Vanuit de Jeugdwet en de Wmo zijn gemeenten verantwoordelijk voor het betalen van reële tarieven aan zorgaanbieders. De kosten hiervoor worden elk jaar geïndexeerd. We brengen u op de hoogte van de verschillende regimes van indexatie in het sociaal domein en adviseren de OVA- en PPC-percentages toe te passen.
OVA- en PPC-percentages
De Nederlandse zorgautoriteit (Nza) heeft het percentage voor de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA) 2023 bijgesteld naar 4,74% en het prijsindexcijfer voor de materiële kosten (ppc-index) voor 2023 naar 4,87%. Hierin is rekening gehouden met de loon- en prijsontwikkelingen voor 2023 die op dat moment bekend en verwacht werden.
Hoewel het aan gemeenten is om deze actualisatie te volgen, is het advies om deze percentages te hanteren bij het afsluiten of indexeren van de contracten. Het extra accres dat is aangekondigd in de Najaarsnota van het kabinet zou hier ruimte voor moeten bieden.
De Nza heeft tussentijds ook de ppc-index voor 2022 verhoogd van 6,3% naar 9,25%. Normaal gesproken vindt tussentijds geen actualisatie plaats, maar door de inflatie en snel gestegen (energie)kosten is dat dit jaar wel gedaan. Wij adviseren gemeenten om ook deze actualisatie te volgen.
Arbeidsmarktkrapte en stijgende kosten welzijn en zorg
We vragen gemeenten bij de indexering met en toepassing van de OVA-percentages rekening te houden met de arbeidsmarktkrapte in welzijn en zorg en stijgende kosten waar aanbieders mee te maken hebben. Het gaat om onder meer loonsverhogingen door de nieuwe cao, de stijging van het minimumloon met 10% en huisvestingskosten (waaronder energiekosten).
In dit artikel over de indexering van kosten voor Jeugdwet en Wmo leest u meer over de verschillende regimes van indexatie in het sociaal domein.
Zie ook
Rijk stopt met compensatie coronameerkosten sociaal domein (29 november 2022)