VNG Magazine nummer 4, 6 maart 2020

Auteur: Leo Mudde

De gemeente Den Haag wil daklozen financieel ondersteunen als ze verhuizen naar een krimpgemeente. Voor zowel Den Haag, dat kampt met woningnood en hoge huurprijzen, als voor de krimpgemeente (dalend aantal inwoners, lage huizenprijzen) een mooie deal, denkt Den Haag. Maar dat vindt niet iedereen. De Heerlense SP-fractievoorzitter Ron Meyer reageerde furieus: de Randstad gooit haar problemen bij ons over de schutting, zei hij. Anderen zien het genuanceerder, zoals burgemeester Marga Vermue van Sluis.

Marga Vermue

1.    U zegt: laat maar komen, die daklozen uit de Randstad.
‘Nou, dat is te kort door de bocht. Er moet wel een match zijn tussen de mensen die het betreft en de situatie in Sluis. Het kan inderdaad niet zo zijn dat de krimpgemeenten de dakloze verslaafden en overlastgevende zwervers moeten opvangen. Dat is vaak het beeld dat mensen hebben van daklozen. In die zin begrijp ik de reactie in krimpgemeenten dat ze al genoeg problemen hebben en niet het afvoerputje van Den Haag willen worden. Maar er zijn ook keurige gezinnen die door omstandigheden geen woonruimte meer hebben. Als zij met steun van de gemeente waar ze nu wonen naar Sluis kunnen én willen verhuizen, en wij denken dat ze een bijdrage kunnen leveren aan onze gemeente en onze economie, dan valt daar zeker over te praten. Dan is er een wederzijds belang en een win-winsituatie. Wij praten al een tijdje met Amsterdam over de verhuizing van een of twee gezinnen naar Sluis. Zeker als er kinderen bij zijn betrokken, is het belangrijk om zo’n gezin perspectief te bieden. Dat kunnen we in Sluis, onze bedrijven zitten te springen om personeel.’

2.    Een andere Zeeuwse gemeente, Vlissingen, piekert er niet over. De wethouder daar zegt: ‘Geen mariniers, maar wel daklozen naar Zeeland verhuizen is een typisch Randstedelijke manier van denken’. Tot nu toe was Zeeland unaniem boos over het niet doorgaan van de marinierskazerne. Tast u die solidariteit nu aan?
‘Ik begrijp die reactie van Vlissingen heel goed. We hebben ons als Zeeuwse gemeenten als één front opgesteld tegen de manier waarop het kabinet Vlissingen en Zeeland heeft behandeld. Daar sta ik achter. Maar deze gesprekken met Amsterdam, waarmee wij een stedenband hebben, lopen al een tijdje. Van onze kant is er bereidheid mee te werken. Dat is ook de gedachte achter de stedenband. Wij kunnen altijd bij Amsterdam terecht voor bijvoorbeeld ambtelijke ondersteuning of gebruikmaken van de kennis en expertise van de grote stad. Onze relatie is wederkerig, dus als Amsterdam bij ons aanklopt, gaan we met elkaar in gesprek. En in dit geval is er duidelijk een belang voor beide gemeenten.’

3.    Als volgende week Den Haag of Rotterdam bij u aanklopt met een soortgelijke vraag, staat de deur van Sluis dan ook weer open?
‘Laten we eerst maar eens afwachten hoe dit verloopt. We willen dit een kans geven, maar met kleine stapjes tegelijk. Het eerste gezin is er nog niet, dus alles wat ik hier nu over zeg, is voorbarig. We gaan dit straks evalueren, ook met de mensen die hiernaartoe komen. Van dwang is geen sprake en zo mogen ze het ook niet ervaren, ze moeten zelf in Sluis willen wonen en werken. Voor hen moet het ook een succes zijn.’