Het is de eerste van de 8 afspraken in de Norm voor Opdrachtgeverschap (NvO): gemeenten dienen hun regiovisie in overleg met zorgaanbieders én jongeren(vertegenwoordigers) en hun ouders op te stellen. In de praktijk houdt dit meer dan eens in dat jongeren voor het uitdenken van de visie aanschuiven, maar dat het na de afronding daar ook ophoudt. In de jeugdzorgregio Midden-IJssel / Oost-Veluwe doen ze dat anders. Hier is het cliëntperspectief verweven in de werkwijze, doordat ze sinds 2016 met een team ervaringsdeskundigen werken. De VNG sprak met programmamanager Rita Otter en ervaringsdeskundige Wilma Arends over de voordelen van deze aanpak en waar nog verbeterpunten liggen.

Rita Otter

Jeugdbeschermingstafel

‘Ons regioteam is breed georiënteerd’, stelt Rita Otter. De programmamanager van de zorgregio Midden-IJssel / Oost-Veluwe somt op: ‘We werken samen aan inkoop, toezicht, contractbeheer en zitten ook aan de jeugdbeschermingstafel met ouders en zorgprofessionals.’ De jeugdbeschermingstafel is een meldpunt waar hulpverleners naartoe gaan op het moment dat de samenwerking met een gezin vastloopt en het vermoeden bestaat dat de veiligheid van het kind niet langer gewaarborgd kan worden. Het gesprek dat hierop volgt is altijd mét de ouders en de jongere (mits deze het aan kan).
‘Wij hebben geen voorbespreking met de hulpverleners. Dat is super belangrijk, want er wordt nog te veel over ouders gepraat in plaats van met. Die manier van denken moet nog veel meer tussen de oren komen. We horen ouders vaak zeggen dat ze nog nooit de vraag hebben gehad wat zij nodig hebben om hun kind thuis te laten wonen. Het lukt ons in zo’n 60 % van de gevallen om een zaak niet naar de kinderbescherming te laten gaan na zo’n gesprek van een uur. Dat zit ‘m echt in de houding en het perspectief waarmee je naar een situatie kijkt.’

Op de foto: Rita Otter

Team ervaringsdeskundigen

Een andere manier waarop in deze zorgregio wordt gewerkt aan een betere aansluiting op de beleving van cliënten is de samenwerking met een regioteam van ervaringsdeskundigen, TeamED16. ‘In 2016 kregen alle Gelderse regio’s een zak met geld van de provincie om de jeugdhulptransformatie te ontwikkelen. Een van de gemeenten opperde het idee om met ervaringsdeskundigen te gaan werken’, vertelt Rita. ‘We betrekken hen bij het ontwerpen van de regiovisie, het afbouwen van JeugdzorgPlus en het opnieuw inrichten van essentiële functies. Ze participeren ook als sparring-partner in het Bovenregionaal Expertisenetwerk Gelderland (BOEG).’

Maar TeamED16 is niet alleen betrokken bij het vormen van visies; de ervaringsdeskundigen (ED’s) werken ook mee in de jeugdhulpverlening. ‘Dat kan zijn door heel simpel een kopje koffie te gaan drinken op het terras, maar het kan ook inhouden dat we worden ingeschakeld bij crisissituaties of als professionals zich terugtrekken van een case waar ze niet uitkomen’, legt Wilma Arends uit. Ze is een van de twintig ED’s die TeamED16 rijk is. ‘We begeleiden momenteel meer dan honderd jongeren (edjes) op vrijwillige basis. De een kort, de ander lang. Ze worden net zo lang begeleid totdat ze zelf zeggen: ‘Het is goed zo. Maar zelfs dan kunnen ze altijd weer een appje sturen, mocht dit nodig zijn.’

Niet gehoord

De 40-jarige Wilma heeft zelf jarenlange ervaring met de ggz. ‘Ik heb te kampen gehad met depressie en een eetverslaving en had van jongs af aan te maken met suïcidaliteit in mijn omgeving. Het was een behoorlijke zoektocht naar de juiste therapieën om mijn identiteit terug te kunnen vinden. Hoe vaak het gebeurde dat ik niet gehoord of begrepen werd, omdat ik niet binnen een bepaald hokje paste. Ik was namelijk intelligent en kwam daardoor krachtig over, maar was tegelijkertijd onzeker en kwetsbaar. Dat onbegrip en hokjes-denken is iets wat ik ook bij de jongeren van nu terugzie.’

Het verlangen dat iemand je probleem echt begrijpt, omdat diegene een gelijke ervaring heeft, kan goed worden ondervangen door TeamED16. ‘De achtergrond van ons team is heel divers. Van 20 tot 54 jaar, LVB tot universitair niveau, te maken gehad met verslaving, ggz-problematiek, jeugdzorg, pleegzorg, transgender, vluchteling of een combinatie hiervan. Hierdoor kunnen we ook veel ondersteuning bieden.’

