VNG Magazine nummer 9, 31 mei 2024
Tekst: Marten Muskee | Beeld: Marco Vellinga
Nederland is te klein om een groot verschil tussen stad en platteland te laten ontstaan, zegt Mark Boumans. ‘We kunnen de potentie van alle regio’s beter benutten. Iedere regio verdient een eigen kansenagenda.’
Mark Boumans, vicevoorzitter van de VNG, geeft samen met de Bredase burgemeester Paul Depla leiding aan de Adviesgroep Elke Regio Telt. Die bracht recent advies uit aan de VNG hoe om te gaan met het rapport Elke regio telt!, vorig jaar gepresenteerd door de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving en de Raad voor het Openbaar Bestuur.
De drie adviesraden concluderen dat er aanmerkelijke en niet te rechtvaardigen regionale verschillen bestaan in brede welvaart, ontstaan door in het verleden gemaakte keuzes van het rijk. Het huidige rijksbeleid versterkt vooral regio’s die al sterk zijn, in andere regio’s verschralen de voorzieningen. Dat vraagt om herstel van evenwicht. De VNG riep de hulp van de achterban in om tot een gedragen mening te komen hoe om te gaan met de aanbevelingen uit het rapport.
Daartoe belegde de adviesgroep diverse bijeenkomsten in het land. Die leverden talloze constructieve en ook pittige gesprekken op. ‘Overal waar ik kom tref ik alleen maar trotse mensen die vertellen over hun regio en de kansen waarmee ze aan de slag willen. Dat bevestigt heel sterk mijn mening dat wij genoeg bestuurskracht in Nederland hebben om met het rapport aan de slag te gaan’, zegt Boumans. ‘De periferie bestaat hier niet. Nederland is klein. Denk vanuit de regio en de kracht van het hele land. Dat brengt ons meer dan het denken vanuit enkele mainports die het voor de rest moeten doen.’
Denk vanuit de regio en de kracht van het hele land
De VNG krijgt het advies het rijk te helpen om sensitiviteit op te bouwen voor onbenut potentieel in de regio. Kunt u dat toelichten?
‘Dat sluit aan bij ons advies een kansenagenda voor alle regio’s te maken. Iedere regio heeft eigen unieke kwaliteiten en mogelijkheden. Onder de kaasstolp in Den Haag is het voor ministeries soms moeilijk zich te verplaatsen in de regio. Wij adviseren de VNG op dat vlak bewustzijn te organiseren en deskundigheid te ontwikkelen, om vervolgens bij ieder bestuurlijk of ambtelijk overleg dat perspectief op tafel te leggen. De nieuwe verenigingsstrategie van de VNG helpt daarbij. Onderdeel daarvan is verder te investeren in de contacten met de achterban. De klankbordgroep bestaat uit 75 vertegenwoordigers van alle regio's. De VNG probeert daarmee de diversiteit van Nederland aan tafel te krijgen. Daar leren we van elkaar en we krijgen begrip voor elkaars situatie. Dat maakt ons sterker en van daaruit kunnen we inzetten op bijvoorbeeld de woningbouwopgave, bestaanszekerheid of regionaal economisch beleid.
‘De VNG treedt daarbij op als verbinder. Dat gebeurde van oudsher al via de twaalf provinciale afdelingen die allemaal op hun eigen manier functioneren. In de loop der jaren kwamen daar de G4, G40, M50, P10, K80 en R8 bij. Van belang is dat die netwerken ook met elkaar spreken, anders vindt groot wat van klein en andersom. Dat helpt de VNG uiteindelijk niet om namens alle gemeenten te spreken. Daarvoor is meer discussie binnen de vereniging nodig.’
Hoe verliepen de gesprekken met al die gremia?
‘Aanvankelijk dreigde de adviesgroep in de valkuil te lopen door het rapport te becommentariëren. Uiteindelijk slaagden we erin het gesprek aan te gaan over de obstakels waar een plattelandsgemeente in Oost-Nederland, een kleine stad in het noorden of een G4-gemeente in de Randstad tegenaan loopt. De logica van het rapport is veelzeggend. Duidelijk werd dat gemeenten prima verschillend kunnen zijn. Het gaat niet primair om een herverdelingsvraagstuk. Het draait om de vraag of de keuze van de rijksoverheid, om sterke regio’s sterker te maken, de juiste is. Het antwoord daarop is nee. Die keuze pakt voor veel gebieden niet goed uit. De focus ligt op die investeringslogica. Het gaat niet alleen om geld, ook om onzinnige regels. Belangrijk is dat we er geen zoektocht naar de tien zwakste regio’s van hebben gemaakt. We willen in de basis dat er voor alle regio’s een kansenagenda komt door te onderzoeken waar het sterker en beter kan.’
