In het kader van de 4 weken zoektermijn. Moeten hier beleidsregels op komen of is een werkinstructie voor de uitvoering voldoende?
De vierwekenzoektermijn blijft in beginsel van kracht. De gemeente krijgt wel de ruimte om de 4 weken zoektermijn in individuele situaties buiten toepassing te laten. De gemeente heeft dus de ruimte om in beleid vast te stellen in welke situaties zij dit wenselijk acht.
Werk.nl maakt gebruik van de 4 weken termijn. Wat zijn de gevolgen van de wetswijziging als je met werk.nl werkt?
De wetswijziging geeft gemeenten de mogelijkheid om in individuele situaties af te wijken van de vierwekenzoektermijn voor jongeren onder de 27 jaar. Werk.nl houdt op dit moment standaard rekening met 4 weken zoektermijn als jongere zich daar melden. Via de lokale webformulieren kan dit worden aangepast, zodat de gemeente wel direct een signaal ontvangt.
Als je als gemeente je niet wil houden aan de 4 weken zoektermijn, moet dit dan in beleid worden vastgelegd of is vastlegging in een werkinstructie hiervoor voldoende?
De vierwekenzoektermijn blijft in beginsel van kracht. De gemeente krijgt wel de ruimte om de 4 weken zoektermijn voor jongeren in individuele situaties buiten toepassing te laten. De gemeente heeft dus de ruimte om in beleid of werkinstructie vast te stellen in welke situaties zij de 4 weken zoekperiode buiten toepassing laat.
Moet onze gemeente voldoen aan specifieke beveiligingseisen als we een DigiD-koppeling gebruiken voor bijstandsaanvragen?"
Met het voorstel wordt het mogelijk om de aanvraagprocedure volledig digitaal te laten verlopen waarbij de bijstandsgerechtigde zichzelf identificeert via DigiD, vergelijkbaar met een belastingaangifte. Dit betekent dat niet alleen de indiening maar ook de toekenning van een bijstandsaanvraag mogelijk is op basis van DigiD, zonder dat nog een fysieke identificatie (via paspoort of identiteitskaart) noodzakelijk is. Hiermee wordt een aanzienlijke versnelling beoogd.
Voor digitale aanvragen en toekenning is het vereist dat er gebruik gemaakt wordt van DigiD met ten minste betrouwbaarheidsniveau ‘substantieel’. Dit betekent dat er een twee factor authenticatie vanuit de inwoner vereist is.
De gemeente moet voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en het normenkader DigiD van Logius. Het is verstandig om hierbij de security officer en/of privacy officer te betrekken.
Als iemand zich via DigiD identificeert en dan vervolgens op gesprek komt, mogen we dan de identiteit niet meer controleren?
Het college mag bij een fysiek gesprek alsnog om een geldig identiteitsbewijs vragen.
Artikel 17, vierde lid, van de Participatiewet blijft ongewijzigd en geeft het college de bevoegdheid om de identiteit van een bijstandsgerechtigde vast te stellen bij de uitvoering van zijn taken. Dit geldt zowel voor de rechtmatigheidscontrole als voor de ondersteuning bij arbeidsinschakeling.
Kortom: ook na digitale identificatie via DigiD blijft het toegestaan – en in sommige gevallen noodzakelijk – om bij een fysieke afspraak de identiteit vast te stellen.
Waarom wordt er een identificatieplicht via DigiD toegevoegd? Digitaal indienen is toch al mogelijk?
Het wetsvoorstel Participatiewet in Balans maakt het mogelijk om via DigiD de aanvraag in zijn geheel digitaal te laten plaatsvinden. Op dit moment is het wel mogelijk om de aanvraag digitaal te laten indienen, maar moet een inwoner zich nog altijd fysiek aan het loket identificeren om de aanvraag volledig te maken.
Met het voorstel wordt het mogelijk voor gemeenten om ook de toekenning aanvraagprocedure volledig digitaal te laten verlopen waarbij de bijstandsgerechtigde zichzelf kenbaar maakt via DigiD, vergelijkbaar met een belastingaangifte. Dit betekent dat niet alleen de indiening maar ook de toekenning van een bijstandsaanvraag mogelijk is op basis van DigiD, zonder dat nog een fysieke identificatie (via paspoort of identiteitskaart) noodzakelijk is. Hierdoor wordt een aanzienlijke versnelling beoogd.
Hoe weten we of een buitenlands rijbewijs geldig is?
De echtheid en geldigheid van een buitenlands rijbewijs kunnen worden beoordeeld aan de hand van specifieke beveiligingskenmerken. Als extra controle nodig is, kan de gemeente gebruikmaken van hulpmiddelen zoals de Kennisbank Identiteitsdocumenten (KID) van de RDW of het Expertisecentrum Identiteitsfraude en Documenten (ECID). Wanneer de identiteit op deze manier is vastgesteld, maar er nog twijfel bestaat over de nationaliteit van de betrokkene, kan de gemeente aanvullende informatie opvragen via andere bronnen, zoals de Basisregistratie Personen (BRP).
Hoe ga je om met de verkorte aanvraag en hoe stel je de normen hiervoor vast?
Voor gemeenten wordt de mogelijkheid opgenomen om een verkorte aanvraagprocedure in te richten en toe te passen als mensen binnen 12 maanden na uitstroom uit de bijstand opnieuw een bijstandsuitkering aanvragen. Bij een verkorte aanvraagprocedure kan de gemeente gebruik maken van de gegevens die bekend zijn uit de eerdere bijstandsperiode als hierin geen wijzigingen zijn opgetreden.
De verkorte aanvraag is als een kan-bepaling opgenomen. Dat betekent dat de gemeente zelf kan invullen of, en zo ja, binnen welke termijn een verkorte aanvraag wordt ingericht. Hiervoor zullen beslissingen moeten worden genomen over diverse vraagstukken, zoals:
- Hoe zit het met (her)gebruik van gegevens uit administraties?
- Binnen welke periode kan een her instromende inwoner een verkorte aanvraag doen?
- Welke nieuwe of aangepaste beleidsregels en werkprocessen zijn nodig?
- Hoe wordt de informatievoorziening en training van medewerkers ingericht?
- Hoe gaat de communicatie naar inwoners en inrichting van de website eruitzien?
In een periode van 12 maanden kunnen mensen bijvoorbeeld recht op WW hebben opgebouwd. Veel nuttige informatie die kan helpen de genoemde en andere vragen te beantwoorden is terug te vinden in de Toolkit Snelle Aanvraag – Snel Besluit. Deze toolkit is opgesteld vanuit het project Simpel Switchen.