VNG Magazine nummer 16, 21 oktober 2022

Auteur: Rutger van den Dikkenberg

Annelies Kroeskamp begint 1 december als gemeentesecretaris in Pijnacker-Nootdorp. Als directeur Bestuur, Financiën en Regio’s bij het ministerie van BZK zat ze al vaak met gemeenten om de tafel.
 

Annelies Kroeskamp

Vanwaar deze overstap? 
‘Voordat ik veertien jaar geleden bij het ministerie ging werken, werkte ik vijf jaar bij de gemeente Rotterdam. Ik wilde altijd nog eens terug naar de gemeente. Sinds ik drie jaar geleden directeur werd, is het contact met gemeenten intensiever geworden. De lokale opgaven zijn groot, daar wil ik graag vanuit de gemeente aan bijdragen. Ik heb er nu al een belangrijke rol in, ik overleg veel met gemeenten en werk samen met de VNG en het IPO. Ik wil mijn kennis inzetten om dit vanuit de gemeentekant te versterken. Daarbij heb ik bewust gekozen voor deze functie in een middelgrote gemeente. In Pijnacker-Nootdorp vielen veel puzzelstukjes bij elkaar.’

Wat gaat u doen? 
‘De kennis die ik de afgelopen jaren bij BZK heb opgedaan, wil ik inzetten. Allereerst voor Pijnacker-Nootdorp natuurlijk. De gemeente heeft bijvoorbeeld een grote woningbouwopgave. Organisatorisch zijn er ook vraagstukken, onder meer vanwege de krappe arbeidsmarkt. Ik wil de aansluiting gaan maken tussen de wensen van de politiek en wat er organisatorisch kan. Ik ben beschikbaar voor de VNG en voor de M50. En ik hoop voor veel mensen bij het rijk een klankbord te zijn. Dat kan helpen in de benadering van gemeenten vanuit Den Haag.’

Wat heeft u geleerd? 
‘We kregen op het ministerie heel veel brieven van gemeenten. Ik ben daarom met gemeenten het gesprek aangegaan, wilde zelf horen en voelen wat er speelde. Dat voorkomt dat gesprekken verharden. Je moet transparant zijn en geen verwachtingen scheppen die je niet kunt waarmaken. De relaties zijn belangrijk. Natuurlijk zijn er spanningen tussen het rijk en de medeoverheden, over financiën en de jeugdzorg bijvoorbeeld. Maar blijf daarover in gesprek. Als wij dat als overheden niet kunnen, hebben onze inwoners daar last van.’