Laatst bijgewerkt: 31 juli 2025

Vanaf 1 januari 2026 moet elke wijziging van het omgevingsplan worden opgesteld volgens de STOP/TPOD-standaard. Dat geldt ook voor regels waarmee u een gebiedsontwikkeling mogelijk maakt. Annoteren is daarbij essentieel: het zorgt ervoor dat regels juridisch correct worden verankerd, goed raadpleegbaar zijn en juist worden weergegeven in het Omgevingsloket. 

Deze werkinstructie beschrijft wat u als gemeente moet doen bij het annoteren van regels voor gebiedsontwikkeling. In feite is dat niet anders dan ‘gewoon’ annoteren. We beperken ons daarom hierbij tot de hoofdlijn: de principes van het werken met locaties en annotaties. De technische uitvoering binnen uw plansoftware blijft buiten beschouwing.

Verdiepende informatie over locaties en annotaties is op meerdere plekken te vinden. Goede startplaatsen zijn de annotatierichtlijn van Geonovum en de documentatie van uw plansoftware. 

Wat is annoteren?  

Uit de Annotatierichtlijn: ‘Door annotaties toe te voegen aan een omgevingsdocument, kan de inhoud van het document gelezen worden door o.a. de software van het Omgevingsloket. Dat zorgt ervoor dat het document op de juiste manier – inhoudelijk, juridisch en visueel - wordt omgezet naar informatie op de kaart en andere onderdelen van het Omgevingsloket. De annotaties representeren de kern van de juridische inhoud van iedere regel. Dit alles draagt bij aan goede raadpleegbaarheid van het omgevingsdocument en daarmee goede dienstverlening.’

Leg locaties vast

Om locaties te kunnen gebruiken bij het annoteren, legt u deze vast. Dit doet u door:

  • de naam van de locatie op te nemen in de regeltekst.
  • die naam te koppelen aan een geometrie (bijvoorbeeld een vlak): het Geografisch Informatieobject (GIO).

Het GIO wordt als bijlage opgenomen in het besluit van de gemeenteraad en maakt de koppeling tussen de tekst en de kaart juridisch bindend.

Eigenlijk is het GIO dus gewoon een soort begripsbepaling. Maar wel een speciale die in de meeste gevallen terug te vinden is in de bijlage ’Overzicht Informatieobjecten’. Ook de computer kan dit lezen en weet nu hoe de locatie eruitziet. Daarmee is de locatie ook bruikbaar in annotaties.

Annotaties samengevat

De belangrijkste annotaties die u kunt toepassen bij gebiedsontwikkelingen zijn:'

AnnotatieDoel
WerkingsgebiedGeeft aan waar een regel geldt.  
Verplicht bij iedere regel. 
OmgevingsnormGeeft de begrenzing aan van normwaarden en maakt deze zichtbaar op de kaart.
ActiviteitGeeft aan dat een regel een over een bepaalde activiteit gaat, en waar die regeling geldt.
GebiedsaanwijzingVerduidelijkt welk type gebied wordt aangeduid. Bijvoorbeeld: ‘groen’.

Locaties en annotaties in Regels op de kaart

Het effect van deze annotaties is bijvoorbeeld zichtbaar bij Plekinfo in Regels op de kaart: 

De weergave in Regels op de kaart ontstaat door het toekennen van locaties aan regels en door het annoteren met gebiedsaanwijzingen, omgevingsnormen en activiteiten

Annoteren bij gebiedsontwikkelingen

In principe is annoteren bij gebiedsontwikkelingen hetzelfde als bij ‘gewoon’ annoteren. Kijk daarvoor in de Annotatierichtlijn. Er zijn wel aandachtspunten. We geven ze hieronder voor de belangrijkste annotatie-typen. Verderop gaan we specifiek in op het afbakenen van locaties bij gebiedsontwikkelingen.

Benoemen en afbakenen van locaties bij gebiedsontwikkeling

Bij gebiedsontwikkeling is het doorgaans noodzakelijk om 1 of meerdere locaties aan te wijzen en te gebruiken als werkingsgebied van regels in het omgevingsplan. In veel gevallen betreft dit de locatie van de ontwikkeling zelf. Soms is het daarnaast wenselijk om binnen die locatie aanvullende gebieden af te bakenen, bijvoorbeeld voor specifieke functies of maatregelen.

Hoe komt u erachter wat voor uw situatie de beste oplossing is? Bepaal voor elke regel waar deze geldt of gaat gelden. Er zijn 3 mogelijkheden:

  • De regel geldt alleen voor 1 specifieke gebiedsontwikkeling.
  • De regel geldt (of gaat gelden) voor meerdere gebiedsontwikkelingen, maar niet voor de rest van de gemeente.
  • De regel geldt (of zal op termijn gelden) gemeentebreed.

Deze overweging hangt samen met de plaatsing van de regel in het plan: komt deze in een afzonderlijk transitiehoofdstuk per ontwikkeling, in een generiek hoofdstuk voor meerdere ontwikkelingen, of in de integrale structuur?

Ons advies:  

Het benoemen en afbakenen van locaties moet aansluiten bij de gekozen structuur van het omgevingsplan. De naam van de locatie wordt opgenomen in de regeltekst en gekoppeld aan de geometrie (GIO).