Door Kristel Lammers, bestuurskundige, veranderkundige en programmamanager Omgevingswet bij de VNG.
Ze struikelt haast van enthousiasme als ze het gebouw uitkomt, mijn dochter, 9 jaar. De tas danst op haar rug, ze heeft blossen en is de blijheid in persoon. Sinds september heeft ze wekenlang met een stuk of twintig andere kinderen van theaterschool Rabarber geoefend op een toneelbewerking van het Zwanenmeer. In kleine groepjes, ieder z’n eigen onderdeel tot in de perfectie uitgewerkt.
Vandaag is de dag dat alles bij elkaar kwam in de try-out. Voor het eerst speelden ze samen de hele voorstelling voor de regisseur, de docenten en andere betrokkenen. Mijn dochter heeft voor het eerst het geheel gezien, de samenhang en hoe het publiek reageert. Ze vertelt over wat er misging; iemand die iets heel anders deed dan afgesproken en hoe een ander al improviserend de situatie redde. Ze gloeit van de betovering.
De landelijke voorziening van het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO-LV) levert aan het eind van dit jaar een bèta-versie op. Permanent-bèta is een gevleugeld woord in de wereld van het agile werken. Iets is nooit af, je doet het met wat goed genoeg is en je ontwikkelt verder. Een wezensvreemde wijze van zien voor iedereen die is geschoold in het lineaire denken van het programmamanagement. ‘We kunnen die bèta-versie beter een try-out noemen,’ zei Rosemarie Bastianen van de directie Eenvoudig Beter (ministerie van BZK) laatst. ‘Dat spreekt meer aan.’ Ik vind het een goed beeld. Een cabaretier oefent en ontwikkelt zijn voorstelling in kleine zalen voor de grote premiere plaatsvindt. Daar ervaart hij welke grappen werken, wat er doodvalt in de zaal, en wat het publiek ontroert. Hij weet zo’n beetje de kernelementen, het finetunen komt werkende weg.
Het is precies wat we komend jaar willen gaan doen: de try-out van de Omgevingswet. We hebben de provincies, gemeenten en waterschappen per brief uitgenodigd om in regionaal verband met een stukje te gaan oefenen alsof de Omgevingswet al in werking is. Het gaat om specifiek interbestuurlijke try-outs. Gemeenten, waterschappen en provincies weten nu ongeveer de eigen vraagstukken en wat hen te doen staat. Maar wat gebeurt er als je elkaar opzoekt? Wat ziet het publiek als je het geheel in samenhang bij elkaar brengt? Is er dan meer samenhang en betere dienstverlening? Een try-out is een uitgelezen kans om de Omgevingswet in een veilige omgeving uit te proberen voor een welwillend publiek. Zoals een cabaretier met try-outs zijn verhaal verbetert, gaat dit ons helpen handreikingen, hulpmiddelen en technologie te verbeteren.
Met interbestuurlijk bedoelen we ook dat de ketenpartners zoals de omgevingsdiensten en de veiligheidsregio’s die nu vaak laat – of helemaal niet - worden betrokken bij het beleid in de omgevingsvisie of het opstellen van een omgevingsplan. Waar de pilots op gericht zijn, bepalen regio’s zelf. Het kan van alles zijn, bijvoorbeeld: hoe werkt de provinciale omgevingsvisie door bij gemeenten? Of: hoe maken we gezamenlijk toepasbare regels en hoe werken verschillende regels op elkaar in? Het kan ook gaan over hoe je de werkprocessen voor vergunningen op elkaar afstemt, wat nodig is om straks binnen 8 weken die vergunning te verlenen.
Regio’s die met een try-out aan de slag gaan, doen kennis en ervaring op. Ze krijgen vanuit het programma iemand die de try-out begeleidt en specifieke maatwerkondersteuning. Op de casus toegesneden juridische en technologische kennis en expertise op het terrein van anders werken. Wat we terugvragen zijn eigen uren, enthousiasme en de wil om te leren en ervaringen te delen. Een blauwdruk is er niet, we weten wat de wet van ons vraagt en dat de première is gepland op 1 januari 2021. Zoals die van mijn dochter vorig jaar op 27 december. Het was een paar weken na de try-out waarin alles samenkwam en ging vliegen dankzij de interactie met het publiek. In de coulissen moest gauw nog haar paarse armbandje af omdat de andere ballerina’s dat ook niet hadden. Het zaallicht doofde, de muziek zwol aan en daar was ze in haar flamingo-roze tutu, knotjes in het haar en het kenmerkende brilletje. Ik voelde mijn keel knijpen. Buiten begon het zachtjes te sneeuwen.
Zie ook
- Klik bovenaan de pagina op Bekijk de andere artikelen in dit boek voor meer blogs.