Gegevens omtrent de mantelzorg zijn vaak gevoelig. Komt er een handreiking over hoe om te gaan met gegevensdeling?
We nemen dit mee in de handreiking. Artikelen 64 Pw en 6, eerste lid, onder e, van de AVG en artikel 30 van de UAVG bieden hiervoor de algemene wettelijke basis. De noodzakelijke gegevensuitwisseling voor de uitzondering op het gezamenlijke huishouding begrip kan op grond van bestaande wettelijke kaders plaatsvinden.
Is er een definitie van mantelzorg in het kader van de gezamenlijke huishouding?
Voor de uitzondering op het begrip gezamenlijke huishouding moet altijd beoordeeld worden of er sprake is van een zorgbehoefte, en of deze zorgbehoefte dermate intensief is dat dit aanleiding is voor mensen om samen te wonen. Of sprake is van een intensieve zorgbehoefte, is sterk afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden. Voor het begrip zorgbehoefte wordt aangesloten bij de huidige lijn in de jurisprudentie. Een zorgbehoefte wordt aangenomen indien de verzorgingsbehoeftige door ziekte of een lichamelijke, verstandelijke of geestelijke stoornis:
- ofwel in aanmerking komt voor een opname in een Wlz-inrichting;
- ofwel duurzaam is aangewezen op dagelijkse hulp bij alle of de meeste algemene dagelijkse levensverrichtingen;
- ofwel duurzaam is aangewezen op constant toezicht om mogelijk gevaar voor zichzelf of anderen te voorkomen.
VNG en Divosa zullen – aanvullend op de wettelijke kaders – verschillende implementatieproducten, werkinstructies en modelteksten aanbieden, afhankelijk van de behoefte. Het verder concretiseren en toepassen van de mantelzorgbepalingen is hierbij zeker een belangrijk onderdeel.
Als je een intake doet, heeft de uitvrager dan ook de kennis om te beoordelen over eventuele mantelzorg en mag de uitvrager daar dan in detail op doorvragen?
Concreet wijzigen er drie onderdelen als het gaat om mantelzorg. Ten eerste wordt er geen gezamenlijke huishouding aangenomen als de zorgbehoefte aanleiding is voor het samenwonen. Het gaat hier om codificatie van rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep over het onderscheid tussen tweedegraads bloedverwanten en andere ongehuwd samenwonenden. Tot nu toe werd bij zorgbehoefte alleen de laatste groep als gehuwden behandeld, met gezamenlijke middelen. Bloedverwanten in de tweede graad kregen indien sprake was van zorgbehoefte bij een van beiden bijstand als alleenstaande. Dit onderscheid wordt met het voorstel opgeheven. Ten tweede wordt de kostendelersnorm niet toegepast indien naast zorgbehoefte (de wetgever spreekt in deze van intensieve zorgbehoefte), er sprake is van tijdelijke inwoning en geboden mantelzorg. De tijdelijke inwoning zou dan moeten blijken uit het feit dat de inwonende zijn eigen adres aanhoudt. Daarnaast wordt onbetaalde mantelzorg die een bijstandsgerechtigde verleent, niet aangemerkt als op loon te waarderen arbeid. Het verlenen van mantelzorg heeft daardoor geen (negatief) effect op de hoogte van de bijstandsuitkering.
Tijdens het intakegesprek mag de medewerker doorvragen over de woonsituatie en eventuele mantelzorg, voor zover dat relevant is voor de beoordeling van bijvoorbeeld het recht op bijstand of het bestaan van een gezamenlijke huishouding. Voor de uitzondering op het begrip gezamenlijke huishouding is van belang dat de zorgbehoefte intensief is én aanleiding vormt voor het samenwonen. Of hiervan sprake is, moet de gemeente beoordelen aan de hand van de persoonlijke situatie van de betrokkene. Een zorgbehoefte wordt (in ieder geval) aangenomen indien de verzorgingsbehoeftige door ziekte of een lichamelijke, verstandelijke of geestelijke stoornis:
- ofwel in aanmerking komt voor een opname in een Wlz-inrichting;
- ofwel duurzaam is aangewezen op dagelijkse hulp bij alle of de meeste algemene dagelijkse levensverrichtingen;
- ofwel duurzaam is aangewezen op constant toezicht om mogelijk gevaar voor zichzelf of anderen te voorkomen.
Aan deze vorm van verzorgingsbehoeftigheid is - afhankelijk van de grondslag (somatiek, psychogeriatrie, verstandelijke beperking) – bijna altijd een Wlz zorg zwaarte pakket 5, 6 of 7 dan wel GGZ verbonden. Het enkel inzicht krijgen in de hoogte van het vanuit de Wlz geïndiceerde zorg zwaarte pakket is in die zin dan ook bijna altijd voldoende om al dan niet te kunnen aannemen dat zorgbehoefte in de zin van de wet speelt.
Divosa en de VNG werken aan een handreiking en een werkinstructie om de wijzigingen rondom mantelzorg verder vorm te geven in de praktijk.
Voor de wijziging in de mantelzorg is er raadpleging van de zorgadviseurs WMO nodig. Hoe zit het AVG-technisch met de gegevensuitwisseling?
Artikelen 64 Pw en 6, eerste lid, onder e, van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG) en artikel 30 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: UAVG) bieden hiervoor de algemene wettelijke basis. De noodzakelijke gegevensuitwisseling voor de uitzondering op het gezamenlijke huishouding begrip kan op grond van bestaande wettelijke kaders plaatsvinden.
Stel mijn oma zit thuis met een gebroken been. Ik zit zelf in de bijstand, maar verleen mantelzorg aan haar. Hoe wordt hiermee omgegaan vanuit de wetswijziging, maar ook in combinatie met PGB?
De Participatiewet in balans biedt meer ruimte voor maatwerk, waardoor gemeenten bijstandsgerechtigden die mantelzorg verlenen tijdelijk kunnen ontheffen van sollicitatie- of arbeidsplichten. De gemeente beoordeelt of de situatie zwaarwegend genoeg is en tijdelijk van aard, waarna op basis van maatwerk passende afspraken gemaakt kunnen worden.
Oma kan mogelijk ook via een PGB (Persoonsgebonden Budget) betalen voor de zorg die de zorgverlener levert. Omdat het dan om betaalde zorg gaat, spreken we niet meer over mantelzorg. In dat geval telt die vergoeding in principe als inkomen. Afhankelijk van de duur en aard van de betaling kan dit gevolgen hebben voor de bijstandsuitkering. In sommige gevallen kan de gemeente een onkostenvergoeding of een deel van het PGB vrijlaten.
Komt er een definitie van mantelzorg die gebruikt kan worden?
De VNG en Divosa gaan – aanvullend op de bestaande definities – verschillende implementatieproducten, werkinstructies en modelteksten aanbieden, afhankelijk van de behoefte. Het verder concretiseren en toepassen van de mantelzorgbepalingen is zeker een onderdeel.