In dit interview spreken Astrid Krikken, contractmanager en beleidsadviseur Zorg voor de Jeugd namens de regio Amsterdam-Amstelland en Remco Beijer, Inkoop- en contractmanager Maatschappelijk Domein namens regio Zaanstreek-Waterland, met vrijgevestigd psychotherapeut Ieke van Tilburg en vrijgevestigd psychiater Floor Wiedijk. Ieke en Floor behandelen kinderen en jongeren met complexe psychische problematiek. Ieke werkt in een groepspraktijk in Amsterdam en Floor werkt in een solo-praktijk in Uithoorn.

De gemeentelijke regio’s Amsterdam-Amstelland en Zaanstad-Waterland werken op het gebied van jeugdhulp nauw samen om te komen tot een samenhangende jeugdhulpverlening die perspectiefvol en dichtbij het gezin is georganiseerd.

In totaal vallen 14 gemeenten onder deze regio’s.

  • Voor gemeenten, zorgaanbieders en verwijzers is deze website www.zorgomregioamsterdam.nl gerealiseerd. Hier staat informatie over de vernieuwing in de jeugdhulp, de inkoop van gespecialiseerde jeugdhulp in de regio’s Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland en de lokale toegang.
  • Ook hebben zij de website www.ikzoekjeugdhulp.nl ontwikkeld. Deze site kunnen verwijzers of (ouders van) jeugdigen raadplegen om te zien welke zorgaanbieders zijn gecontracteerd en waar men terecht kan. De vernieuwde website is per 1 januari 2018 beschikbaar.
  • De AKJP020 is een vereniging voor vrijgevestigde BIG-professionals die patiënten behandelen met JGGZ en werkzaam zijn in de stad Amsterdam en omstreken. Deze vereniging behartigt de lokale belangen en voert overleg met de gemeentelijke regio’s Amsterdam-Amstelveen en Zaanstreek-Waterland. Voor meer informatie zie www.akjp.nl.

Jullie werken sinds 2015, het jaar van de introductie van de Jeugdwet, steeds nauwer met elkaar samen. Hoe kwam de samenwerking tot stand? Wie nam initiatief?

Ieke: ‘De vrijgevestigde BIG-professionals werkzaam in de Jeugdwet organiseerden zich in 2015 via de Amsterdamse Kinder&Jeugdportal, de AKJP. Vanuit de AKJP is destijds het contact gelegd met de gemeente Amsterdam. Inmiddels is er een vrijgevestigde vereniging voor BIG-professionals, die heet de AKJP020. In deze vereniging zijn Floor en ik actief als bestuurders.’

Astrid: ‘Wij hebben zo’n 130 contracten met vrijgevestigde zorgaanbieders. Die kunnen wij niet allemaal individueel benaderen voor een gesprek over zorginkoop. Met een afvaardiging van die vereniging voeren wij het gesprek over de plannen en de daaropvolgende ontwikkelingen die de gemeente heeft ingevoerd.’

Remco: ‘In 2018 zal er veel ruimte zijn om de nieuwe resultaatgerichte en domeinoverstijgende werkwijze te evalueren en door te ontwikkelen. Denk hierbij aan meer samenhang als er hulp op meerdere leefdomeinen in een gezin nodig is, juist in complexe casuïstiek, en het feit dat het resultaat dat het gezin zelf benoemt, centraal staat. Hierbij is de input van de vrijgevestigde erg belangrijk. Het is, zoals Astrid al opmerkt, niet mogelijk om met alle vrijgevestigden hierover het gesprek aan te gaan. Maar de gemeenten willen natuurlijk wel heel graag alle input ontvangen. Het in gesprek gaan met een afvaardiging van de vrijgevestigden helpt daarbij.’

Astrid: ‘Wij stellen lidmaatschap van de AKJP020 niet als voorwaarde om in te kunnen schrijven in de zorginkoop van 2018, maar we moedigen het wel aan door te benoemen dat deze vereniging actief is. Binnenkort hebben weer wij een gesprek met het bestuur van de AKJP over wat we van elkaar verwachten en wat we met elkaar willen bereiken.’

Wat ervaren jullie als positief, als een voordeel, in jullie samenwerking?

Floor: ‘In sommige gemeenten weten we elkaar  op de werkvloer steeds beter te vinden, is mijn ervaring. Dat is een belangrijke voorwaarde voor samenwerking.’

Ieke: ‘Wat ik merk is dat zowel gemeenten als wij professionals zoeken en nadenken over hoe we het idee van de Jeugdwet zo goed mogelijk kunnen uitvoeren. We zijn met elkaar lerend bezig, dat gaat niet altijd even soepel, maar de communicatie blijft en dat ervaar ik als essentieel.’

