Eén ding is zeker: bij de begeleiding van gedupeerde ouders hoef je het niet alleen te doen. Dat merkte ook Rob Woltering van het projectteam Toeslagen in Enschede. Door te schakelen met de Raad voor de Rechtsbijstand, woningbouwcorporaties, vrijwilligersorganisaties en stichtingen, kunnen ouders uit Enschede beter en sneller worden geholpen. Niet met financiële compensatie, maar wel met alle andere zaken die hen rust in het hoofd geven. Op weg naar een nieuwe start! 

Jaartal

2023

Gemeente

Woltering vindt het belangrijk dat de verhalen over de toeslagaffaire gedeeld worden. “Je merkt dat het na elk debat weer meer leeft.” Tegelijkertijd ziet hij ouders ook moe worden van het proces. “Er ontstaat een tweespalt voor ouders: hoe lang ga je door?” En juist dat deel van het proces pakt hij met liefde op. Woltering: “Ik houd hen altijd voor: ‘Bedenk of je er over 5 jaar geen spijt van hebt dat je niet bent doorgegaan.”

Rust in je hoofd 

Woltering pelt de problemen af als een ui. “Je kunt nooit alles in één keer regelen, maar er zijn altijd zaken die je meteen kunt aanpakken, bijvoorbeeld met iets vanuit de brede ondersteuning of het zoeken van een advocaat.” Hij merkt dat dat rust geeft in het hoofd van de ouder. Naast zijn werk in het projectteam Toeslagen, werkt hij ook als werkzoekendebegeleider. Vanuit die positie zoekt hij – als dat nodig is - altijd naar mogelijkheden om de ouder te begeleiden naar participatie of werk. Dat helpt ouders meteen om met iets meer vertrouwen naar de toekomst te kijken”. 

Een goed netwerk is cruciaal 

Hij schetst één van zijn casussen. Intussen is deze moeder al door het proces van de integrale beoordeling heen, én erkend”. “Ik merkte dat de moeder zich zorgen maakte over haar kind. Daarom heb ik geregeld dat er leerlingenvervoer betaald werd, zodat haar kind naar het speciaal onderwijs kon. Dat gaf haar rust.” De lijntjes met alle partijen zijn kort, doordat Woltering wekelijks overlegt met het eigen team, en met de schil erachter: beleid, financiën en werk. Ook helpen de multidisciplinaire overleggen hem om via het netwerk hulp te organiseren. “Je hoeft niet overal zelf expert in te zijn; vaak vind je die genoeg in de buurt.” Hij kan er uren over vertellen. Bijvoorbeeld over het gezin waar hij een vakantie voor kon regelen via de Stichting Fonds Bijzondere Noden Enschede. “Gewoon omdat het zoveel kan doen voor het moreel in het gezin. Als je hoofd ‘leeg’ is, durf je vaak ook weer vooruit te kijken.”  

Van droom naar bedrijfsplan 

In de vervolggesprekken met de moeder van zo-even besprak hij haar toekomstbeeld. “Meestal durven ouders daar niet aan te denken, omdat ze altijd in de overlevingsstand staan.” Na enig aandringen vertelde ze hem haar droom: “Een schoonheidssalon voor mensen met een donkere huid en het zetten van dreadlocks.” Woltering stimuleerde haar hierover verder na te denken en wist haar over te halen om er echt voor te gaan. Via de gemeente Enschede heeft de moeder hulp gekregen bij het zetten van de juiste stappen en het schrijven van een ondernemingsplan. Dit ziet er inmiddels erg goed uit en nu zet ze haar eerste stappen als ondernemer. 

Vertrouwen 

Woltering is er trots op: “Het is zo mooi om samen met een ouder toe te werken naar een nieuwe start.” Hij vertelt dat met de hulp van gemeenten het vertrouwen van ouders in de overheid weer iets verbetert. “Ouders komen bij ons binnen met veel argwaan. Door de zaken die we direct regelen, wordt het vertrouwen beetje bij beetje hersteld. Ouders hebben vaak één concrete hulpvraag, maar vaak komen er tijdens het gesprek veel meer onderliggende hulpvragen naar boven. ” Lachend: “Eigenlijk is mijn werk vooral een beetje orde in de chaos aanbrengen.” 
Woltering doet dat met liefde: “Door het sturen op de stappen die ze moeten nemen, creëer je beweging. Dan is het alleen nog een kwestie van de juiste mensen erbij betrekken en coördineren”. Hij laat ‘zijn’ ouders ook zeker niet meteen los. “Ook als het weer beter gaat, nodig ik hen nog af en toe nog steeds uit voor een kop koffie.” 

Steun gemeente 

De gemeente Enschede geeft de hulpverleners voldoende bewegingsvrijheid. Ook bestuurlijk blijven hun casussen niet onopgemerkt. “We worden echt gesteund en krijgen alle ruimte om ouders bijvoorbeeld ook te begeleiden naar de Commissie Werkelijke Schade.” 
Tot slot tipt hij collega’s van kleinere gemeenten: “Als je in jouw gemeente de enige contactpersoon bent voor ouders en je je soms alleen voelt, zoek dan contact met buurgemeenten, zodat je van elkaar kunt leren. Dat helpt echt!”