In de Martinusklok in de Dom in Utrecht staat een inscriptie ‘…ik zal ook voor mijn burgers een tweede muur zijn, telkens wanneer de tijd tweedracht zaait.’ Woorden die resoneren als klokslagen bij de terugblik op het jaar 2024.
In gemeenten – de overheid die het dichtst bij de burger staat – doen we er alles aan om verdeeldheid en onverdraagzaamheid tegen te gaan. Door burgers samen te brengen op bijeenkomsten, het gesprek - het naar elkaar luisteren - te organiseren. Gemeenten doen er alles aan, in weerwil van het Haags klimaat waarin polarisatie de klok slaat.
In 2024 namen gemeenten verantwoordelijkheid voor maatschappelijke problemen. Op de Bestaanszekerheidstop en de Woontop deden we voorstellen voor tastbare maatregelen. We stapten naar voren, maar het soebatten met het rijk over geld is een groot struikelblok.
Weliswaar kregen we in 2024 eindelijk zicht op een adequate vergoeding en indexatie van de kosten voor jeugd en Wmo. Maar het zicht op het financieel ravijn door de greep uit het gemeentefonds, is nog even afschrikwekkend. Het waarmaken van de ambities voor woningbouw, bestaanszekerheid, en de omslag naar duurzame energie, vraagt voldoende financiële middelen. Als we dit niet geregeld krijgen, valt het land stil.
Met een sterk collectief van gemeenten stappen we naar voren. Dat spraken we af in onze Verenigingsstrategie 2030. Zoeken naar besparingen door meer samen te doen, past in deze stap naar voren. Net als samen actievoeren voor voldoende financiële middelen om ons werk te kunnen doen. Te weinig geld voor gemeenten vergroot ongelijkheid en raakt mensen met een achterstand het hardst.
Onze publiekscampagne ‘Je gemeente doet er alles aan!’ in 2024 was niet alleen een middel in de strijd, maar ook een belofte aan de inwoners. Laten we als gemeenten gezamenlijk blijven doen wat we moeten doen, het maximale laten zien. Tegelijk zullen we vechten om het geld. Niet voor onszelf, maar om op ons allerbest te kunnen blijven doen wat we hebben beloofd.
Sharon Dijksma, voorzitter VNG