Remco: ‘Daar ben ik het mee eens. We werken beiden, vanuit een verschillend perspectief, aan het nieuwe stelsel. We staan gezamenlijk om het gezin, we laten het gezin, waar mogelijk, de regie voeren en doen datgene wat voor de ondersteuningsbehoefte van het gezin nodig is. Door de laagdrempeligheid van een vrijgevestigde bieden zij een onmisbaar aanbod van Jeugd-GGZ binnen de keten van Jeugdhulp.’

Astrid: ‘Dat deel ik. Ik zie ook een grote betrokkenheid van de AKJP020. Wij hebben in het voorjaar veel contact gehad met elkaar, over de nieuwe kaders van 2018 en 2019. Dat ervaar ik als een groot voordeel van het feit dat vrijgevestigden georganiseerd zijn via de AKJP020. Ook hebben we, naast de bijeenkomsten die we voor de gecontracteerde aanbieder organiseren, bijeenkomsten voor vrijgevestigden samen voorbereid en hebben we over bijvoorbeeld het berichtenverkeer met elkaar gesproken. De gemeenten bespreken nu hoe we vrijgevestigden nog beter kunnen informeren over de nieuwe bekostigingsvariant die ingaat per 1 januari 2018. Onze intentie is dat professionals  goed door ons geïnformeerd worden. En in samenspraak met de AKJP bedenken we op welke manieren we dat goed kunnen doen.’

Floor: ‘In februari hebben wij als vrijgevestigden een kritische brief gestuurd naar de gemeenten, onder andere over de toegang tot de zorg via de huisarts en/of het lokale team. De reactie van de gemeenten om met elkaar over de inhoud van de brief het gesprek te voeren, hebben wij gewaardeerd. Wij waren kritisch in dat overleg, dat is best lastig voor gemeenten om te ontvangen. Dan is het fijn om constructief met elkaar in gesprek te zijn.’

Astrid: ‘De vereniging houdt ons op die manier ook scherp. Dat is ook belangrijk voor ons. Ook voor 2018, een jaar waarin we op basis van 11 profielen en 4 intensiteiten gaan werken, willen we graag met de vereniging in gesprek blijven om ons beleid te evalueren. We horen graag op basis van praktijkvoorbeelden wat wel en wat niet goed uitpakt.’

Remco: ‘In 2018 zal er inderdaad veel geëvalueerd worden. Er zal altijd ruimte zijn voor verbetering. Dat is juist het mooie. Schouders eronder, ogen gericht op de toekomst en de gezinnen zo efficiënt effectief mogelijk helpen en datgene inzetten wat nodig is om het probleem op te lossen, is hierbij het uitgangspunt. Maar om te kunnen verbeteren moeten beide partijen ook kunnen en willen incasseren. Het gesprek aangaan via een dialoog en echt luisteren naar elkaar. En dat zie je gebeuren tijdens de vele regiobijeenkomsten, overleggen en andere gesprekken tussen de zorgaanbieders en gemeenten.’

Floor: ‘Je voelt dat de gemeentelijke regio’s graag willen dat de J-GGZ goed verloopt. Dat is fijn. En natuurlijk blijven we graag in gesprek met de gemeentelijke regio’s. Wij vinden het een heel spannend jaar, want hoe pakt het model uit? Wat zijn de risico’s voor vrijgevestigden als het gaat om regiehouderschap binnen het hoofd- en onderaannemerschap? Hoe verloopt een en ander op financieel niveau als je zorg moet stapelen binnen de geboden tarieven? En is de ICT goed georganiseerd?’

Ieke: ‘Die punten van zorg deel ik en ik zou deze ook terug willen zien in de gesprekken die we als vrijgevestigden met de gemeente voeren. Ook wil er nog graag aan teovoegen: sluiten de profielen aan bij de patiëntpopulatie en wat als dat niet het geval is?’

Welke punten in de samenwerking beschouwen jullie als verbeterpunten?

Remco: ‘De AKJP is van origine Amsterdams gericht. Nu er één contract is, waarbij een vrijgevestigde voor 14 gemeenten ingezet kan worden, is het wenselijk dat de AKJP meer naar buiten treedt als regionale afvaardiging. Mogelijk zijn er vrijgevestigden die zich eerder om die reden niet hebben aangesloten bij de AKJP. Ook zou ik de informatie- en communicatiebehoefte van de groep vrijgevestigden meer met elkaar willen afstemmen. Dat kan gaan om het bepalen van vaste contactmomenten, tot de vraag welke communicatiemiddelen bijdragen aan het efficiënt bereiken van de groep vrijgevestigden.’

