Programma’s zijn er in een aantal varianten: verplicht, onverplicht en de programmatische aanpak.

Verplichte programma’s

Er zijn twee type verplichte programma’s. Ten eerste zijn er verplichte programma’s die volgen uit Europese regelgeving. Voor gemeenten gaat het op dit moment met name om het actieplan geluid, dat onder de Omgevingswet gezien kan worden als een programma. Met het actieplan geluid wordt voldaan aande Europese richtlijn omgevingslawaai . Het gaat in het actieplan om de Europese grenzen aan het lawaai en de nationale maatregelen om lawaai rond de wegen in beheer bij het Rijk, de hoofdspoorwegen, de luchthaven Schiphol en andere luchthavens

van nationale betekenis binnen de normen te houden. Het is niet vereist om bestaande instrumenten, zoals het actieplan geluid, aan te passen bij inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het overgangsrecht regelt dat reeds vastgestelde actieplannen blijven gelden.

Een tweede vorm van een verplicht programma geldt bij (dreigende) overschrijding van omgevingswaarden. Overheden kunnen omgevingswaarden vaststellen. De gemeente doet dat in het omgevingsplan. Het college van B&W dient een programma vast te stellen bij dreigende overschrijding van een omgevingswaarde met maatregelen om de omgevingswaarde alsnog te halen.

De plicht tot het vaststellen van een programma ligt bij de gemeente of de waterbeheerder, tenzij in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) of de provinciale omgevingsverordening een ander bestuursorgaan is aangewezen. Wanneer Rijk of provincie een omgevingswaarde vaststelt, moet dus ook besloten worden welke overheidslaag het best in staat is om een omgevingswaarde te bereiken of in stand te houden. Voor de luchtkwaliteit geldt nu bij dreigende overschrijding van de omgevingswaarden voor benzeen, lood en koolmonoxide, een programmaplicht voor gemeenten. Dat staat in artikel 2.7 van het Bkl.

Het college van B&W kan dus worden verplicht een programma op te stellen wanneer:

  • dat volgt uit Europese regelgeving;
  • overschrijding dreigt van de omgevingswaarden in het eigen omgevingsplan;
  • overschrijding van een omgevingswaarde gesteld door Rijk of provincie aan de orde is.

Vrijwillige programma’s

Onverplichte ofwel vrijwillige programma’s zijn voor gemeenten waarschijnlijk de meest voorkomende variant.

Vrijwillige programma’s kunnen sectoraal zijn, zoals het gemeentelijk rioleringsprogramma. Daarnaast kunnen programma’s gebiedsgericht zijn. Ten slotte kunnen programma’s zich richten op een opgave, zoals de energietransitie of mobiliteit.

Het onverplichte programma is niet in alle opzichten nieuw. Ook nu maken gemeenten sectoraal of gebiedsgericht beleid onder benamingen zoals een mobiliteitsvisie, groenplan, routekaart energietransitie. Met het programma introduceert de Omgevingswet voor al deze plannen en visies een eenduidige naam en procedure. Dit draagt bij aan de inzichtelijkheid van het gemeentelijk beleid. Een gemeente kan zelf een programma opstellen, maar kan hierin ook samenwerken met andere overheden en bijvoorbeeld een gezamenlijk waterprogramma opstellen met het waterschap. Het is zelfs mogelijk dat bestuursorganen bij AMvB worden verplicht om gezamenlijk een programma op te stellen.

Overgangsrecht
Voor onverplichte programma’s is geen overgangsrecht opgenomen in de wet. Zoals al eerder opgemerkt geldt voor verplichte programma’s op grond van Europese regelgeving het Europese recht. Voor gemeenten betreft dit het actieplan geluid. Het Europese recht bepaalt het moment waarop actualisering nodig is.

Programma met programmatische aanpak

De programmatische aanpak is voor gemeenten een nieuw instrument. Het is een bijzonder type programma dat gebruiksruimte bepaalt of ontwikkelingsruimte creëert. Dat gebeurt via samenhangende activiteiten en maatregelen in een gebied waar omgevingswaarden of andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving onder druk staan. In het omgevingsplan kan de gemeente een programmatische aanpak koppelen aan de beoordelingsregels voor een omgevingsplanactiviteit. Het programma biedt dan maatregelen om te kunnen voldoen aan de omgevingswaarden of andere doelstellingen achter die regels. In artikel 3.17 van de Omgevingswet staan de eisen aan de inhoud van een programma dat vanuit de programmatische aanpak is opgesteld. De programmatische aanpak moet gelden voor een bepaalde periode, een bepaald gebied, of om een bepaalde doelstelling of omgevingswaarde te halen. Enerzijds moet er aandacht worden besteed aan de maatregelen die worden uitgevoerd om de doelen te halen, anderzijds aan de activiteiten en de beschikbare ruimte daarvoor. Vaak wordt de term ‘programmatische aanpak’ gebruikt voor alle programma’s. Het is echter een specifieke soort programma dat ruimte schept voor activiteiten waar omgevingswaarden of andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving onder druk staan.