Het medialandschap verandert. Binnen het stelsel van de publieke omroepen gaan de lokale omroepen op in streekomroepen. Nieuwe (sociale) media komen op. De bekostiging door gemeenten is binnen enkele jaren niet meer bij wet geregeld. Wat blijft is de overtuiging dat lokale media goed is voor de lokale democratie. Deze raadgever biedt inzicht en beschrijft de positie die u daarbij als raadslid heeft.
Gemeente en de media – wettelijk kader
Om de democratie te versterken is de media nodig. Ook lokaal. Uit onderzoeken blijkt dat met name raadsleden in dit opzicht onvoldoende handvatten hebben. Daarom hebben de bewindslieden van BZK en OCW samen met de VNG al in 2017 de handreiking ‘Lokale media en informatievoorziening’ laten maken. In 2020 werd dit opgevolgd met advies om te komen tot gemeentelijk mediabeleid.
Tot 2028 bekostigen de gemeenten de lokale publieke omroep. Elke vijf jaar adviseert de gemeente het Commissariaat van de Media welke lokale omroep in aanmerking komt als lokale publieke omroep. Voor deze gemeentelijke taak is in 2023 de Handreiking Aanwijzing Lokale Omroepen verschenen. In het aanwijzingsproces kan de gemeenteraad verschillende posities innemen, afhankelijk van de keuzes die u in dit proces maakt.
Inmiddels ligt er een concept voor de herziene mediawet, die naar verwachting in 2025 goedgekeurd wordt. Daarin verandert de rol van de gemeente aanzienlijk. Lokale omroepen gaan op in streekomroepen, waarvan er ongeveer tachtig zullen zijn. De bekostiging loopt niet meer via de gemeente, maar via het ministerie van OCW. Gemeenten ontvangen daarom ook geen bijdrage meer hiervoor via het gemeentefonds. De aanwijzingsprocedure zal daardoor ook veranderen. Het ziet er naar uit dat de gemeente nog wel betrokken blijft bij de aanwijzing van de steekomroep, maar in een kleinere rol dan nu het geval is. De 2 redenen om het stelsel te veranderen zijn de relatie tussen lokale omroepen en gemeenten en de kwaliteit van de lokale journalistiek.
De relatie tussen gemeente en lokale omroep/streekomroep
Een bekostigingsrelatie tussen gemeente en lokale omroep staat in sommige gevallen een onafhankelijke relatie in de weg, volgens het ministerie van OCW. Hoewel de VNG dit bestrijdt, is dit een argument geweest om de bekostiging bij gemeenten weg te halen.
Voorop staat dat journalistiek, ook lokale journalistiek, altijd onafhankelijk is. Daardoor kan de lokale media haar rol als kritische ‘waakhond’ van de democratie goed vervullen en zo nodig ook tegenspraak kanaliseren. Dat geldt voor lokale omroepen en streekomroepen, maar ook voor alle andere media (dagbladen, huis-aan-huiskranten, internetredacties, etc). Tegelijkertijd kan de gemeente ruimte en diensten inkopen bij lokale media. Bijvoorbeeld het maken van opnames van raadsvergaderingen of het gebruiken van advertentieruimte in huis-aan-huiskranten voor gemeentelijke mededelingen.
Ook staat het gemeenten vrij om subsidies te verstrekken aan media-instellingen. Uitgangspunt daarbij is en blijft dat mediaorganisaties absolute redactionele onafhankelijkheid hebben, zonder invloed van overheden daarop, ook als er subsidies worden gegeven of als mediaruimte wordt ingekocht.
Kwaliteit van de lokale journalistiek
Door de geringe schaal van veel lokale media-organisaties staat de (journalistieke) kwaliteit onder druk. Zoals gezegd kunnen gemeenten besluiten om met subsidies lokale bedrijven overeind te houden. Voor de streekomroepen is vanuit het ministerie van OCW met de nieuwe regelgeving in totaal meer geld beschikbaar. Daarmee kan en moet worden geïnvesteerd in kwaliteit. Ook de beoogde schaalvergroting naar streekomroepen geeft meer kansen voor investeringen in de kwaliteit.
De VNG constateert (samen met andere organisaties die zijn verenigd in de Coalitie voor Lokale Journalistiek) dat er in de volle breedte van de lokale media (dus niet alleen de omroepen) een kwaliteitsimpuls voor lokale journalistiek nodig is. Zij pleiten onder andere voor ruimere beschikbaarheid van aanvullende financiering die de kwaliteit van lokale journalistiek ten goede moet komen.