De VNG heeft een vragenlijst opgezet om de werking en de kosten van de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen te monitoren. 

Foto vanuit de lucht van een nieuwbouwwijk

Enerzijds om best practices naar voren te halen, bij te kunnen sturen en gemeenten beter te kunnen ondersteunen. Anderzijds levert de data een gedegen onderbouwing op richting het rijk, mocht extra financiële compensatie nodig zijn. Op 17 april ging het monitoren van start met een enquête naar 52 deelnemende gemeenten. Hoog tijd voor een vervolggesprek met twee enthousiaste betrokkenen: René Wanders, Projectleider Monitor Omgevingswet, en Sander Rongen, Specialist financiële monitoring. (Lees het eerste gesprek terug). 

Inloopspreekuur

“De monitor is vooral interessant als trendanalyse”, vertelt Wanders. “En om straks een lijn te kunnen trekken, steken we ieder kwartaal de thermometer erin om te ontdekken hoe gemeenten ervoor staan.” Voor conclusies over de inhoud van de monitor is het nog wat vroeg, maar we blikken met de heren graag terug op het opzetten ervan. En werpen aan de hand van de eerste reacties en verwachtingen vast een blik op de toekomst. Deze eerste keer zal vooral inzicht opleveren in hoe goed het gemeenten lukt om de monitor in te vullen. Dat dit soms lastiger is dan gedacht, blijkt al uit de inloopspreekuren die de heren organiseren. Wanders verduidelijkt: “We hebben er nu twee achter de rug, waar in totaal ongeveer vijftien gemeenten aanwezig waren om ons vragen te stellen. Het algemene beeld is dat gemeenten het eens zijn met de inhoud van de vragen, maar dat het er in de praktijk best veel zijn en ze best diep gaan. En dat het behoorlijk wat rondjes door de organisatie kan vergen om tot alle antwoorden te komen.”  

Op zich niet gek, want de Omgevingswet heeft een brede scope en raakt aan beleid, samenwerking, vergunningen, participatie, handhaving, et cetera. Wanders: “In de praktijk is deze kennis en expertise verdeeld over verschillende mensen met mogelijk verschillende dataverzamelingen. Hier een totaalbeeld uit halen kan nog best even ingewikkeld zijn. Hierbij geven we trouwens bewust mee dat we het ook graag horen als het nog niet lukt om bepaalde data volledig boven tafel te krijgen, want ook dat feit levert waardevolle informatie op.” Rongen: “We zien dit dan ook als groeimodel, we blijven de monitor verbeteren, ook aan de hand van rapportagemogelijkheden bij de gemeenten. En een positief bijeffect voor gemeenten is dat ze door het ophalen van alle informatie zelf ook meer inzicht krijgen in hoe één en ander intern georganiseerd is omtrent de Omgevingswet.” 

We horen het ook graag als het nog niet lukt om bepaalde data volledig boven tafel te krijgen, want ook dat feit levert waardevolle informatie op

Op veler verzoek

Aan twee verzoeken wordt direct gehoor gegeven. Te beginnen met de vorm. Wanders: “De enquête wordt nu afgenomen middels een speciaal ontwikkelde online tool. Deze is heel gebruiksvriendelijk als je zelf alle antwoorden hebt. Je kunt de hele enquête delen met collega’s die hun deel kunnen invullen. Maar als je input van collega’s nodig hebt, blijken veel gemeenten het makkelijker te vinden om deelvragen te kunnen rondsturen, in plaats van de hele enquête met iedereen te delen. Daarom leveren we inmiddels ook een Word-versie, waaruit je kunt knippen en plakken.” 

Ten tweede komt er hier en daar extra ruimte voor toelichting. “Want daar bleek toch wel behoefte aan,” vervolgt Wanders. “In ons streven om zowel de tijd voor het invullen als de verwerking enigszins binnen de perken te houden, hebben we niet bij alle vragen open ruimte ingebouwd. Maar de eenduidige vragenstelling sluit niet altijd helemaal goed aan op de bedrijfsvoering van elke gemeente en vraagt om wat meer duiding over hoe een en ander is opgehaald en wat er nog mist.” 

Goede onderbouwing

Zowel Rongen als Wanders heeft veel voldoening uit het opzetten de monitor gehaald. Rongen genoot van het persoonlijke contact met gemeenten. “Mooi om op die manier een bijdrage te leveren aan de bewustwording van het belang van de monitor, zowel voor de individuele gemeenten zelf, als voor het landelijke beeld. Deelnemers leveren een waardevolle bijdrage aan de discussie richting het rijk. Gemeenten zijn bang dat het werken onder de Omgevingswet meer gaat kosten dan verwacht en dat kunnen we maar op één manier inzichtelijk maken. Met goede input uit de praktijk kunnen we goed onderbouwd het gesprek aangaan binnen het rijk.”  

Deelnemers leveren een waardevolle bijdrage aan de discussie richting het rijk; gemeenten zijn bang dat het werken onder de Omgevingswet meer gaat kosten dan verwacht en dat kunnen we maar op één manier inzichtelijk maken

Ook vindt Rongen het interessant hoe de monitor zich in samenspraak heeft ontwikkeld tot het product wat het nu is. “Eerst met de klankbordgroep en daarna met een aantal proefdraaisessies met twee gemeenten voor de punten op de i. Wat werkt goed, waar missen we toelichting of nuance. Ik heb het idee dat deze eerste enquête echt een goed startschot vormt.” Hier is Wanders het absoluut mee eens. “Want de Omgevingswet is dusdanig breed dat ik me in het begin regelmatig afvroeg waar het heen ging, er viel zoveel te meten. Toch is het gelukt steeds concreter te worden in wat we wilden vragen. We hebben een solide basis nu. Natuurlijk kunnen dingen altijd anders, het is allemaal niet in steen gebeiteld, maar het zit gewoon goed in elkaar, we kunnen onze keuzes goed onderbouwen. Dankzij de vele in- en externe gesprekken en het proefdraaien, hopen we de goede balans te hebben gevonden tussen de tijd die het kost om in te vullen en het resultaat dat het oplevert.” Dit betekent ook dat bepaalde zaken niet uitgevraagd worden. Zoals de kwaliteit van het omgevingsplan. “We focussen in dit stadium meer op kwantitatief onderzoek dan kwalitatief, onder meer omdat de uitkomsten dan makkelijker te vergelijken zijn. Dus vooral vragen in de trant van: zijn gemeenten er al mee bezig, is er gepubliceerd, heeft er participatie plaatsgevonden?” 

Doe mee!

Gemeenten hebben in deze eerste ronde tot 17 mei de tijd om de monitor in te vullen. Aanmelden voor de monitor kan nog steeds, ieder kwartaal start er namelijk een nieuwe uitvraag. Waarbij beide heren benadrukken hen zeker te contacten als je hulp nodig hebt. Rongen: “In de uitnodiging van de monitor vind je onze inloopspreekuren, maar ook daarbuiten zijn we bereikbaar. We snappen dat het invullen best wat tijd en energie vraagt en we willen het dan ook zo makkelijk mogelijk maken.” De uitkomsten van de monitor krijgen gemeenten terug in een benchmark. Wanders: “Hiermee kun je de eigen gemeente vergelijken met gemeenten van dezelfde grootte. Ook dat is waardevolle informatie. Daarnaast organiseren we werkplaatsen en workshops om met elkaar te kijken wat de uitkomsten van de monitor betekenen, wat je er als gemeente mee kunt en hoe wij het verder oppakken.” 

Meer informatie

Meer informatie over de monitor en hoe u zich kunt aanmelden