Gemeenten hebben een breed takenpakket op het gebied van mobiliteit. Het gaat niet alleen om het beheer en onderhoud van lokale wegen: mobiliteit moet breder worden bezien. Wij staan voor een mobiliteitstransitie en kunnen mobiliteit alleen toekomstbestendig maken als we kijken naar bereikbaarheid, duurzaamheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid in onderlinge samenhang.  

Gemeenten hebben een eigen verantwoordelijkheid om locaties binnen de gemeente goed bereikbaar te houden. Zo optimaliseren zij het leefklimaat en de verkeersveiligheid. Daarnaast heeft mobiliteit veel raakvlakken met de ruimtelijke inrichting, economische ontwikkeling, klimaatbeleid en werkgelegenheid binnen gemeenten.

Wat speelt er momenteel aan mobiliteitsbeleid op lokaal niveau?

Duurzame mobiliteit

Gemeenten en rijk nemen samen maatregelen om de klimaatverandering aan te pakken. Eind 2019 hebben de gemeenten tijdens de BALV het onderhandelingsresultaat van het Klimaatakkoord gesteund. Dit akkoord is de uitwerking van het akkoord van Parijs voor Nederland, waarbij mobiliteit een van de 5 gebieden is om CO2 te besparen. 

Op het gebied van duurzame mobiliteit vinden belangrijke beleidsontwikkelingen plaats bij bijvoorbeeld de regionale mobiliteitsprogramma’s (RMP's), fietsbeleid, milieu- en zero-emissiezones, de Nationale Agenda Laadinfrastructuur en de vrachtwagenheffing.

Wat kunt u doen?

  • Stimuleer uw inwoners om te lopen en fietsen door zoveel mogelijk vrije fietspaden en goede fietsstallingen te realiseren bij stations en centrumgebieden en door fietsparkeernormen in te stellen. 
  • Bevorder openbaar vervoer en gebruik van schone, stille en zuinige auto’s en andere motorvoertuigen. Overleg of een milieu- of zero-emissiezone in uw gemeente van toepassing is. Maak voor het plaatsen van elektrische laadinfrastructuur gebruik van de kennis- en ondersteuning door de Nationale Agenda Laadinfrastructuur in de regio.
  • Stel samen met de provincie en andere gemeenten een regionaal mobiliteitsplan (RMP) op en voer dit integrale plan voor mobiliteit uit. Betrek hierbij ook andere maatschappelijke partners.
  • Geef zelf het goede voorbeeld door het eigen wagenpark te verduurzamen via elektrische voertuigen of voertuigen op alternatieve brandstoffen. Ook kunt u fietsen en reizen via openbaar vervoer door de eigen medewerkers aantrekkelijker maken. Bied schone en zuinige auto’s voor dienstreizen aan. Eis bij het aanbesteden van contractvervoer (Wmo- en leerlingenvervoer) schone en zuinige voertuigen.

Parkeren

Parkeerbeleid is vanouds een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk mobiliteitsbeleid en daarnaast ook van de ruimtelijke inrichting en het locatiebeleid (het juiste bedrijf op de juiste plaats). Het gaat om een autonome taak, waaraan gemeenten zelf invulling mogen geven. De afstemming met de regio is hierbij wel van belang. Provincies en stadsregio’s kunnen hierbij een stimulerende rol spelen.

De druk op de aanwezige parkeerruimte is groot. Het belang van een afgewogen parkeerbeleid op lokaal en regionaal niveau neemt hierdoor de komende jaren alleen maar toe. Vanwege de luchtkwaliteit en om schone voertuigen te stimuleren kunnen de tarieven naar milieuvervuiling worden gedifferentieerd. Tegelijkertijd willen gemeenten minder plek voor de auto in de stad en meer plek voor groen, lopen en fietsen. 

Wat kunt u doen?

  • Via parkeerbeleid kunnen gemeenten de lokale bereikbaarheid en leefbaarheid verbeteren, het gebruik van de parkeerruimte reguleren en overlast voorkomen. Gemeenten kunnen voor parkeerregulering vele instrumenten inzetten, zoals parkeernormering, betaald parkeren en parkeren door vergunninghouders.

