Met een soortenmanagementplan (SMP) kan de gemeente een omgevingsvergunning aanvragen bij de provincie voor isolatie voor een bepaald gebied. Hiervoor is jaarrond ecologisch onderzoek nodig. De gemeente verstrekt vervolgens de vergunning door aan inwoners die plannen hebben voor bijvoorbeeld na-isolatie.
Wat is een soortenmanagementplan (SMP)?
Een soortenmanagementplan (SMP) is een plan dat gemeenten kunnen opstellen om bij bijvoorbeeld woningisolatie rekening te houden met beschermde diersoorten, zoals vleermuizen, die in gebouwen kunnen verblijven. Het doel van een SMP is om de populaties beschermde soorten in stand te houden of te verbeteren.
In een SMP staan:
- de uitkomsten van ecologisch onderzoek: de gemeente laat onderzoeken of in de gebouwen in het gebied waarvoor de vergunning aangevraagd wordt, beschermde diersoorten, zoals vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen, aanwezig zijn
- de beschermende en compenserende maatregelen die op gebiedsniveau worden genomen, zoals alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen realiseren
- doelstellingen voor het behoud en de bescherming van de gevonden diersoort(en)
- de opzet voor voortdurende monitoring
Welke voorwaarden gelden bij een omgevingsvergunning op basis van een SMP?
De voorwaarden waaraan een SMP moet voldoen, kunnen variëren afhankelijk van de provincie, de aanwezige beschermde diersoort(en) en de specifieke werkzaamheden (alleen na-isolatie of bijvoorbeeld ook sloop en nieuwbouw). Over het algemeen gelden de volgende voorwaarden:
- De isolatie mag alleen worden uitgevoerd door een isolatiebedrijf dat de training natuurvriendelijk isoleren (NVI) heeft gevolgd en werkt binnen de voorwaarden van NVI.
- De natuurkalender (zie handreiking provincie Utrecht, pdf, 876 kB) moet worden gevolgd, wat betekent dat isolatie alleen mogelijk is buiten de kraam- en winterperiode (of als de woning natuurvrij is gemaakt voor het ingaan van deze periode).
- Voorafgaand aan de isolatiewerkzaamheden (buiten de kraam- en winterperiode) moet het gebouw natuurvrij worden gemaakt. Hierbij worden kapjes over kieren en gaten geplaatst, zogenoemde exclusion flaps, waardoor dieren naar buiten kunnen, maar niet terug naar binnen. Na enkele dagen is de woning 'natuurvrij'.
- Gemeenten moeten grote alternatieve (kraam- en winter)verblijven realiseren.
- Bewoners en isolatiebedrijven moeten kleine nestkasten aan bijvoorbeeld de gevel plaatsen waarin vleermuizen of vogels kunnen verblijven.
- De status en trends van de populatie beschermde diersoorten moeten gemonitord worden om de effectiviteit van de maatregelen te evalueren en zo nodig de strategie en maatregelen aan te passen.
Wat zijn de voordelen van een SMP?
Met een SMP kan een gemeente in een keer voor een gebied een omgevingsvergunning aanvragen. Anders dan onder de methode NVI of de pre-SMP-aanpak gelden er voor de SMP geen beperkingen voor het aantal en type gebouwen die mogen worden geïsoleerd. Dat betekent dat de SMP ook een oplossing biedt voor VVE’s, appartementen en utiliteitsbouw.
Omdat de gemeente onderzoek laat doen en de vergunningsaanvraag indient, ontzorgt deze aanpak inwoners, woningbouwcorporaties en ondernemers. Het scheelt hen veel geld en tijd omdat het niet nodig is om per gebouw ecologisch onderzoek te laten doen en individueel een vergunning aan te vragen.
De gebiedsdekkende omgevingsvergunning op grond van een SMP kan ook worden gebruikt voor sloop-, renovatie- en nieuwbouwactiviteiten die effect kunnen hebben op beschermde diersoorten. Deze activiteiten moeten dan in het SMP en de vergunningaanvraag worden meegenomen. Voordeel hiervan is dat aparte en tijds- en kostenintensieve vergunningsaanvragen van gemeenten zelf dan ook niet meer nodig zijn.
Is een vergunning op basis van een SMP juridisch houdbaar?
Dat is niet absoluut zeker omdat hierover nog geen jurisprudentie is. Maar vergeleken met andere methoden is een vergunning op basis van een SMP op dit moment de juridisch meest robuuste manier om soortenbescherming en na-isolatie te combineren. Dat komt doordat een SMP en de daarop gebaseerde vergunning onderbouwd zijn met ecologisch onderzoek.
Moeten gemeenten een SMP opstellen?
Gemeenten hebben geen wettelijke taak om SMP’s op te stellen. Veel gemeenten stellen wel een SMP op vanwege de hierboven genoemde voordelen. Zij kunnen daarvoor een bijdrage aanvragen bij hun provincie.
