VNG Magazine nummer 4, 5 maart 2021

Marleen Stikker

Eind februari klonk er gejuich op de socialemediakanalen: hadden we het goed gelezen? Werd open source nu wettelijk vastgelegd in de Wet digitale overheid?
We hadden het goed gelezen. Aan de Eerste Kamer schrijft de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken: ‘[Ik zeg] uw Kamer toe het commercieel uitnutten van gegevens door private partijen te verbieden, privacy by design te verplichten en open source te verankeren.’ Hij laat er geen onduidelijkheid over bestaan: ‘Ik herhaal (…) de gedane toezegging dat ik het gebruik van open source wettelijk zal bevorderen door het principe als toelatingscriterium te verankeren. Ik zal hiertoe een wetswijziging indienen.’
Wat wordt hier precies beloofd? Met een verbod op commerciële uitnutting van privégegevens wordt het onmogelijk voor bedrijven om geld te verdienen aan onze persoonlijke gegevens, wat vaak zonder ons medeweten gebeurt. Het toepassen van privacy by design zorgt dat gegevensbescherming een terechte plek krijgt in het ontwerpproces en daardoor beter verankerd wordt in de technologieën waarop onze overheid draait. En het verplichten van open source maakt niet alleen een einde aan exorbitante IT-aanbestedingen van de overheid, maar zorgt voor software die veiliger, inclusiever en transparanter is.

Deze belofte is essentieel om het internet te repareren

Laat deze belofte nu net essentieel zijn om het internet te kunnen repareren. De uitgangspunten die de staatssecretaris noemt, zijn ook terug te vinden in het ‘stembusakkoord’ dat de Digitale Vier (Waag, Open State, Bits of Freedom, Amnesty International) tijdens het digitaliseringsdebat aankondigden en is voorgelegd aan politieke partijen om te implementeren in een volgende kabinetsperiode. Een stembusakkoord formuleert een agenda voor de toekomst van digitalisering in Nederland. Het is een agenda met onderwerpen die niet ter discussie zouden moeten staan. Als het akkoord wordt ondertekend, en dat staat voor maart op de planning, komen de partijen overeen zich tijdens de komende coalitieonderhandelingen en regeringsperiode in te spannen om deze agenda uit te voeren. En het lijkt er dus op dat dat gaat lukken.

Het stembusakkoord bevat nog meer zaken die vanzelfsprekend zouden moeten zijn, zoals toezicht en een bindende mensenrechtentoets op het gebruik van data en impactvolle algoritmes, het ontwikkelen van beleid om de digitalisering van de publieke ruimte in goede banen te leiden, en de waarborg dat mensen in de openbare ruimte niet zonder verdenking gemonitord of gevolgd worden.
Het is goed om te zien dat de landelijke overheid vat probeert te krijgen op digitalisering. Het is daarnaast een goed moment om dezelfde vraagstukken op gemeentelijk niveau te adresseren: met de voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar is er voldoende tijd om deze uitgangspunten goed doordacht in de verkiezingsprogramma’s op te nemen.

Marleen Stikker is directeur van Waag en oprichter van De Digitale Stad: @marleenstikker