Gebiedsagenda’s en Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)

Er bestaat bij rijk én gemeenten behoefte aan integrale gebiedsontwikkeling, waarbij belangen als locaties voor woningbouw, werken, bereikbaarheid, leefbaarheid, water en natuur op een goede manier met elkaar matchen.

Op regionaal niveau stellen rijk en regio’s (provincies, stadsregio’s en gemeenten) samen integrale gebiedsagenda’s op. Die zorgen ervoor dat de investeringen van de ruimtelijke departementen en van de decentrale overheden elkaar goed versterken. Zo krijgt de prioriteitsstelling door zowel rijk als regio samenhang en ontstaat meer draagvlak voor besluiten.

Wat kunt u doen?

  • Rijk en regio bespreken de gebiedsagenda’s tijdens de halfjaarlijkse MIRT-overleggen. Gemeenten met projecten in het fysieke domein die rijksinvesteringen nodig hebben, doen er goed aan om invloed op de gebiedsagenda’s uit te oefenen en hun betrokkenheid hierbij te waarborgen. Doe dit bijvoorbeeld via bestaande bestuurlijke regionale structuren en/of de provincie.

Verkeersveiligheid

Het aantal verkeersdoden stijgt, blijkt uit cijfers van het CBS. Om het aantal slachtoffers naar 0 te brengen werken rijk, provincies en gemeenten samen aan een ‘Strategisch plan verkeersveiligheid 2030’. Hierin is afgesproken dat elke gemeente in 2019 een eerste risicoanalyse opstelt. Door in het beleidsmakingsproces te kijken naar de risico’s die tot ongevallen kunnen leiden, hoeven geen onnodige slachtoffers te vallen. De risicoanalyse is ook de basis voor uitvoeringsplannen en om aanspraak te kunnen maken op cofinanciering van het Rijk (totaalbedrag van € 500 miljoen over 10 jaar van IenW).

Wat kunt u doen?

  • Maak een risicoanalyse (en uitvoeringsprogramma) en vraag het kennisnetwerk SPV om hulp.
  • Pak onveilige verkeerssituaties op het lokale wegennet aan en bekijk gedrag, infrastructuur en handhaving in onderlinge samenhang.
  • Zorg voor goede lokale fietsnetwerken met nadruk op veiligheid en bereikbaarheid.
  • Communiceer met inwoners over het toegepaste verkeersveiligheidsconcept bij de inrichting van infrastructuur (bijvoorbeeld Duurzaam veilig of Shared space).
  • Zorg voor goede afstemming met politie en het OM over verkeershandhaving in uw gemeente.

Uitvoeringskracht gemeenten

U levert als gemeente een belangrijke bijdrage aan de mobiliteitsopgave. De VNG pleit bij het rijk ervoor om regionaal maatwerk te leveren en gebruik te maken van de regionale kennis en uitvoeringskracht bij de verschillende ontwikkelingen in mobiliteit. Zeker met het oog op de toekomst van mobiliteit is een nauwe samenwerking tussen rijk en gemeenten vereist. Tegelijkertijd is en blijft juist ook regionaal maatwerk van wezenlijk belang. 

Wat kunt u doen?

  • Blijf als gemeente investeren in regionale samenwerking om te komen tot integrale en toekomstbestendig bereikbaarheidsoplossingen. 
  • Blijf als gemeente investeren in de mobiliteitsopgave en mobiliteitsplannen, zodat u een goede basis hebt om samen met de provincie input te leveren voor de MIRT gesprekken. De BDU-gelden en het Infrastructuurfonds (Mobiliteitsfonds beoogd vanaf 2030) vormen belangrijke financiële componenten voor de financiering van de mobiliteitsopgave. De VNG blijft inzetten op passende financiële kaders om de integrale mobiliteitsopgave te realiseren. Gemeenten geven ons aan opgave-gericht, zonder schotten en op basis van wederkerigheid te willen werken.