Om een goed beeld te krijgen van de werking en de kosten van de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, heeft de VNG onlangs de eerste enquête rondgestuurd. 

Foto vanuit de lucht van een landschap met bruggen, water en een snelweg.

Ronald Peters, senior adviseur Sturen en Verantwoorden bij het cluster Omgeving & Recht (BVTH), is met de gemeente Enschede één van de 52 deelnemende gemeenten en bovendien een zeer betrokken deelnemer van de klankbordgroep. “De praktijk zal uitwijzen op welk detailniveau de monitor uiteindelijk vorm gaat krijgen.” 

Een goed begin 

Op het verzoek voor deelname aan de klankbordgroep, hoefde Peters niet lang na te denken. “Ik vind het belangrijk om aan de voorkant mee te kunnen praten en op die manier ook te leren van andere inzichten.” Doel van het monitoren is enerzijds het naar voren halen van best practices, bij te kunnen sturen en gemeenten beter te kunnen ondersteunen. Anderzijds levert de data een goede onderbouwing op richting het rijk, mocht extra financiële compensatie nodig zijn. “Perfect wil ik de vragenlijst nog niet noemen”, vervolgt Peters. “Het was tijdens de bijeenkomsten echt nog een zoektocht naar wat we precies willen weten en waar de prioriteit ligt. Je kunt immers niet alles monitoren. Maar het is een goede start. De praktijk zal uitwijzen op welk detailniveau de monitor uiteindelijk vorm gaat krijgen. Met als ultiem doel een monitoringssysteem te hebben waarbij de data rechtstreeks en via een dashboard uit de gemeentelijke systemen gehaald kan worden.”  

Daarnaast heeft Peters zich hard gemaakt voor het opstellen en opnemen van de indicatoren Wkb. “De Omgevingswet en Wkb zijn zo nauw met elkaar verbonden en de consequenties gaan we ook als één geheel beoordelen, dus ik was er erg voor om beide sporen samen te voegen tot één monitor.” Uiteindelijk heeft de VNG hier ook voor gekozen. Aan verschillende hoofdvragen over de Omgevingswet zijn detailvragen toegevoegd die puur betrekking hebben op de Wkb. “Een goede zaak, want op deze manier hoeven we gemeenten niet met twee enquêtes te belasten en houden we zo efficiënt mogelijk een vinger aan de pols.” 

Zelf aan de slag

Portretfoto Ronald Peters

Inmiddels is Peters met zijn collega’s gestart met het beantwoorden van de vragenlijst voor de eigen gemeente. “We zijn begonnen met een voorbespreking met onze vijf specialisten – inclusief mezelf – op het gebied van toezicht en handhaving, vergunningen, beleid en participatie. Momenteel vullen we ieder voor zich de enquête in – dit kan nog niet gelijktijdig – waarna we weer samen zullen komen om de bevindingen te bespreken. Al met al heb ik voor mezelf twee keer een halve dag ingepland voor informatie ophalen en invullen, plus twee uur overleg.”  

Wat betreft verwachtingen is Peters duidelijk. “Het is nu nog wat vroeg, we hebben nog relatief weinig data. Zo hebben we in Enschede pas één definitieve aanvraag via de Wkb binnen. Onze vergunningverleners zijn in het eerste kwartaal van 2024 vooral bezig geweest met het afhandelen van aanvragen die eind 2023 zijn binnengekomen. Dit moest nog gebeuren op basis van de oude wetgeving, we beginnen nu langzaam ervaring op te doen met het nieuwe regime. En dit zal bij andere gemeenten waarschijnlijk niet anders zijn, dus ja, dat zal ongetwijfeld een kanttekening worden bij deze eerste monitor.” Maar dat neemt niet weg dat Peters het belangrijk vindt in dit stadium al wel te starten met monitoren. “Want vragen over hoe we participatie hebben ingericht, of we al met het omgevingsplan bezig zijn, et cetera kunnen we al wel beantwoorden. En als we blijven uitstellen, krijgen we nooit inzicht.” 

We hebben de kennis en ervaring van zoveel mogelijk gemeenten nodig om goed zicht te krijgen op de gevolgen en ontwikkelingen van de Omgevingswet en de Wkb


Belang van deelname 

Al in 2023 heeft de gemeente Enschede een ‘theoretische’ impactanalyse uitgevoerd om de gevolgen van de Omgevingswet en Wkb in beeld te krijgen. Nu is het tijd voor praktijkervaring. Waarbij het volgens Peters van groot belang is dat zoveel mogelijk gemeenten meedoen aan de monitor. “We hebben de kennis en ervaring van zoveel mogelijk gemeenten nodig om goed zicht te krijgen op de gevolgen en ontwikkelingen van de Omgevingswet en de Wkb. Dit levert bovendien een goede onderbouwing op richting het Rijk, want mogelijk pakken bepaalde zaken anders uit dan verwacht.” Peters doelt hierbij op de financiële gevolgen voor de gemeenten. “Het Rijk verwacht dat de lagere baten kunnen worden gecompenseerd door de besparingen. Uit onze analyse blijkt dit niet het geval. De eerste jaren zullen we veel capaciteit kwijt zijn aan de implementatie en het leren omgaan met de nieuwe situatie, zowel voor ons als gemeente als voor de aanvrager. Dit zal extra incidentele kosten met zich meebrengen. En structureel gezien komen er nieuwe werkzaamheden bij en vindt er een verschuiving plaats naar taken die niet door leges gedekt mogen worden. Wij vragen ons dan ook af of de huidige legessystematiek zoals die bij ons wordt gehanteerd, toekomstbestendig is.” Maar ook vanuit het perspectief van de inwoners is Peters benieuwd naar de ontwikkelingen. “Wordt het echt eenvoudiger? Zal er meer participatie gaan plaatsvinden? Komen de mensen er onderling wel uit? Worden de kosten per aanvraag na tussenkomst van de kwaliteitsborger veel hoger? Wat als de kwaliteitsborger er niet uitkomt met de aannemer? En vergeet ook niet dat de implementatie van bijvoorbeeld de Wkb nog niet is afgerond. Denk aan het toevoegen van de GK1 “verbouw” en de GK2/3.” 

Ik ben heel benieuwd of we op de goede weg zijn en hoe andere gemeenten erin zitten; het is zonde om voor alles zelf het wiel uit te vinden

En last but not least ziet Peters groot voordeel in de mogelijkheid om de eigen gemeente te kunnen vergelijken met gemeenten van ongeveer dezelfde grootte. De VNG levert deze terugkoppeling namelijk na afloop van de monitor aan de deelnemers aan. Peters: “Ik ben heel benieuwd of we op de goede weg zijn en hoe andere gemeenten erin zitten. Het is zonde om voor alles zelf het wiel uit te vinden. Laten we leren van elkaar! Ik kijk graag bij andere gemeenten in de keuken om te zien hoe zij dingen aanvliegen.”