VNG Magazine nummer 13, 13 september 2024

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Jiri Büller

Oost-Nederland is een van de koplopers als het gaat om de productie en handel in synthetische drugs. Burgemeester Gerdo van Grootheest van Culemborg bepleit daarom een nationaal drugsdebat. ‘Maar in Den Haag is het oorverdovend stil.’ 

Gerdo van Grootheest

Verbaasd is hij niet, bezorgd is de Culemborgse burgemeester Gerdo van Grootheest wel. Door een wereldwijd toenemende vraag naar synthetische drugs als xtc, crystal meth en amfetamines, en doordat de drugsaanpak in Brabant en Limburg voet aan de grond heeft gekregen, nemen de drugshandel en productie in het oosten grote vormen aan. 
Het Regionale Informatie- en Expertisecentrum Oost-Nederland (RIEC) bracht in een analyse in kaart hoe de drugsketen eruitziet, van de productie tot de handel en het lozen van drugsafval, en bij welke schakels in die keten de verschillende instanties, van de gemeente en de politie tot de milieudienst en het notariaat, kunnen ingrijpen. ‘We zien steeds meer incidenten,’ zegt Van Grootheest, die als burgemeester namens de gemeenten in Gelderland-Zuid lid is van de stuurgroep van het RIEC. 
Het aantal aangetroffen drugslabs groeit, niet alleen in afgelegen boerenschuren ver op het platteland, ook in woonwijken en industriegebieden. Onlangs werd in Van Grootheests eigen Culemborg nog een lab in opbouw aangetroffen in een bedrijfsverzamelgebouw. Hoe gevaarlijk dat kan zijn werd eerder dit jaar duidelijk toen een drugslab ontplofte in een woonwijk in Rotterdam-Zuid, met een enorme ravage en drie doden als gevolg. En dan zijn er nog de bedreigingen, liquidaties, afvaldumpingen, het ronselen van kwetsbare jongeren en het witwassen van drugsgeld via schimmige vastgoeddeals. Genoeg redenen om grote zorgen te hebben, zegt Van Grootheest. ‘We zien het dagelijks gebeuren. Hier gaat heel veel geld in om. Daarom zijn de belangen ook zo groot.’

Het RIEC schetst de problematiek: het zicht op criminaliteit blijkt versnipperd en het ontbreekt aan een integraal beeld. Maar er is toch al heel veel bekend over de drugscriminaliteit, ook vanwege eerdere onderzoeken en de ervaringen in het zuiden?
‘Een dergelijk rapport was ook door een ander RIEC al eens gemaakt. Maar wij wilden duidelijk krijgen hoe de hele keten in Oost-Nederland eruitziet als het gaat om synthetische drugs. Dus van de aanschaf van grondstoffen en de productie tot de handel tot het lozen van afval, en de ondermijnende activiteiten die daarbij horen. En we zien de criminaliteit in al die stappen toenemen. Omdat er zoveel geld mee valt te verdienen, maken criminelen elkaar het leven zuur, met intimidatie en liquidaties. Dat gebeurt gewoon in onze dorpen en steden, met alle mogelijke gevolgen van dien. Je kinderen zouden maar boven een drugslab slapen.’

Je kinderen zouden maar boven een drugslab slapen

Wat is er nodig?
‘Het is goed dat de keten nog eens helemaal in kaart is gebracht. Bij elke schakel is een andere aanpak nodig, waarvoor andere partijen nodig zijn. Die moeten elkaar weten te vinden. Informatiedeling is een groot thema. Partij A mag informatie lang niet altijd delen met partij B. In de RIEC’s mag dat gelukkig wel, ook als de Belastingdienst erbij wordt gehaald. Maar dat geldt niet voor alle partijen. 
‘Ook samenwerking is belangrijk. Neem de Wet Bibob. Niet alle gemeenten hebben de expertise en capaciteit hiervoor volledig in huis. Hier in Gelderland heeft de provincie daarom een aantal Bibob-juristen aangenomen. Die kunnen gemeenten helpen om beleid te maken. Dat doen we allemaal samen. We hebben dezelfde Bibob-regels, en dezelfde sectoren die getoetst worden. Tussen gemeenten vindt gelukkig al heel veel uitwisseling plaats, maar het kan nog een stuk beter. En we moeten de naïviteit – “Dit gebeurt niet in mijn gemeente” – echt wel loslaten.’

