Nijmegen en Arnhem, van oudsher rivalen, bundelen graag de krachten bij het opstellen van het omgevingsplan. Elke twee maanden komen alle betrokkenen een ochtend bijeen. En dat legt hen geen windeieren: beide gemeenten behoren bij de koplopers in de regio. Projectleiders Niels Spierings (Nijmegen) en Gijs Koedam (Arnhem) maken de voorlopige balans op en breken een lans voor gemeentelijke samenwerking.

Niels Spierings Gijs Koedam Arnhem Nijmegen

“We zijn allemaal proefondervindelijk bezig, geen enkele gemeente heeft dit eerder gedaan,” steekt Gijs van wal. “Elkaar hierbij steunen en aanvullen is absoluut waardevol. Ik denk bijvoorbeeld meer vanuit de systematiek en standaarden. Niels is juridisch wat sterker; fijn dat hij af en toe mijn zorgen op dat vlak wegneemt.” 

De materie is zo complex, je hebt elkaar nodig om alles volledig te begrijpen

Niels vindt het op zijn beurt weer prettig hoe goed Gijs in de standaarden zit: “Ikzelf denk meer vanuit de technische, planologische kant. De materie is gewoon zo complex, je hebt elkaar nodig om alles volledig te begrijpen. Je kunt ook te veel in je eigen denkspoor zitten. Iemand van buiten je gemeente wijst je soms op zaken waar je niet aan hebt gedacht. Sowieso biedt het uitwisselen van kennis en ideeën veel inspiratie.”

Houd grip

Maar dit betekent niet dat ze dezelfde aanpak hanteren bij het opstellen van het omgevingsplan. “Je kunt niet zomaar een structuur van een ander kopiëren” verduidelijkt Niels. “Je weet tenslotte niet wat hieraan ten grondslag ligt. Elke gemeente zit anders in elkaar en heeft andere visies en prioriteiten.” 

Bovendien gunt hij elke gemeente eigen fouten. “Van de fouten heb ik het meest geleerd. Je moet echt zelf met de nieuwe materie werken om alles goed te doorgronden. Besteed je omgevingsplan dan ook niet klakkeloos uit aan een bureau! Want dan snap je gemaakte keuzes niet, waar je vervolgens wel verantwoordelijk voor bent. Houd er grip op.” 

Vooruitblik

De gemeente Arnhem is inmiddels vier jaar bezig. Gijs: “We doen wat we denken dat goed is. En of dat echt zo is, gaan we merken. Wij moeten nog veel leren, maar hebben een systematiek en een plan. Een groot deel van de bestemmingsplannen is omgezet en rollen we de komende tijd uit als omgevingsplan. Eind volgend jaar zal de Arnhemmer al veel regelingen omtrent de ruimtelijke ordening en thema’s als monumenten kunnen raadplegen.” Nijmegen gaat iets minder hard, maar de basisset met ruimtelijke regels zal in de zomer van volgend jaar gereed zijn, verwacht Niels. “Die basisset koppelen we aan een locatie (punt) in de Waal. Daarna breiden we als een olievlek uit naar de rest van de stad. Parallel daaraan gaan we al aan de slag met thematische wijzigingen voor onder meer natuurinclusief bouwen. We houden er rekening mee dat het eerste half jaar de nieuwe werkwijze nog moet landen waarbij er zaken verkeerd zullen lopen die we moeten repareren. Maar dat hoort erbij.”

Wat er ook gebeurt, laten we de Omgevingswet niet meer uitstellen!

Beide gemeenten hebben de ambitie om te werken met STOP/TPOD. Gijs: “Maar aanleveringen door externen gaan via TAM-IMRO, die willen we (nog) geen toegang geven tot onze software.” Een andere technische uitdaging is de bruidsschat. Niels: “Die zit zo complex in elkaar. We hebben specialisten nodig om alles goed te begrijpen. En er zitten veel koppelingen naar toepasbare regels en aanvraagformulieren in, die bij een verhuizing al snel verloren gaan. Dus we houden de boel vooralsnog zo veel mogelijk intact.” Gijs: “Wij ook. Ik ben oprecht benieuwd hoe alle aansluitingen straks werken in het DSO. Ik vrees dat onze softwareleveranciers te weinig tijd hebben om alles goed door te ontwikkelen en wij om ermee te oefenen. Daarnaast werkt het DSO zelf ook nog niet optimaal.”

Geen uitstel meer

Wel haast Gijs zich hierbij te zeggen: “Maar wat er ook gebeurt, laten we de Omgevingswet niet meer uitstellen! Dan verliezen we de energie.” Ook Niels onderschrijft dit: “We hebben een startdatum nodig om iedereen te mobiliseren en urgentie te voelen. En ik weet zeker dat we het redden, maar het zal met vallen en opstaan gaan.”

Voortschrijdend inzicht krijg je alleen als je voortschrijdt, dus gaan met die banaan!

Voor gemeenten die nog altijd meer denken dan doen, hebben beide heren dan ook een duidelijk advies: begin gewoon. Gijs: “Lang nadenken helpt je niet verder. Zodra je gaat dóen, loop je tegen dingen aan waarmee je ideeën en kennis op gang brengt. Er is genoeg basis om mee te starten. Denk aan webinars en kennissessies, maar ook aan beproefde methodes van andere gemeenten. Wat voor jouw gemeente werkt, kun je alleen proefondervindelijk ontdekken. En voortschrijdend inzicht krijg je alleen als je voortschrijdt, dus gaan met die banaan!”
 

Meer inspiratie en informatie