De doorrekening die ten grondslag ligt aan de sectorale routekaart gemeenten leidt tot een aanvullende investering van ruim € 9 miljard over 30 jaar. Naast dit bedrag is € 44 miljard gemoeid met de nieuwbouw van gebouwen die toch al moesten worden vervangen. 

Het is aannemelijk dat gemeenten tussen 2020 en 2050 gezamenlijk een budget kunnen inzetten voor de vervanging van 40% van de gebouwen door nieuwbouw. De benodigde € 44 miljard is de autonome investering gebaseerd op de gemiddelde vernieuwingsgraad over de periode 2007-2016. Dit betekent niet dat deze budgetten al beschikbaar zijn.  

Dit bedrag is opgebouwd uit de investeringskosten voor nieuwbouw per vierkante meter bruto vloeroppervlak en de onderhoudskosten voor al het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed over 30 jaar. De prijs per m2 nieuwbouw bedraagt € 2.500 exclusief de kosten van de huidige norm naar BENG (€ 40 per m2) en ENG (€ 140 per m2).  

Aanvullende investering

Daarbovenop komt een bruto investering van € 9 miljard. Dat zijn de meerkosten van de versnelling. Deze investeringen betreffen het integraal verduurzamen van de 42% van de bestaande voorraad en het aardgasvrij maken van het restant van de gebouwen.  

Onderwijshuisvesting

Voor onderwijshuisvesting geldt dat de investeringen in nieuwbouw op basis van de huidige vernieuwingsgraad € 20,9 miljard bedragen. Voor aanvullende investeringen in verband met het integraal verduurzamen van gebouwen die voor 2050 nog niet aan vervanging toe zijn, is € 9,6 miljard extra nodig en voor de noodzakelijke kwaliteitsverbetering nog eens € 11,4 miljard. 

Financiële impact voor uw gemeente

Wilt u van dit totaal aan kosten voor alle gemeenten samen inzoomen op de investeringen die in uw gemeente nodig zijn voor de aanpassingen aan de gemeentelijke vastgoedportefeuille? Daarvoor hebben we een rekenmodel specifiek voor gemeenten ontworpen.

Lees meer over het rekenmodel