Sybren van Dokkum

Urenlang gamen, eindeloos scrollen, schermverslaving, slecht slapen en zelfs depressies: de negatieve impact van digitalisering op jongeren en kinderen lijkt evident. Aan de andere kant biedt de online omgeving ook verbinding, kennis, troost en humor. Sybren van Dokkum, raadslid in Heiloo en zelf een ‘digital native’, ziet hoe lokale bestuurders worstelen met de kloof tussen de fysieke en de digitale wereld. 

Hij is zelf behoorlijk gevoelig voor de algoritmes van YouTube. ‘Dan komt er weer een volgend filmpje voorbij met iets leuks voor mijn racefiets of een andere hobby, en voordat ik het doorheb zit ik zomaar een uur naar mijn scherm te kijken’, zegt Sybren van Dokkum. Met zijn 33 jaar is hij het jongste raadslid van het Noord-Hollandse Heiloo en ook het jongste lid van de VNG-commissie Informatiesamenleving. 

Het zijn precies die slimme algoritmes die de bouwers van apps, games en sociale media bedenken om onze aandacht vast te houden. Vaak zijn ze vooral gericht op jongeren en kinderen. Hoewel  wetenschappelijk onderzoek nog schaars is, zijn er legio verhalen over verslaving, eenzaamheid en andere digitale problemen onder die groep. Ook andere online gevaren liggen op de loer, zoals cyberpesten of criminelen die jongeren met de belofte van snel geld proberen te lokken als ‘geldezel’. 

Veilige omgeving

Wat betekent digitalisering voor het welzijn van jonge mensen? En beschermen we ze eigenlijk wel genoeg tegen al die de dwingende algoritmes? ‘Als overheid hebben we de taak om onze inwoners een veilige omgeving te bieden’, zegt Van Dokkum. ‘Niet alleen fysiek maar ook sociaal. Daarom zijn er wetten om jongeren te beschermen. Ze mogen bijvoorbeeld geen werk doen dat gevaarlijk of schadelijk is voor hun gezondheid. Er zijn ook strikte regels voor het aantal uren dat ze mogen werken. Waarom zou je jongeren dan wel mogen blootstellen aan gevaarlijke algoritmes? Waarom zit er niet een maximaal aantal speluren in een game ingebouwd?’

Deze en andere vragen komen ook terug in een Kamerbrief van juni 2023, waarin de staatssecretaris van Digitalisering aandacht vraagt voor zowel de kansen als de risico’s voor kinderen in de onlinewereld. In de brief staat een aantal advieslijnen voor gemeentelijk beleid, zoals de regulering van commerciële aanbieders van digitale producten via Europese wetgeving. Daarnaast gaat het onder meer om zaken als media-opvoeding, mediawijsheid en de aanpak van mentale gezondheid. Zo moeten jongeren en ouders de kansen en risico’s van de online omgeving beter leren herkennen en moet mentale ondersteuning beter aansluiten bij de online leefwereld van jongeren. 

Positieve kanten

Tegelijkertijd is het lastig om te bepalen of digitalisering zelf de oorzaak is van problemen als schermverslaving en eenzaamheid onder jongeren. Van Dokkum: ‘Jongeren die in de jeugdzorg belanden, hebben een thuisomgeving, een schoolomgeving én een digitale omgeving. Die fysieke en digitale werelden lopen steeds meer in elkaar over en hangen nauw met elkaar samen.’ Digitalisering heeft bovendien ook veel positieve kanten voor jongeren. Zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam dat digitale media kunnen zorgen voor verbinding met klasgenoten, vrienden en familie. Kinderen vinden er ook troost en afleiding en een plek om hun hart te luchten of situaties te relativeren met humor.

Van Dokkum vindt dat gemeenten en het Rijk verder in gesprek moeten over deze vraagstukken. ‘Dat begint met de vraag: wat verstaan we precies onder het welzijn van jongeren in de digitale wereld? En hoe gaan we als overheden dat welzijn beschermen of bevorderen? Als we in een stadspark veilige speeltoestellen plaatsen, is het bijna vanzelfsprekend dat dit met publiek geld wordt gefinancierd. Binnen de digitale wereld zijn vergelijkbare publieke voorzieningen nog heel ver weg.’

Meer eenheid

Om effectief beleid te kunnen ontwikkelen, moeten er dus nog veel vragen worden beantwoord. Van Dokkum ziet dat veel bestuurders worstelen met die kloof tussen de fysieke en de digitale wereld. Toch investeren gemeenten wel degelijk in zaken als mediawijsheid en preventie. Met communicatie en voorlichting over digitale veiligheid voor kinderen bijvoorbeeld, of met voorzieningen voor verantwoord gamen in combinatie met sport en beweging. Van Dokkum: ‘Nu zijn dat soort initiatieven nog heel versnipperd. Het zou goed zijn als daar meer eenheid in komt. Daarom moeten we als overheden met elkaar aan tafel en ons meer bewust worden van de online leefwereld van jongeren. Digitalisering is echt overal, dat is de realiteit.’