Hoelang is de omgevingsvergunning op basis van een SMP geldig?
De omgevingsvergunning is doorgaans 10 jaar geldig, maar dit kan per provincie verschillen.
Hoelang duurt het om een vergunning op basis van een SMP te krijgen?
De doorlooptijd voor het opstellen van een SMP en het aanvragen van een gebiedsgerichte omgevingsvergunning bij de provincie is 1 tot 2 jaar, of langer. Dat heeft onder andere te maken met het ecologisch onderzoek dat jaarrond moet worden uitgevoerd en het tekort aan ecologen.
Omdat het een aantal jaren in beslag kan nemen voor de vergunning rond is, is het verstandig hiervoor zo snel mogelijk contact te leggen met een ecologisch adviesbureau. Dan kan de provincie na afloop van de tijdelijke landelijke aanpak NVI (maar bij voorkeur eerder) een omgevingsvergunning op basis van de SMP verlenen.
Wat kost een SMP?
Het opstellen van een SMP vergt investeringen in tijd en geld. Een SMP voor de hele gemeente kost tussen de € 100.000 en € 800.000, met uitschieters naar boven. Dat is exclusief monitoring en afhankelijk van de omvang van de gemeente. Met het huidige tekort aan ecologen kunnen deze kosten verder stijgen.
Naast kosten voor het opstellen van een SMP zijn er kosten voor de monitoring en het beheer van het SMP. Er is nog geen duidelijk zicht op de hoogte van deze kosten. Eerste indicaties wijzen op bedragen tussen de € 10.000 en € 100.000 per jaar. Dit bedrag kan verschillen per gemeente en is mede afhankelijk van de grootte van de gemeente.
Welke middelen zijn beschikbaar voor SMP’s?
Als tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen van een SMP, heeft het ministerie van VRO de SPUK Versnelling Natuurinclusief Isoleren opengesteld voor provincies. Van de in totaal € 112 miljoen is 80 miljoen (incl. btw) bestemd voor gemeenten die hiermee SMP’s voorbereiden, opstellen, implementeren en monitoren. Gemeenten kunnen deze middelen via hun provincie aanvragen.
De overige € 32 miljoen (incl. btw.) is bestemd voor provincies, voor advies en ondersteuning aan gemeenten en bepaalde handhavingstaken. Ongeveer € 17,6 miljoen daarvan is bedoeld voor het realiseren van alternatieve verblijven voor vleermuizen, vaak via subsidie aan gemeenten.
In de eerste tranche kwam geld beschikbaar voor de helft van alle gemeenten (december 2023). Eind 2024 werd een tweede tranche geopend voor de andere helft van de gemeenten.
- Regeling specifieke uitkering versnelling natuurinclusief isoleren: eerste tranche
- Regeling specifieke uitkering versnelling natuurinclusief isoleren: eerste tranche, aanpassing juli 2024
- Regeling specifieke uitkering versnelling natuurinclusief isoleren: tweede tranche
In juli 2024 werden de bestedingstermijnen van deze SPUK voor gemeenten verlengd van 2027 naar 2030. Ook de bestedings- en verstrekkingstermijnen voor provincies zijn verlengd, respectievelijk van 2027 naar 2030, en 2026 naar 2028. Gemeenten kunnen dus tot 1 juli 2028 de SPUK-middelen bij hun provincie aanvragen.
Deze middelen zijn niet kostendekkend. De VNG blijft zich daarom inzetten voor voldoende financiële dekking.
Naast de SPUK gebruiken veel gemeenten CDOKE- en NIP LAI-middelen. Voor de NIP LAI-middelen geldt dat de extra budgetten bestemd voor ‘natuurinclusief isoleren’ en ‘VVE’s’ vrij besteed en dus ook voor SMP’s ingezet mogen worden (let op: niet de middelen voor doe-het-zelvers). Voor de middelen met een resultaatverplichting geldt dat ook deze voor SMP’s gebruikt mogen worden, mits het aantal woningen uit de verplichting gehaald wordt.
Moet een SMP (in een keer) voor de hele gemeente worden opgesteld?
Gemeenten kunnen, als de beschikbare middelen beperkt zijn, een SMP opstellen voor een deel van de gemeente waar isolatie het meest urgent is, bijvoorbeeld vanwege energiearmoede. De SPUK-regeling is onder meer op dit belangrijke punt aangepast door onze lobby-inzet: de eis om gemeentedekkende SMP’s op te stellen is losgelaten. Dat geldt voor zowel de eerste als de tweede tranche.
Disclaimer: De richtlijnen voor een vergunning op basis van een SMP kunnen per provincie verschillen. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Ga hierover met uw provincie in gesprek.