Harder lopen

Dat de samenwerking met ED’s een belangrijke aanvulling voor aanbieders en gemeenten is, blijkt onder andere uit het voorbeeld hoe het team vorig jaar een psychotische jongen met suïcidale gedachten hielp. ‘Het komt helaas voor dat jongeren die jarenlang in de jeugdzorg hebben gezeten op hun 18de op straat komen te staan zonder netwerk. Deze jongen kon in het weekend nergens terecht, omdat zowel de ggz als de verslavingszorgverlener aangaven dat hij ‘eerst aan het andere probleem moest werken’. Hij kon ook niet naar de daklozenopvang, want wie houdt daar in de gaten of een suïcidale jongere wel veilig is?’

Ook gemeenten wezen naar elkaar bij het zoeken naar een oplossing. Omdat de jongen niet in hun gemeente ingeschreven stond, waren zij niet financieel verantwoordelijk voor hem. ‘Dan moet er dus een indicatie geregeld worden, maar die instelling was maandag 09:00 uur pas weer open. Als ervaringsdeskundige sta je daar anders in. Wij kijken naar: wat heeft deze jongere nu nodig? Als wij even doorzetten, zijn we nu even moe, maar we weten wel: deze jongen is nu van de drugs af, heeft een dagbesteding en woont begeleid.’

Vertrouwensband

Dankzij de intensieve zoektocht van TeamED16 kon de jongen uiteindelijk terecht bij een instelling die geen contract heeft bij de gemeente. Daarbij heeft het team ook geluk met een regiomanager als Rita. ‘Als ze er niet uitkomen met de 8 gemeenten, weten ze me te vinden. Ik ben daar pragmatisch in: zoek maar eerst naar een oplossing, we kijken erna wel wie betaald.’

Rita ziet de inzet van de ervaringsdeskundigen dan ook als heel waardevol. Kwalitatief onderzoek dat in opdracht van de zorgregio is gedaan ondersteunt haar opvatting. ‘Door de vertrouwensband en het echte begrip, bespreken jongeren met de ED’s wat hen echt dwarszit. Deze openheid is belangrijk om de juiste hulp te krijgen, geven de jongeren zelf aan.’ ED’s mogen ook kritisch zijn naar de jongeren toe; omdat zij zelf ook ‘diep gegaan’ zijn is er ‘respect en vertrouwen’.

‘Een grote groep jongeren gaat weer naar school, ziet hun ouders weer en staat nu open voor hulpverlening’, vertelt Rita. ‘Wat ik ook heel mooi vind, is dat de ED’s hierdoor ook een positieve ontwikkeling doormaken. Sommigen zijn doorgegroeid naar een betaalde baan en het brengt hen zingeving.’

Kwetsbare werkwijze

Hoewel de voorbeelden het succes van TeamED16 onderschrijven, is de voortgang van de samenwerking voor een groot deel afhankelijk van het vertrouwen en de inzet van Rita. ‘Na de afronding van TeamED16 op projectbasis wilden de 8 gemeenten gelukkig verder. Maar om eerlijk te zijn, is het voor mij ieder jaar heel hard werken om die bekostiging weer rond te krijgen. Heel zakelijk bekeken, kan je je afvragen wat voor gat de ervaringsdeskundigen opvullen. Zijn hulpverleners niet goed in staat om jongeren te begeleiden? Je zou mogen verwachten dat een aanbieder alles kan bieden wat een jongere nodig heeft.’

Een terechte opmerking, aangezien Rita meer dan eens te horen krijgt dat niet het maatwerk wordt geleverd dat nodig is. ‘Dat is toch triest dat er alleen een standaardpakket wordt aangeboden.’ Maar juist daarom is de verbredende blik van de ervaringsdeskundigen meer dan nodig. ‘De vraag van de NvO om vanuit het cliëntperspectief te werken biedt hierin een extra stimulans.’

In deze zorgregio landt het werken met ervaringsdeskundigen steeds beter. De gemeenten en TeamED16 werken nu ook aan vroegsignalering van bijvoorbeeld schulden. ‘Laatst werd er contact met ons opgenomen over een jongen die letterlijk alleen een bed, een bureaustoel en een hond in huis had. Hij stond niet open voor een ED, maar hij wilde wel geholpen worden met spullen uit onze kleding- en uitzetbank. We hebben gordijnen genaaid, lampjes opgehangen en een hondenmand geregeld. Zo raakten we alsnog aan de praat met hem. Hij stuurt ons nu stiekem af en toe een appje met een vraag over hoe hij iets kan regelen. Zo komen we er vanzelf wel.’ Het is volgens Wilma moeilijk om dit soort ondersteuning in geld uit te drukken, ‘maar iedereen met boerenverstand kan zien dat als je op tijd inzet, dat je zwaardere zorg bespaart.’

Maar deze werkwijze blijft kwetsbaar stelt Rita. ‘Het hangt er nu van af of deze 8 gemeenten bereid zijn om te betalen. Dat lukt nu, want ik geloof dat TeamED16 duizend % de moeite waard is. Maar als een volgende regiomanager er niet zo in gelooft, dan kan het zo over zijn. Wat heel erg zou helpen is als we er landelijk iets over kunnen afspreken. Dat zorgt er ook voor dat de begeleiding niet hoeft te stoppen als een jongere uit een andere gemeente komt, of naar een andere zorgregio verhuist. De kracht is juist dat ED’s er voor hun edjes zijn, totdat ze niet meer nodig zijn.’