Voor de IV van de uitvoering van de Wet inburgering zijn gemeenten afhankelijk van de leveranciers van maatwerk applicaties. Gemeenten ontwikkelen namelijk zelf geen software en zijn ook geen eigenaar van de software die ze gebruiken voor het ondersteunen van de uitvoering van hun primaire taken.

Daarom zijn de gemeentelijke keuzes voor de sourcingstrategie van de Wet inburgering beperkt. De opties zijn:

  1. Opdracht toevoegen aan een bestaand IV-contract (indien geen wezenlijke wijziging - zie de toelichting hierop onderaan deze pagina):
    - Individueel opdracht verstrekken
    - Samen met andere gemeenten opdracht verstrekken
  2. Nieuw inkooptraject starten:
    - Individueel opdracht verstrekken
    - Samen met andere gemeenten opdracht verstrekken
  3. Uitvoering van delen van de wet (inclusief IV) uit- dan wel inbesteden:
    - Individueel opdracht verstrekken
    - Samen met andere gemeenten opdracht verstrekken
    Kijk voor meer informatie over in/uitbesteden op pianoo.nl 

De keuze voor een van de bovenstaande opties is afhankelijk van de lokale situatie. In het algemeen gelden de volgende voor- en nadelen:

  • Samen versus individueel:
    - Individueel kan een gemeente sneller besluiten nemen en opdrachten verstrekken aan een leverancier.
    - Gemeenten die samen inkopen hebben meer inkoopmacht en kunnen daarom meer eisen stellen. Op plateau 2 (met daarin berichtenuitwisseling via koppelingen) en verder biedt samenwerking gemeenten de mogelijkheid om de wijze waarop het IV-stelsel verder wordt ontwikkeld door leveranciers (inclusief de uitwisseling met ketenpartners en lokale aanbieders) te standaardiseren.
    - Samenwerken biedt de mogelijkheid om de schaarse kennis en expertise te bundelen.
    - Samenwerken maakt gemeenten minder kwetsbaar en biedt meer stabiliteit in de uitvoering.
  • Bestaande versus nieuwe contract:
    - Indien juridisch mogelijk is het uitbreiden van een bestaand contract sneller dan het opnieuw inkopen.
    - Het inkopen van een nieuw contract biedt meer mogelijkheden om eisen te stellen aan de markt.
    - Door marktwerking krijgt een gemeente bij het inkopen het product met de beste prijs/kwaliteit verhouding.
  • Zelf doen versus uitbesteden:
    - Het zelf doen biedt, afhankelijk van de inkoopkracht van een gemeente, veel flexibiliteit en handelingsvrijheid.
    - Het uitbesteden biedt de mogelijkheid te profiteren van schaalvoordelen. 

De VNG ondersteunt gemeenten bij het inkopen van IV/ICT-diensten en heeft daarvoor een aantal inkooptools ontwikkeld. De belangrijkste tool is de Toolbox GIBIT (incl. ICT-kwaliteitsnormen en standaard verwerkersovereenkomst).

EU-aanbesteding en wezenlijke wijziging

Voor het IV-component van de uitvoering van de wet is een belangrijke vraag of de bestaande afspraken met leveranciers uitgebreid kunnen worden passend binnen de wet. Hierbij is van belang of de wijzigingen in de afspraken met een bestaande leverancier ‘wezenlijk’ zijn. In het rapport Jurisprudentie aanbestedingsrecht 2020 wordt de wezenlijke wijziging als volgt beschreven: 

In geval van een ‘wezenlijke’ wijziging van een lopende overeenkomst moet een nieuwe aanbestedingsprocedure worden gevolgd. Er is volgens het Hof sprake van een ‘wezenlijke’ wijziging als:

  • de wijziging voorwaarden invoert die, als zij in de oorspronkelijke aanbestedingsprocedure waren genoemd, zouden hebben geleid tot (i) toelating van andere inschrijvers dan die welke oorspronkelijk waren toegelaten óf tot (ii) de keuze voor een andere offerte dan die waarvoor oorspronkelijk was gekozen;
  • de wijziging de markt in belangrijke mate uitbreidt tot diensten die oorspronkelijk niet waren opgenomen;
  • de wijziging het economische evenwicht van de overeenkomst wijzigt in het voordeel van de opdrachtnemer op een wijze die door de voorwaarden van de oorspronkelijke opdracht niet was bedoeld. 

In het Wall AG-arrest uit 2010 bepaalde het Hof dat de vervanging van een onderaannemer in uitzonderlijke gevallen een wezenlijke wijziging tot gevolg kan hebben, als het beroep op die bepaalde onderaannemer (die bijvoorbeeld een bepaald product levert) een beslissend element is geweest bij de sluiting van de overeenkomst. De voorwaarden waaronder een opdracht mag worden gewijzigd zijn sinds 1 juli 2016 vastgelegd in artikel 2.163a t/m 2.163g van de Aanbestedingswet. Dat in bovengenoemde zaak de wijziging van de concessieovereenkomst als gevolg van de fusie tussen Gripp en de derde geoorloofd was, is in lijn met artikel 2.163f Aanbestedingswet, dat voorziet in de mogelijkheid van rechtsopvolging in geval van bijvoorbeeld een fusie of overname. Overigens betrof bovengenoemde zaak een meervoudig onderhandse aanbesteding waarop noch deel 2 noch deel 2a van de Aanbestedingswet van toepassing was.