Vaak zijn gronden met een openbare bestemming eigendom van de gemeente, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Ook particulieren kunnen eigenaar zijn van gronden of andere zaken met een openbare bestemming, zoals een weg of een sloot. Het openbare karakter van deze zaken stelt beperkingen aan de bevoegdheden die de eigenaar over die zaak kan uitoefenen. Deze beperkingen gelden zowel voor de gemeente als eigenaar als voor de particuliere eigenaar. Zo moet de eigenaar van een openbare zaak het gebruik overeenkomstig de bestemming dulden.

Openbare wegen

Dit geldt in het bijzonder voor openbare wegen in de zin van de Wegenwet (artikel 4). Op grond van artikel 14 van de Wegenwet moet de rechthebbende op een weg alle verkeer op deze weg dulden. Dat geldt dus voor zowel de gemeente als de particuliere eigenaar.

Een openbare weg kan dus ook niet zomaar door de eigenaar worden afgesloten. Een tijdelijke afsluiting is wel mogelijk (via een verkeersmaatregel of verkeersbesluit), maar voor het permanent afsluiten en het daarmee onttrekken aan de openbaarheid is een besluit van de gemeenteraad nodig (artikel 7 jo. Artikel  9 Wegenwet). De gemeenteraad kan deze bevoegdheid desgewenst delegeren aan het college.

Gewoon en bijzonder gebruik

In de praktijk wordt onderscheid gemaakt tussen ‘gewoon’ en ‘bijzonder’ gebruik van zaken met een openbare bestemming. Gebruik overeenkomstig de openbare bestemming wordt gezien als gewoon gebruik. Bijvoorbeeld: het toegestane gebruik door het verkeer van een openbare weg. Het in gebruik nemen van een standplaats op de openbare weg wordt gezien als bijzonder gebruik. Dit bijzondere gebruik hoeft de eigenaar van een openbare weg niet te dulden en mag door de eigenaar worden beperkt of aan voorwaarden worden verbonden. Het is namelijk geen gebruik overeenkomstig de bestemming.

Veelgestelde vragen

Wetsartikelen