‘Het gaat om de functie, hoge bomen vangen nu eenmaal veel wind. We zijn wethouders, dat we ook vrouw zijn, heeft er niets mee te maken.’

Internationale Vrouwendag

Aanleiding voor het gesprek is Internationale Vrouwendag, 8 maart. Daar wordt ook binnen het CDA over gesproken, natuurlijk. ‘Ik heb daar weinig aansluiting bij, omdat ik de achterstelling van vrouwen niet herken’, zegt Van Dijk. ‘Dat is niet helemaal eerlijk, er zijn veel vrouwen die het wel zo ervaren en voor hun positie opkomen, dat moet je ook waarderen. Maar vanuit mijn referentiekader denk ik wel: kom op zeg, het is 2020, het zou toch niet meer nodig moeten zijn.’
Van Extel-van Katwijk: ‘Dat wordt anders als je kijkt naar de ongelijke positie van vrouwen op wereldschaal. Daar gaat Internationale Vrouwendag vooral over. Als politici hebben we wel een taak om daar iets aan te doen.’
Ten slotte, zien de wethouders zich als rolmodel? Ze kijken elkaar aan, aarzelend. Blijkbaar hebben ze zichzelf nooit zo gevoeld. Steeghs: ‘Het zou kunnen dat jonge meiden zien dat ze ook wethouder kunnen worden. Maar om ons nou als rolmodel te zien…’ Van Dijk: ‘Haha, die meiden kijken eerder naar Jennifer Lopez of Lady Gaga, niet naar de wethouder.’