Als duidelijk is wat de lokale maatschappelijke opgaven zijn en hoeveel ruimte er is voor initiatieven dan kun je keuzes maken voor de uitwerking van het instrumentarium van de wet.

Wat en wie?

Deze stap gaat over keuzes maken voor van de uitwerking en toepassing van de Omgevingswet, passend bij je ambities en mogelijkheden in het fysieke domein. De keuzes hebben gevolgen voor de wijze waarop de kerninstrumenten en de ondersteunende instrumenten worden uitgewerkt. Dat geldt ook voor de andere aspecten van de Omgevingswet: bestuurlijke afwegingsruimte, regionale samenwerking, integraal werken, participatie, digitalisering en dienstverlening.

Keuzes bij de uitwerking van de omgevingsvisie

  • Welke maatschappelijke opgaven (uit bijvoorbeeld het coalitieakkoord) wil je de komende jaren uitvoeren?
  • Welke kernkwaliteiten in de leefomgeving wil je beschermen en behouden?
  • Wil je regionale ambities in de omgevingsvisie opnemen? En wil je daarbij samenwerken met regionale partners? Kies je voor een regionale of een lokale aanpak?
  • Wil je een bepaalde ambitie – zoals duurzaamheid – leidend laten zijn voor de gehele omgevingsvisie? Zo ja, dan moet je de overige thema’s in relatie tot die ambitie beschrijven.
  • Wil je die ambitie vastleggen in een (vrijwillig) programma? Zo ja, dan moet je daarvoor de basis leggen in de omgevingsvisie.

Keuzes bij de uitwerking van het omgevingsplan

  • Wil je gebiedsgericht en/of thematisch werken in het omgevingsplan?
  • Wil je dereguleren en dus zoveel mogelijk regels schrappen?
  • Wil je veel of weinig vergunningplichtig maken?
  • Welke activiteiten wil je vergunningplichtig of vergunningvrij maken?
  • Van welke activiteiten moeten initiatiefnemers melding maken?
  • Wil je veel of weinig ruimte voor maatwerk maken?
  • Wil je met omgevingswaarden werken?
  • Hoe ga je om met beleidsregels?
  • Hoe ga je om met participatie en de verantwoordelijkheid voor het horen van alle belangen?

Hoe wil je omgaan met bestuurlijke afwegingsruimte:

  • Hoe ga je om met de bruidsschat: stel je nieuwe regels of ga je met algemene regels werken?
  • Wil je de ruimte bij bepaalde EU- of Rijksnormen benutten door strenger te zijn of door met bandbreedtes te werken?
  • Wil je maatwerkregels stellen? Voor bepaalde thema’s en/of gebieden? Zijn die tijdelijk of permanent?
  • Hoe ga je om met de bevoegdheden die gedecentraliseerd worden, zoals bodemsanering?

Keuzes werkwijze, dienstverlening en digitalisering

Ook kunnen gemeenten keuzes maken over hun werkwijze, dienstverlening en digitalisering, zoals:

  • Wat betekenen samenwerking en participatie voor de houding, gedrag en werkwijze van bestuurders en ambtenaren?
  • Moet de organisatie anders worden ingericht om integraal werken te bevorderen of is dat niet nodig?
  • Wat betekent de Omgevingswet voor de dienstverlening aan burgers en bedrijven? Hoe wordt deze ingericht en hoe worden de serviceformules vertaald naar de lokale situatie?
  • Welke werkprocessen moeten worden aangepast?
  • In hoeverre wil je die werkprocessen digitaal ondersteunen?

Wil je werken met vragenbomen en zo ja, voor welke vergunningaanvragen?

Meer informatie

Wanneer en waarom?

Voor het toepassen van de wet geldt: hoe eerder gemeenten aan de slag gaan hoe beter. Om de keuzes te maken zoals in deze stap beschreven, is veel tijd nodig.

Er zal veel gesprek en onderzoek nodig zijn om de consequenties van de keuzes te doorgronden. Ook zal er in de praktijk met bepaalde keuzes geëxperimenteerd moeten worden. Bereiken ze het gewenste effect? Geef jezelf daarom voldoende tijd.

Overgangsrecht omgevingsplan

Voor het kerninstrumentarium geldt dat het overgangsrecht is geregeld in de Invoeringswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet. Daarin staat dat de gemeentelijke omgevingsvisie klaar moet zijn in 2024.

De geldende bestemmingsplannen, verordeningen met regels over de fysieke leefomgeving en de bruidsschatregels (invoeringsbesluit) krijgen vanaf de datum waarop de wet in werking treedt (januari 2021) van rechtswege de status van omgevingsplan. Dat is dan nog niet het omgevingsplan zoals bedoeld in de Omgevingswet, maar een eerste verschijningsvorm ervan.