Waarom zou je een goedlopende aanpak voor het bereiken van jongeren niet delen? Daar hoefden ze in de gemeente Arnhem niet lang over na te denken. Ze werden al eerder benaderd om hun kennis en expertise breder uit te dragen en in maart 2025 werden de eerste stappen gezet. In gesprek met trekker en projectleider LET, Melvin Kolf.
Jaartal
2025Gemeente
“In Arnhem zijn we heel ambitieus en betrokken bij vraagstukken over bestaanszekerheid en gelijke kansen voor burgers. Dat geldt niet alleen voor ons als LET (Lokaal Expertise Team), maar ook voor de bestuursadviseur en de wethouder.”
Melvin valt meteen met de deur in huis. “Dat vertaalt zich ook in onze resultaten: in nog geen 2 jaar tijd hebben we inmiddels 563 jongeren kunnen bereiken voor brede ondersteuning, en dat is waar we het voor doen.”
Signalen van jongeren
Al eerder werden ze in Arnhem benaderd door randgemeenten om hen te ondersteunen. Melvin vertelt dat ze daar eerst niet op in gingen. Totdat deze vraag steeds vaker werd gesteld. Rheden grenst direct aan Arnhem. Sterker nog, legt Melvin uit: “We kregen de meeste signalen uit de aangrenzende wijken en ook de wethouders van beide gemeenten kenden elkaar.” De wijk Presikhaaf van Arnhem grenst via een fietstunnel aan de gemeente Rheden. “Kinderen zitten op dezelfde middelbare school. Als je dan toevallig in Rheden woont, kan het gebeuren dat je een andere vorm van brede ondersteuning krijgt, dan je klasgenoot die een straat verderop in Arnhem woont. Rheden had zelf geen ruimte om outreachend te werken en zocht bovendien naar een goede aansluiting bij de leefwereld van jongeren. Dat was het moment waarop we dachten: we moeten nu de handschoen oppakken.”
Eerste gesprekken
Melvin vertelt dat ze half maart 2025 zijn gestart in de gemeente Rheden. “We zijn direct heel warm ontvangen.” Hij vervolgt: “Al in de eerste gesprekken met onze bestuursadviseur en de beide teams was de hamvraag: ‘hoe kunnen we elkaar versterken’?” In die gesprekken werd ook duidelijk dat Rheden met een compact team werkt, dat intensief betrokken blijft bij de huishoudens waar dat nodig is. “We merkten dat het team stevig verankerd is in de casussen en langdurig betrokken blijft”, aldus Melvin. “Dat vraagt veel capaciteit. Onze inzet is dan ook vooral gericht op het tijdelijk versterken van die capaciteit.” Daarnaast wordt met de samenwerking met LET een aanpak bedacht die beter aansluit bij jongeren. LET richt zich specifiek op deze doelgroep en is verweven in dit netwerk.
Van binnen naar buiten
Melvin ziet regelmatig dat de aanpak van gemeenten vooral op binnen is gericht. “Als je je inwoners wilt bereiken moet je echt outreachend werken. We hebben hiervoor een plan gemaakt en inmiddels de eerste stappen gezet.” Ze bedachten samen een flyer om jongeren te bereiken. Deze werd recent gedeeld op Instagram, Facebook en LinkedIn van zowel betrokkenen van Arnhem als van Rheden. Een teamlid van LET heeft alle
Facebook-groepen in Rheden in beeld gebracht. “Dus hebben we het ook binnen deze lokale groepen kunnen delen”, legt Melvin uit.
Een andere manier van meer bekendheid geven is het verhaal te laten vertellen door een ‘rolmodel’ binnen deze wijk/gemeente. “We hebben onderzocht wat de hotspots zijn binnen de gemeente Rheden en of er rolmodellen zijn”, legt Melvin uit.
“Toen dit rolmodel in beeld kwam, hebben we diegene ook gevraagd het verhaal op Facebook te delen. Toevallig is vandaag ook de eerste lancering van ‘We zijn er voor jou, en hoe kun je ons bereiken’. Alle coaches hebben deze flyer gedeeld met hun gedupeerde ouders met de vraag om het ook door te sturen naar anderen. Zo kunnen gedupeerden elkaar ook informeren. Daarmee creëer je een enorm bereik, zeker omdat tegelijk ook fysieke flyers worden uitgedeeld op alle hotspots.”
Kracht van Arnhem
Melvin benoemde het al in eerdere interviews: “de kracht van ons LET zit in het werken met medewerkers die uit de wijk/gemeente komen.” Voor de uitvoering van de brede ondersteuning voor jongeren in Rheden werken nu 2 medewerkers van het LET Arnhem. Daarnaast is er ook een zogenoemde sleutelfiguur aangetrokken: iemand met een groot netwerk binnen Rheden en die meteen wordt opgeleid tot coach. “Op deze manier zal onze kennis niet verloren gaan als we weggaan: je wilt tenslotte ook een stukje borgen”, verduidelijkt Melvin. “Het gaat dus niet alleen om in te vliegen, maar vooral om ook iets achter te laten aan kennis en expertise.” Elke 2 weken is er een casus-overleg waarbij de casuïstiek van Arnhem én Rheden wordt besproken.
Wat brengt het de gemeenten?
“In Arnhem sowieso voldoening”, lacht Melvin. “En ook: de twee collega’s uit ons LET leren op hun beurt ook van Rheden, en dat nemen ze weer mee terug. Dat maakt het weer makkelijker om ons werk te doen.” Vanuit Rheden begrijpt hij dat ze erg blij zijn met de betere aansluiting bij jongeren en dat ze door de samenwerking de verschillen in brede ondersteuning tussen de gemeenten kunnen verkleinen.” Hij vult voor het eigen team aan: “Je krijgt er ook veel energie van als je in een nieuwe omgeving weer opnieuw ‘aan’ gaat. Ze leggen zichzelf overigens wel druk op: “Binnen een jaar willen we in Rheden wel 60 jongeren vanuit de brede ondersteuning onder onze hoede hebben.” Hij voegt er trots aan toe: “Inmiddels begeleiden we als RET (Regionaal Expertise Team) al 23 jongeren in Rheden.”
Of het smaakt naar meer? Melvin lacht: “We zijn inderdaad al in gesprek met een andere buurgemeente. Onze inzet hoeft niet altijd hetzelfde te zijn. Je kunt ook alleen wat uitdelen en meteen weer uitvliegen. Dit verschilt per gemeente.”
Tips voor andere gemeenten
Tot slot vragen we Melvin: “Als een lezer nu denkt: dat zou ik ook wel willen opzetten, hoe begin je dan?” Hij hoeft daar niet lang over na te denken. “Je moet altijd beginnen om zelf de handschoen op te pakken en je naaste buurgemeente gewoon uitnodigen. Dat werkt ook praktischer. Wij hebben al ervaring met 563 casussen, en dat is ook bij onze buurgemeenten bekend. Leg dan uit dat je niet wilt dat jongeren elkaar op een sportveld tegenkomen, en dan merken dat ze niet op dezelfde manier zijn geholpen. Alle jongeren moeten gewoon geholpen kunnen worden. Daarin wil je geen onderscheid maken.” Melvin sluit af met een oproep: “Voor alle G35 gemeenten: benader je buurgemeenten. Soms zit daar maar 1 medewerker die ook nog een Wmo-pet draagt.
Zo’n buurgemeente heeft vaak minder capaciteit, dus biedt ze gewoon een helpende hand aan. Echt: onze werkwijze zou je overal kunnen toepassen!”