Astrid: ‘Ik heb het idee dat vrijgevestigden de afgelopen jaren bij problemen de media zochten vóórdat zij het gesprek met de gemeenten zijn aangegaan. Dat mag natuurlijk altijd. Maar ik zou het graag anders zien: ga eerst met elkaar in overleg, vaak spelen er allerlei aannames en beelden die oplosbaar zijn in het gesprek.’

Ieke: ‘Vrijgevestigden hebben turbulente jaren achter de rug. In 2015 toen Amsterdam startte met contractering via een aanbestedingsprocedure, zijn veel vrijgevestigden afgehaakt. Daarover is veel media-aandacht geweest. Nu we elkaar regelmatig spreken, blijven jullie goed geïnformeerd over wat speelt bij vrijgevestigden en kan er hopelijk tijdig worden geanticipeerd. Wat ik wel als een aandachtspunt voor onze samenwerking ervaar, is de toegang van de ggz via de huisarts en het lokale team. Veel patiënten komen via de huisarts in behandeling, maar er zijn lokale teams die eisen dat de toegang via hen verloopt.’

Astrid: ‘Dat is niet in lijn met het beleid zoals wij dat voor ogen hebben. Dit soort signalen horen wij graag, dan kunnen we dat rechtzetten.’

Floor: ‘Ik zou met jullie ook graag een keer in gesprek gaan over onderdiagnostiek. Ik ervaar dat in mijn praktijk: patiënten die te laat naar mij worden doorverwezen, omdat zij te lang zijn behandeld via het lokale team. Het zou ook fijn zijn om met de lokale teams over dit onderwerp te kunnen spreken: wanneer schaal je op? Logistiek gezien is het voor ons niet haalbaar om met alle lokale teams te overleggen.’

 

Gemeentelijke regio’s Amsterdam-Amstelveen en Zaanstreek-Waterland hebben oog voor de administratieve lastendruk. Zo introduceren zij per 1 januari 2018 een vereenvoudigd berichtenverkeer. Hoe ervaren vrijgevestigden de administratieve lastendruk?

 

Floor: ‘Ik ervaar een toename van de administratieve lasten. Ik voer mijn administratie zelf uit en ik besteed er veel tijd aan. Het is fijn dat de gemeente inzet op een afname, ik hoop dat ik dat echt zo zal ervaren.’

Ieke: ‘Mijn collega’s en ik van onze groepspraktijk hebben recentelijk besloten om de administratie uit te gaan besteden. Het wordt teveel voor ons om zelfstandig uit te voeren. Er is zoveel dat je bij moet houden, het risico op een verkeerd gekozen of vergeten JW-bericht is groot en dat veroorzaakt werkdruk. Overigens vind ik wel dat de gemeente een goede backoffice heeft georganiseerd. Zij stellen zich lerend op, je kan er altijd terecht met vragen.’

Remco: ‘Ook hierbij geldt, het kan altijd beter en leaner. Het nieuwe administratieprotocol is daarin mijn inziens een grote stap voorwaarts. Ik kan me overigens goed voorstellen dat vrijgevestigden  administratieve taken steeds meer gaan uitbesteden. Zoals een ondernemer zich continu af moet vragen welke onderdelen bijdragen bij zijn omzet, welke niet en hoe dat zo kostendekkend mogelijk in te richten, zo zullen de vrijgevestigden dat ook kunnen doen. Juist met de nieuwe werkwijze en bijpassende financiering, kan een vrijgevestigde nu nog beter de afweging maken: uitbesteden of zelf blijven doen.’

Astrid: ‘Wij luisteren goed naar wat vrijgevestigden aankaarten. Wij zijn ons er terdege van bewust dat het iets anders is als je als éénpitter een administratie moet opzetten en bijhouden, dan wanneer je een instelling bent en medewerkers in dienst hebt die speciaal hiervoor zijn aangesteld. Een van de blijvende aandachtspunten is het verlichten van de administratiedruk. Uitgangspunt is dat in de loop van 2018 de administratieve lasten echt zijn vereenvoudigd, omdat de administratie eenvoudiger van opzet is in 2018. Om de vrijgevestigden hier goed op voor te bereiden hebben wij aanvullend een hulplijn ingesteld waar vrijgevestigden met vragen over het nieuwe berichtenverkeer terecht kunnen. Sterker nog, alle in 2018 gecontracteerde aanbieders krijgen een telefoontje van de backoffice om hen hier ook praktisch in te begeleiden.’