Het gaat niet alleen om geld, ook om onzinnige regels
Middelen zijn linksom of rechtsom wel belangrijk. Kostte het moeite om op één lijn te komen?
‘Als het alleen om geld ging, was het een ingewikkelde discussie geworden. Wat jij wilt gaat ten koste van mij. De VNG bevecht bij het rijk dat alle gemeenten het oplopende tekort tot drie miljard gecompenseerd krijgen. Die discussie staat los van nieuw rijksbeleid om alle regio’s daadwerkelijk mee te laten doen. Dit vraagstuk is veel breder. Los van beelden en gevoelens is de adviesgroep erin geslaagd heel goed naar iedereen te luisteren. Waar loopt de ander tegenaan, is dat oplosbaar? Het was geen wedstrijd wie het grootste probleem heeft. De adviesgroep bestond uit een mooi palet aan mensen die uit eigen ervaring of via hun achterban de pijnpunten goed op tafel wisten te leggen.’
Denkt u dat het nieuwe kabinet net als het huidige de boodschap uit het rapport ook omarmt?
‘Het grote risico is dat dit prachtig rapport, waarbij iedereen tot tranen geroerd is over de aanbevelingen, binnen een half jaar onderin de la ligt. Wij moeten hier blijvend aandacht voor vragen, te meer daar BZK eigenlijk heel positief op het rapport reageerde. Voor andere ministeries ligt dat complexer. Het vergt van het coördinerend departement een inspanning om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. BZK werkt voortvarend aan die integrale aanpak met langjarige en structurele financiering. Het nieuwe kabinet zal dat ook echt moeten omarmen als beleidsprioriteit. Regiodeals zijn leuk, maar slechts een beetje handgeld dat als hagelslag over Nederland wordt uitgestrooid. Het rijk kiest nu voor tien regio’s, de vijf uit het rapport en nog eens vijf daaraan toegevoegd. Begrijpelijk, want de achterstanden zijn daar het grootst, maar wat ons betreft is dat niet de eindsituatie. Het rijk doet de aanbevelingen uit het rapport en onze werkzaamheden onvoldoende recht wanneer het niet alle regio’s in staat stelt met een kansenagenda te komen.’
Iedere regio vraagt om een andere aanpak
Zonder economisch perspectief floreert een regio niet. Hoe is dat op te lossen?
‘Iedere regio vraagt om een andere aanpak. De Achterhoek bijvoorbeeld heeft al een heel sterke economische ruggengraat, met meer dan honderd pareltjes aan middenbedrijven. Geen ASML, maar wel andere wereldmarktleiders. Die wil je niet kwijt.
‘Voor ons is het van belang jonge mensen vast te houden, anders vertrekken die bedrijven naar het buitenland. Dat zijn wel dragers van het bruto binnenlands product die de economie voortstuwen. Verlies dat niet uit het oog. De Achterhoek heeft voorzieningen als onderwijs en bereikbaarheid nodig om aantrekkelijk te blijven. Als je nooit een keer boven komt drijven op de nationale agenda omdat je als regio met 400.000 mensen als te klein wordt beschouwd, gaat het de verkeerde kant op. In Noordoost-Groningen is de economie veel dunner. Daar helpt het wel om de werkgelegenheid te stimuleren.’
Kunnen gemeenten brede welvaart in de regio koppelen aan de kansen die opgaven als klimaatadaptatie en de energietransitie bieden?
‘Ja, dat denk ik echt. Wij moeten aan de slag met de transities, daar is ruimte voor nodig. Er liggen echt koppelkansen met onze ambities om de wereld een stukje schoner en beter door te geven aan volgende generaties. De decentrale overheid kan echt een bijdrage leveren aan de grote rijksopgaven. Zet ons daarvoor in positie. Of je nou de gemeente Ameland, Amsterdam of Valkenburg bent, dat maakt niet uit. Maak de regio’s sterker, dan kunnen ze allemaal een bijdrage leveren. Dat is echt onze overtuiging.’
Wie is…
Mark Boumans is vicevoorzitter van de VNG en burgemeester van Doetinchem. Hij is onder meer ook voorzitter van de Regio Achterhoek.