Zijn er nog naïeve gemeenten dan?
‘Ik denk dat er inmiddels geen enkele gemeente in dit land volstrekt naïef is. Maar het gebeurt best vaak dat gemeenten hun informatiepositie nog niet op orde hebben. Die zul je nooit honderd procent goed krijgen, maar je moet er wel naar streven. Wat speelt er nou precies in mijn gemeente? Dan gaat het natuurlijk om de politie, het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst, maar het is zeker ook goed dat je op lokaal niveau het gesprek aangaat met bijvoorbeeld makelaars en notarissen.’

De eerste stap in de drugsketen is de aanschaf van de grondstoffen. Moet daar dan niet de focus op liggen? Als je die aanpakt, verstoor je de rest van de keten.
‘Dat is gelijk het lastige: de meeste grondstoffen zijn op zich niet illegaal. Als ze eenmaal in de Europese Unie zijn, kunnen ze heel makkelijk vervoerd worden. Daar kunnen wij als gemeente niet zoveel aan doen. Daarom moeten we ook internationaal de nodige stappen zetten. Elke schakel heeft daarom z’n eigen aandacht nodig. Wij zijn als gemeenten later in de keten aan zet.’

Het is niet normaal om een pil te slikken als je naar een festival gaat

U bent niet de eerste burgemeester die pleit voor een integrale aanpak van de drugsproblematiek. Waarom komt dit zo moeilijk van de grond?
‘Als je gaat samenwerken met anderen, geef je ook een stukje van je eigen autonomie op. Als je in regionaal verband aan de slag gaat om meters te maken, kan dat betekenen dat er meer aandacht uitgaat naar je buurgemeente. Dat moet je thuis in je gemeente kunnen uitleggen aan je gemeenteraad. Die stap moeten we met elkaar zetten. Als dat helpt om een grote jongen aan te pakken, dan is dat natuurlijk een goede keuze. Maar dat geldt ook bij het gezamenlijk opstellen van Bibob-beleid.
‘Ook de samenwerking is lastig. We hebben daar echt alle partijen bij nodig, dus ook notarissen, makelaars en advocaten. Dat is soms ingewikkeld. In die beroepsgroepen ziet nog niet iedereen de noodzaak. We gaan daarom binnenkort met de gemeenten hier in de regio een bijeenkomst organiseren voor advocaten.’

Het nieuwe kabinet werkt nu het hoofdlijnenakkoord uit. Wat verwacht u van het rijk?
‘Hierover staat bijzonder weinig in het akkoord, dus ik ben heel benieuwd naar de uitwerking. Ik verwacht dat het rijk ons helpt. We vinden als burgemeesters natuurlijk dat we nooit voldoende politiecapaciteit hebben. Maar dat blijft ook gewoon een vraagstuk van de verdeling van schaarse middelen. Zeker in de meer landelijke gebieden waar dit soort criminelen zich bewegen, scheelt het aan de mogelijkheden om politie in te zetten. Ik ben zelf burgemeester van een stad van 30.000 inwoners. Maar we zijn gewoon onderdeel van het Utrechtse drugscircuit, met alle grootstedelijke problematiek die daarbij hoort. Maar ik heb niet de middelen die ik nodig heb.’  

U pleit ook voor een nationaal drugsdebat. Kunt u dat toelichten?
‘Het lijkt alsof we in bepaalde hoeken van de Nederlandse samenleving drugsgebruik steeds normaler vinden. Het lijkt heel normaal om een pil te slikken als je naar een festival gaat. Ik vind dat niet normaal, want drugsgebruik heeft een enorme keerzijde. Femke Halsema pleit voor een vorm van legalisatie van drugs, onlangs nog in de Financial Times. Ik heb daar grote vraagtekens bij, alleen al om de morele kant van het verhaal. Maar bij gemeenten wordt tenminste over het drugsprobleem gesproken. Er is tenminste een begin van een debat. In Den Haag wordt er überhaupt niet over gesproken. Daar blijft men hangen in dogma’s, in plaats van te kijken naar waar wij in de dagelijkse praktijk mee te maken 
krijgen.’

Den Haag kijkt weg?
‘Ja, dat vind ik wel. De aanpak van ondermijning gaat politiek gezien gepaard met veel stoere taal. Als er een liquidatie plaatsvindt is er nationaal verontwaardiging, maar over het pilletje tijdens het stappen hebben we het niet. Dat is schijnheilig. Er is geen snelle oplossing over hoe het drugsbeleid eruit zou moeten zien. Maar laten we in ieder geval het debat erover starten.’

Wie is...

Gerdo van Grootheest is sinds 2017 burgemeester van Culemborg. Ook is hij lid van de stuurgroep van het RIEC en lid van de commissie Bestuur en Veiligheid van de VNG.